<Resultaat 143 van 2531

>

Waarde Heer Styn Streuvels,
Ik ben met mijn vriend A[ntoon] Jacob doende om enkele jeugdherinneringen nader te bepalen ten behoeve van een werk waar hij mee bezig is.[1] Wij zouden gaarne gedurende korte tijd beschikken over Duclos, Reyvaert de Tempelier[2] (niet de toneelbewerking die pas verschenen is)[3] en id[em], vertaling van Fabiola.[4] Zou het u mogelik zijn ons daaraan te helpen?[5] Wij zijn u op voorhand zeer dankbaar.
Ik schreef u reeds een paar malen om u een kleine bijdrage te vragen voor De Bibliotheekgids.[6] Ik ben zo vrij dat nogmaals te doen. Voor het volgend jaar werd me o[nder meer] ook de medewerking toegezegd van Albert Verwey, die in D[e Bibliotheekgids] zijn serie "Boeken, menschen en stroomingen" zou voortzetten,[7] en van P[ieter Nicolaas] van Eyck die een Engelse lit[eraire] kroniek zou bijhouden.[8] Ik vraag u niet veel, maar er moet toch nu en dan in uw hoofd wel eens wat stof opduiken om "over boeken" te schrijven, en een paar bladzijden kunnen reeds een aardig opstelletje vormen. Ook hiervoor in goed vertrouwen en op voorhand mijn beste dank.
Hoogachtend, met beste groeten,
(handtekening Eugène De Bock)
Uit een brief van J[uni][9] meen ik te mogen opmaken dat
u deze boeken van Duclos bezit en ook dat u iets
van de zaak af weet. Van daar mijn vrijpostig schrijven.

Annotations

[1] In 1924 zou bij De Sikkel (in samenwerking met Mees) een uitgave van Den jongen Tobias van de politiek liberale en republikeins gerichte journalist en volksschrijver Karel Broeckaert (1767-1826) verschijnen. Deze uitgave was met een inleiding en aantekeningen voorzien van Antoon Jacob, en werd opgezet en uitgewerkt in de celgevangenis te Antwerpen (cf. 'Een woord vooraf', p. VII). In zijn aantekeningen (p. 169) heeft Jacob het over ''t Kapelleken ter Zwaelmen', de Kapel der Tempeliers. Hij vermeldt echter geen bron, maar we sluiten niet uit dat hij Reyvaert de Tempelier daarvoor gebruikt heeft.
[2] Van Duclos' Reivaart waren op het einde van de negentiende eeuw een aantal edities in omloop: A.J. Duclos, Reivaart of de wraak van den Tempelier: vaderlandsche tafereelen: 1319-1322. Brugge, De Zuttere-Van Kersschaver, 1882. En: (idem). Roeselare, De Meester - Van Nieuwenhuyse, 1892-1893 (herdrukt in 1896; een laatste editie verscheen in 1910).
Cf. verder de brief van De Bock aan Streuvels van 16 juli 1923.
[3] Een toneelbewerking (door Leo De Geeter en met een inleiding van Willem Putman) was verschenen bij Victor De Lille: Reyvaert de Tempelier: drama in vijf bedrijven. Maldegem, De Lille, 1923.
[4] Geen informatie.
[5] Op 20 juli 1923 schreef Streuvels aan Joris Lannoo: Weet Gij niet wààr ik mij de twee boeken kan aanschaffen: Kan. Duclos Reyvaert of de wraak van den tempelier en, ook van Kan. Duclos: de vertaling van Fabiola???? Lannoo antwoordde: De twee boeken van Kan. Duclos heb ik hier en daar getracht in leening te krijgen, omdat ze in den handel niet meer zijn: 'k vond er geen enkel en 't tweede kende zelfs niemand. — Mogelijks zoudt U Reyvaert wel krijgen van E.H. De Geeter, die Reyvaert omwerkte voor tooneel en liet verschijnen bij Putman.
[6] Cf. brief van De Bock aan Streuvels van 7 april 1922. Cf. verder de brieven van De Bock aan Streuvels van 8 en 17 december 1923 en 17 april 1924: stuk over de Courtmans-uitgaven van Opdebeek.
[7] 'Boeken, menschen en stroomingen' was de serie die Verwey in zijn tijdschrift De Beweging had verzorgd. Deze serie is niet in de Bibliotheekgids verschenen. Wel werd regelmatig een artikel van Verwey gepubliceerd, o.a. over Erasmus, Hadewych, over Vondel en over Natuurfilosofie Bibliotheekgids, 1924, p. 213, 121, 41, 257
[8] Een Engelse literaire kroniek heeft Van Eyck nooit bijgehouden in de Bibliotheekgids.
[9] Deze brief (d.d. juni 1923) vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.

Register

Naam - persoon

Duclos, Adolf Juliaan (° Brugge, 1841-08-31 - ✝ Brugge, 1925-03-06)

Geschied- en oudheidkundige, schrijver van historische romans, folklorist, priester.

Na filosofische studies in het Klein-Seminarie van Roeselare en theologische studies in het Groot-Seminarie van Brugge, waar hij Guido Gezelle leerde kennen en na zijn priesterwijding in 1865 werd Duclos in Torhout aangesteld als leraar en surveillant van de Bisschoppelijke Normaalschool. Hij behoorde tot de generatie van overtuigde neogotici. Daarnaast was hij een overtuigd voorvechter van de Vlaamse taal en cultuur. Duclos was een bijzonder bedrijvig man. Alle aspecten van zijn persoonlijkheid - kunstminnaar, Vlaamsgezind priester en taalparticularist - komen duidelijk tot uiting in de honderden artikels die hij publiceerde in het West-Vlaamse particularistische weekblad Rond den Heerd, waarvan hij vanaf 1871 hoofdredacteur wordt en later verantwoordelijk uitgever en eigenaar. Hij bracht het tijdschrift tot bloei en zou het laten uitgroeien tot het officiële orgaan van het Davidsfonds Brugge (gesticht in 1875). Gedurende bijna twintig jaar stond Duclos in Rond den Heerd en daarbuiten op de bres voor het West-Vlaamse dialect en het taalparticularisme. Zijn onwrikbare standpunt en te grote zelfverzekerdheid zorgden ervoor dat er wrijvingen ontstonden met Gezelle en de andere West-Vlamingen. Als gevolg daarvan daalde zijn prestige. Er verschenen van hem gelegenheidsgedichten en historische romans. Naast religieuze, devotionele en hagiografische literatuur, schreef hij ook historische en oudheidkundige werken (o.a. reisgidsen). In 1881 verscheen van hem Reyvaart of de wraak van den tempelier. Vaderlandsche tafereelen 1319-1322. Het opmerkelijke is wel dat het hoofdwerk van de flamingantische veelschrijver Duclos, Bruges. Histoire et Souvenirs, in het Frans is gesteld.

Fabiola, Fernanda Maria De Las Victorias Antonia Adelaida De Mora Y Aragon, Doña (° Madrid, 1928-06-11)

Koningin der Belgen.

Zij is de dochter van wijlen don Gonzalo, graaf de Mora y Fernandez en van doña Blanca Aragon y Carillo. Op 15 december 1960 huwde zij te Brussel met koning Boudewijn van België. Zij genoot privaatonderwijs, waarna zij in Parijs en Rome studeerde. Zij spreekt, behalve Spaans, Frans, Engels, Italiaans en Duits en leerde na haar huwelijk ook Nederlands. Van haar hand verscheen een bundel sprookjes, die zij ook gedeeltelijk illustreerde: Los doce cuentos maravillosos (31960). Hiervan verscheen een Nederlandse vertaling (door L. Timmermans): De twaalf wonderlijke sprookjes (1961-81967). Zij verschenen eveneens in het Frans, Engels en Duits.

Jacob, Antoon (° Boom, 1889-03-08 - ✝ Antwerpen, 1947-02-23)

Literair-historicus, hoogleraar, activist.

Bezocht het Koninklijk Atheneum te Antwerpen en was er voorzitter van de leerlingenvereniging De Vlaamsche Bond (1906) en vanaf 1905 secretaris van het tijdschrift De Goedendag. Studeerde Germaanse filologie aan de universiteit te Gent. Vluchtte bij het uitbreken van WO I naar Amsterdam. In 1913 was hij begonnen met de uitgave van H. Consciences briefwisseling en in 1916 werd hij benoemd tot docent in de Nederlandse en Algemene Letterkunde aan de (door de Duitse bezetter opgerichte) 'Vlaamsche Hoogeschool' te Gent. Jacob was een gematigd activist die na 1918 werd gevangengezet. Hij weigerde om tegen de belofte van politieke non-activiteit vrijgelaten te worden en stuwde vanuit de gevangenis de amnestiebeweging voort. In 1934 werd hij lector voor Nederlandse taal en cultuur aan de universiteit te Hamburg. Een jaar later oefende hij invloed uit op de toewijzing van de prestigieuze Rembrandtprijs van de Hanze-universiteit in het voordeel van Streuvels (1935).

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Van Eyck, Pieter-Nicolaas (° Breukelen [Noorwegen], 1887-10-01 - ✝ Wassenaar, 1954-04-11)

Nederlands dichter en criticus.

Van Eyck studeerde rechten te Leiden, werd journalist (Rome, Londen) en volgde in 1935 Verwey op als hoogleraar te Leiden. Als dichter behoorde hij tot de generatie van 1910 (Bloem, A. Roland Holst, Greshoff e.a.) - symbolisten die in het algemeen gastvrijheid vonden in Verweys maandblad De Beweging. Op grond van duidelijke verwantschap in aanleg en opvattingen werd Van Eyck een van de vertrouwde vrienden en medewerkers van Verwey. Vanuit zijn poetica van de poëzie als de openbaring van een vergeestelijkt dichterschap koos hij positie in zijn kritische beschouwingen, waarbij ook het besef van algemene culturele verantwoordelijkheid een rol speelde. Vandaar de twee jaargangen van het tijdschrift Leiding (1930-1931). In 1947 ontving hij als eerste de Constantijn Huygensprijs en verleende de Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat.

Verwey, Albert (° Amsterdam, 1865-05-15 - ✝ Noordwijk aan Zee, 1937-03-08)

Nederlands dichter en letterkundige.

Autodidact, wijdde zich geheel aan dichtkunst en literatuurstudie. Met Kloos was hij de leidende figuur van De Nieuwe Gids. De egocentriciteit en het estheticisme van de meeste Tachtigers leidden tot zijn uittreden uit de redactie in 1889. Daarna ging hij een eigen weg, die uitmondde in de tijdschriften Tweemaandelijksch Tijdschrift, later De Twintigste Eeuw genaamd (met Van Deyssel) en het uiterst belangrijke en vernieuwende De Beweging (1905-1919), waarvan hij tot het einde de leider was. Verwey verdedigde hierin een wijsgerige poëzieopvatting, met 'de Idee' als centraal begrip. Deze leer werkte hij uit in talrijke bundels, abstract van aard maar met een bijzonder hechte compositie. Als letterkundige toonde Verwey voorkeur voor de traditie en voor figuren als Spiegel en Potgieter. Ook bezorgde hij in 1934 een volledige Vondeluitgave. In 1924 werd Verwey hoogleraar te Leiden.

Verwey, Albert (° 1865 - ✝ 1937)

Nederlandse dichter en essayist die in 1885 met enkele gelijkgezinden De Nieuwe Gids oprichtte. Vier jaar later verliet hij de redactie om samen met Lodewijk van Deyssel in 1894 het Tweemaandelijksch Tijdschrift voor letteren, kunst, wetenschap en politiek op te richten. Dat blad werd in 1902 omgedoopt in De xxe Eeuw, waar Verwey in 1904 uitstapte om alweer een nieuw blad op te richten, m.n. De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde.