<>

1914-09-27 (3 berichten)

> | 27 sept.
Het gerucht loopt, dat er te Melle opnieuw hard gevochten is. Tallooze wielrijders-soldaten, met het geweer op den schouder rijden er in volle vlucht naartoe.
Onze Burgemeester heeft bevel doen aanplakken, dat om 22.50 uur alle lantaarnen zullen worden uitgedoofd, behalve éen half neergedraaid op kruisstraten of openbare plaatsen. Vermaan, met het gevaar voor bommen, in bijzondere huizen geen zichtbaar licht te laten branden.
Een zeppelin werd gisteren nacht gehoord en gezien te Oostende. Drie bommen zijn op verschillende punten der stad geworpen, zonder merkelijke schade aan te richten. De hotels zijn er gesloten; vreemdelingen vertoeven er nog bij bijzonderen; allen liepen verschrikt langs de straten in nachtgewaad meest, schoolden angstig samen in de donkere stad, die na deze ontploffingen van alle verlichting was beroofd geworden.
De nacht is heerlijk, klaar en koel. Het sterrenbeeld van de Geit staat schitterend aan den trans [24]
[24]'Trans': hemel.
rechtover mijn slaapkamervensters. De Poolstar pinkt onze wereld toe; de Groote Beerwagen heeft zijn dissel achter de daken der buurhuizen naar omlaag geheld. Alles is zoo rustig, zoo stil, en doet denken aan de vrome spreuk nu droef-ironisch: "Zalig zijn de vreedzamen, want het rijk der hemelen behoort hun toe." [25]
[25]Loveling verwart twee regels uit Mattheüs, 5: 'Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen' (3) en 'Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden' (9).
Er komt van lieverlede toch iets van dien hemelschen natuurvrede over het gemoed.
En ik sta aan een straatvenster in dien starrennacht; het bevel van den Burgemeester is niet uitgevoerd, ginder aan den kant der Leopoldlaan brandt er licht, hoewel wat ingedraaid, en uit meer dan een dakvenster glimt er nog een schijn van klaarte.
"Hoe, hoe, hoe," begint het eensklaps van verre te komen, het nadert meer en meer. Ik open het raam en speur in de lucht... het "hoe, hoe, hoe," houdt aan... het verwijdert zich, het vervaagt, het verdwijnt allengskens geheel in de solemnele stilte van den nacht...
> | 3 uur.
Wagens, wagens, de een na den anderen langs de heerbaan en daarop getrappel van paarden, van vele, vele paarden in gelijke kadans henentrekkend.
> | Zondag 27 Sept. '14
Vluchtelingen van Angleur logeeren in mijn straat. Echtelingen met twee kinderen.
Ze kregen een kamer zonder te moeten betalen. Heel de buurt, op de hoogte gebracht, schoot hulprijk toe; iemand gaf hun een petroolstel; een ander zorgde voor een lampje; een hierwonende kleermaakster richtte zich tot hare klanten en bezorgde kleederen, die ze zelve 's nachts tot doelmatig verbruik vernaaide; ze kregen enkele keukenbenoodigdheden, om de beurt wordt voor hen in sommige huizen der gebuurte 's middags gekookt... maar een gegeven brok is gauw op, zegt de volkswijsheid, indien de menschlievendheid verzwakt, op den duur, indien de giften — al was het enkel een dag — ophielden, wat dan met hen?
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1914
<<september>>
ZoMaDiWoDoVrZa
  12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
27282930   
       
logo CTB