<>
1914-10-12 (1 bericht)
> | Maandag 12 October.
De Duitschers zijn in de stad. De troepen trekken in dichte paradegelederen voorbij het Stadhuis op in de richting der Brugsche poort. De volkshoopen op de gaanpaden zien sprakeloos toe. Een commissaris van politie, met den dienstsluier aan, gaat voorop; een Uhlaan volgt en dan nog paardevolk; Uhlanen met de lange lans omhoog; andere cohorten van voetgangers waarover het staal der op de geweren ook hooggehouden bajonnetten [30] blanke vonken schiet in de Octoberzon; helmen wedijveren blinkend met hen om prijs. De hemel is vlekkeloos blauw als in een zuiderland. Kanonnen en grof geschut sluiten den optocht. De getalsterkte wordt op twintig duizend man geschat. Allen zijn in de kleur van gedroogde grijze aarde gekleed.
[30]Loveling schrijft het woord 'bajonet' vaker foutief dan correct. Haar schrijfwijze (met dubbele 'n' in het midden) is daarom in deze editie overgenomen.
's Namiddags loopen er hier en daar rond, vragen den weg naar hun bestemming, zitten aan de koffiehuizen, roepen wel eens "pst, pst!" achter de jonge meisjes, koopen worst of ham in de spekwinkels, chocolade en koeken bij de bakkers. Een heeft zeker eten gevraagd aan 't huis hier rechtover. Hij krijgt een pak in wit papier gewikkeld, en trekt er mede
dankknikkendoorsp.: dankknikend voort. Een ander belt aan een koetspoort op den Steenweg en vraagt of er stalplaats is voor paarden.
<>