<>

1916-01-24 (1 bericht)

> | Maandag 24 januari '16
Ik ging dezen morgen over dat plein. Mannen waren bezig een houten paviljoen af te breken, waarover hoog de duitsche vlag uitwaaide. Dat zal een soort troon geweest zijn te zijner eere opgericht.
Ik ging ook langs de Godshuizenlaan onder de vierdubbele boomenrij. Groepen soldaten als overal, anders geen mensch tenzij ja toch: twee jonge volksmeisjes en in hun midden een jongeling, hoogstens twintig jaar oud. Met de armen rustte hij langs elken kant op een schouder der meisjes, die zeker zijn zusters waren. Hij sleepte zich half voort, ze droegen hem half. Bij elken stap vertrokken zijn wangen pijnlijk.
Een aangrijpend tafereel, daar in zilvergrijzenoorsp.: zilvelgrijzen stuifregen, die nauwelijks nat maakte en zoel was, als een lentedauw.
Er moest wel medelijden liggen in mijn blik, terwijl ik onbewust bleef staan; want eene der meisjes zei in 't voorbijsukkelen: "Gekwetst geweest aan den IJser," hem met den vinger achteruit aanduidend...
Hij ten minste wordt verpleegd in zijn familie en ik dacht aan dien zeventienjarigen vrijwilliger van Aalst, van wien een genezen verwonde, die te Thienen in dezelfde ambulance lag, mij verteld had:
Dat kind, want op dien leeftijd zijn het immers nog kinderen, was hopeloos gekwetst. Liefderijk hief het dienstdoende nonneken hem op uit de kussens, gaf hem drinken. Maar met dien weifelenden, wijden oogopslag, waarin de dood reeds zijn akeligen glans lei, zag hij haar koortsig aan:
"Waar is mama?" vroeg hij.
"Wees maar gerust, mama zal komen," beloofde zij hem.
"Waar blijft mama?" vroeg hij aan zijn in een ander bed liggenden kameraad, rond kijkend in de ziekenzaal.
"Dadelijk, dadelijk," loog ook hij, "zal ze hier wezen."
"Mama, mama," herhaalde hij voortdurend, telkens een verpleegster zijn ledikant naderde:
"Waar blijft mama?"
En toen dat drie dagen had geduurd — dat vergeefs hunkeren — toen in eens ging er een toomeloos gejammer van hem op als het angstgeschrei van een achtergelaten kind, dat zijn moeder heen ziet gaan en ze niet volgen kan.
Geen streelen, geen sussen kon nog helpen en enkel toen de wanhoopcrisis, door de hevigheid zelve uitgeput, over was, viel hij verlamd in een doodsslaap, waaruit hij niet meer te wekken was.
Wie zal haar vertellen hoe tragisch zijn einde was?...
<>
Lettergrootte: [-a] [standaard] [A+] Stijl: [L<-R][L- >R]

Kalender

1916
<<januari>>
ZoMaDiWoDoVrZa
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
3031     
logo CTB