De Opdebeek-uitgave bevatte geen inleiding, voorwoord, volgorde of nummering van eerste of laatste deel, noch de opgave van het aantal volumes. Ze vermeldde enkel dat het om een 'Nieuwe Druk' ging. In dat verband schreef Streuvels in de inleiding van zijn bijdrage: Vlaamsche uitgevers nemen het zoo nauw niet, zij gooien de boeken eenvoudig op de markt alsof het broodjes waren! Zij houden er waarachtig geen literair adviseur op na om hunne uitgaven, van het wetenschappelijk commentaar voorzien, bij het lezend publiek in te leiden. [...] het is den uitgever bekend hoe weinig de Vlaamsche lezer zich om den auteur en om al die bijzaken bekreunt, — het boek dat hij in handen krijgt, meent hij inderdaad kant en klaar uit de lucht gevallen, oorkomstig uit het Land-der-Verbeelding [...]. Bibliotheekgids, 3 (1924), p. 47-48
Show entire letter