<>

1914-08-25 (1 bericht)

> | 25 Augustus, 's avonds.
Het is niet ginder alleen, dat angst voor zelfbehoud deoorsp.: te harten beneep. Op heel de lijn tusschen Kortrijk en Gent was het een ontredderde bende voortvluchtigen.
Langs de vaart van Deinze naar Schipdonck kwamen in wolken van stof wagens, karren, kruiwagens, chaisen aan; fietsen na fietsen en, trager volgend, jammerlijke hoopen te voet, sommigen zonder schoenen, of hun klompen in de hand dragend.
Een lange priester met iets in een rood zakdoek geknoopt, schrijdt, zichtbaar den stap vertragend, voort naast een korten, zwaarlijvigen heer, rood blakend in de heete zon, en die nauwelijks voortgeraakt. Ongetwijfeld zal dat de burgemeester zijner parochie zijn.
Anderen zijn blootshoofds, in hun hemdsmouwen, met een brood onder den arm of een stuk gerookt vleesch half in een papier gewikkeld. Vuil van zweet en zand draafden die rampzaligen aan; weinig vrouwen of kinderen onder hen.
En wie het geluk had er een voor een oogenblik in de vlucht te sluiten, vernam onsamenhangend het volgende: "Deynze en Petegem staan in brand! Brand overal!" De Uhlanen waren daar of ginder te zien geweest. Ze roofden, wat ze konden, schoten de mannen omver, slachtten het vee. Aan vrouwen en kinders deden ze geen kwaad.
Ooggetuigen vertellen, dat ze te Schelderode meisjes over den stroom hebben zien zwemmen. En alzoo leert men, dat er onder onze boerinnetjes meisjes zijn, die zwemmen kunnen!...
Met de ellebogen, met de vuisten worstelden kloeke mannen om de zwakkeren met geweld vooruit te streven. Sommigen strompelden, vielen, krauwden zich weder te been. Een drietal kinderen werden door fietsers overreden.
Te Aalter, te Waeregem, te Deinze, te Gothem, te Grammene, te Aalst, te Ninove, waren ook de geruchten verspreid, dat een kolossaal leger in aantocht was, dat alom de weerbare mannen van achttien tot zestig jaar werden opgeëischt en voorop moesten marcheeren om den vijand tot dekschild te dienen.
Zelfs daar, op plaatsen, welke dus niet op den weg lagen van dat doortrekkend heer, was de onberedeneerde schrik zoo groot, dat er zich in droge grachten verscholen, op den kerktoren vluchtten, in de widauw — teenbeplantingen — kropen en schuil zochten in de voren van het akkerland. Te Drongen joeg een pachter, zinsverbijsterd, al zijn koeien uit de stallen en de varkens uit hun kotten. En daar — te Drongen — sliepen dien nacht meer dan vierhonderd menschen onder den blooten hemel...
En dat was alles niets anders dan het afgrijzen der verstoorde verbeelding geweest. Geen hunner had Uhlanen gezien, of zelfs geen patrouilles op verkenning uit ontmoet. En nu zijn die beroerde horden in hun onbeschadigde haardsteden teruggekeerd.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1914
<<augustus>>
ZoMaDiWoDoVrZa
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
3031     
logo CTB