<>

1914-09-29 (1 bericht)

> | Dinsdag 29 Sept.
Mijn logé is vijf dagen te bed geweest, maagontsteking.
Nu is hij beter, hoewel niet genezen. Hij blijft nog koortsig, siddert van de koü met een verwarmingstoestel onder de zolen, in een temperatuur van 22 graad celsius.
En ondanks dat alles wil hij nog absoluut voortschilderen aan mijn portret en daar de verlichting slechts goed gevonden wordt in een bovenkamer, die op 't noorden geeft, zitten wij daar, waar geen vuur kan worden gemaakt, alle twee te bibberen.
Dat poseeren was van in 't begin van zijn verblijf een echte kwelling voor mij. Elken dag aan 't ontbijt, was het eerste dat hij vroeg: "Wanneer beginnen wij?"
"Ik heb nog 't een en 't ander te doen."
"Over een half uur?"
"Och neen, ik moet al mijn planten begieten."
"Laat mij het verrichten," zegt zijn teedere echtgenoote, steeds vaardig om hem in alles zijn zin te geven. Maar 't is nog zoo vroeg en dat zitten uren lang is zoo lastig toch! "Vous êtes le modèle des modèles," heeft hij in den aanvang gezegd. Helaas, dien lof moet ik duur bekoopen. Ik kan toch nu mijn onbeweeglijke houding niet opgeven en beginnen woelen... ik tracht wat tijd te winnen: "Om half elf zal ik klaar zijn," zeg ik schuchter.
"Om tien uur," dingt hij af. Hij is zoo goed, zoo inschikkelijk voor al het overige... ik kan niet weigeren en om tien uur zitten wij er tot éen uur, om des namiddags, na 't eten, heraan te vangen. Het begint er heel, heel koud te worden; maar gansch ingenomen door zijn werk voelt hij — die zoo kouwelijk is — het hier niet. Hoe groot zijn kunstenaarsdrang was, ging het heden niet vlot. Overigens: "Ik ben niet in het bezit van mijn geestvermogens en mijn vaardigheid," klaagt hij dikwijls.
"Ik ook niet," durf ik niet zeggen. Maar het is zoo; dat poseeren is een martelie, gepaard aan gewetensbezwaren, omdat ik het voorrecht niet naar waarde te schatten weet, door een schilder van onbetwist talent mijn conterfeitsel gemaakt te zien...
En in het midden van al het onge- [26]
[26]Het woord wordt gesplitst aan het einde van een regel, maar het tweede deel volgt niet op de volgende regel. Omdat het niet zeker is welk woord Loveling bedoelde, wordt het hier zo overgenomen.
vanoorsp.: ven dezen neteligen, om niet te zeggen, noodlottigen toestand, gaat het gewone leven zijn gang; mondbehoeften worden gehaald, maar thans betaald met strookjes coupons — munt is zeldzaam en zit grootendeels verstopt in de aarde of in veiliggewaande bergplaatsen; bankbriefjes zijn moeielijk gewisseld te krijgen.
Een man plukt peren in een buurmanstuin; een metser spijst een scheidsmuur verderopoorsp.: vererop; tapijten worden uitgeklopt; de groentevrouw belt aan de deur; de juffrouw van den hoek om leidt haar glimmend wit gewasschenoorsp.: gewaschen poedelhondje met een blauw strikje in zijn krullen, aan een touwtje te wandelen bij invallende avondschemering.
Omtrent den middag, in den zonneschijn, duwen gezellig pratende kindermeiden gezonde, rechtopzittende of rustig sluimerende kleinen langs de voetpaden van de straten en de lanen voort...
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1914
<<september>>
ZoMaDiWoDoVrZa
  12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
27282930   
       
logo CTB