<>

1915-04-26 (1 bericht)

> | Maandag 26 april.
De vijand kondigt groote zegepralen aan in de omstreken van Langemarck, een dubbelzinnigheid in een officiëele bekendmaking doet vermoeden, dat het leger over den IJser is: groot is, volgens het bericht, de buit aan krijgsmateriaal en gevangenen, waaronder veel officieren, Engelschen en Franschen.
Nooit wordt er in de gazetten (onder de waakzaamheid der censuur, natuurlijk) de minste melding gemaakt van de veroveringen der bondgenooten op het vijandelijk leger in de berichten uit Petrograd en Parijs. De Duitschers blazen vele booten op, zij alleen. De tegenstanders dienen slechts om achteruitgeworpen of verslagen te worden. Telkens onderteekend door een Oberst-Leutnant of ik weet niet welk een generaal.
Van de gentsche Kommandanturoorsp.: Kommandatur ging weken geleden een rondschrijven uit gezonden aan al de burgemeesters in de omgeving van Geeraardsbergen. En het zal elders ook wel verspreid zijn: een strook papier, niet grooter dan een blad van briefformaat, geteekend: von Barnewitz, Kommandant Oberst Leutnant. Daarin wordt hun aanbevolen de "Vlaamsche Post" zooveel mogelijk in hun kringen te verspreiden en tevens aanbevolen alle mogelijk nieuws onmiddellijk aan de redaktie van dat blad mede te deelen. De nummers worden dagelijks per auto naar die afgelegen streek gevoerd.
Die "Vlaamsche Post" gaf in haar blad van 12 april een artikel ten beste, getiteld "uit mijn Boekje," waarin smadelijk gespot wordt met de belgische vrijwilligers en hun vaderlandsliefde.
Ik kreeg een sierlijke dasspeld te zien, schijnbaar in gouden filigran [95]
[95]'Filigran': waarschijnlijk een contaminatie van 'filigraan' en 'filigram'. Loveling bedoelt het eerste van die twee.
Een a stond in 't midden, door fijne draden omkruld, daaronder het jaartal 1914.
Raad wat het is.
Dat ging niet.
Het was een vergulde cent, uitgesneden door kundige goudsmedershand: de a verbeeldde Koning Albert. 1914: het memorievol jaar van onze ellende; het geheel de dapperheid van den vorst en het belgisch volk.
De speld kost vier frank.
In den tram zag ik een jong juffertje. Ze droeg een groote witte, stijve kraag: op den rechter tip was gedrukt: de vlag van Amerika, op den linker de kleuren van Spanje: geel en rood. Dankbare hulde voor de mildtoegezonden voedinghulp.
"Mag dat gedragen worden?" was bij mij de oprijzende twijfelvraag.
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]
logo CTB