Uw inleiding Lenteleven — of een fragment — worden opgenomen?[11]
"Lijsternest",
INGOYGHEM
Courtmans-Berchmans, Johanna D. (° Oudegem, 1811-09-06 - ✝ Maldegem, 1890-09-22)
Schrijfster.
Johanna Berchmans was gehuwd met J.B. Courtmans, leraar en auteur van schoolboeken. Na zijn dood in 1856 richtte zij in Maldegem een kostschool op, die zij ondanks felle katholieke tegenwerking in stand wist te houden. Aanvankelijk schreef zij gedichten, toneelstukken en schetsen. Maar de strijd tegen haar omgeving bracht haar er toe om vanaf 1860 een hele reeks tendensverhalen en romans te schrijven. Haar romans en novellen waren geïnspireerd door het plattelandsleven (hoofdzakelijk in het Meetjesland), de verfransing en de schoolstrijd. Ze schreef over de sociale crisis en de mensonterende levensomstandigheden van de landbouwers en landarbeiders. De sociale inslag en de kritiek op de tijdsomstandigheden geven haar werk documentaire waarde. In haar roman Bertha Baldwin greep ze terug naar het roemrijke Vlaamse Verleden en wou ze Consciences Leeuw van Vlaanderen een vrouwelijke tegenhanger geven. Het Geschenk van den Jager, over de tegenstelling tussen het plattelands- en fabrieksleven, werd in 1865 met de vijfjaarlijkse staatsprijs voor Nederlandse letterkunde bekroond.
Fonteyne, Jules (° Brugge, 1878-07-22 - ✝ Brugge, 1964-08-11)
Tekenaar - schilder.
Nadat Jules Fonteyne in 1897 als primus aan de Brugse Academie afstudeerde, kreeg hij zijn verdere opleiding in Brussel en aan het Hoger Instituut van Antwerpen, waar hij de prijs behaalde voor graveerkunst. Hij reveleerde als grafisch kunstenaar met zijn eenvoudige illustraties voor het Kerstekind van Stijn Streuvels (1910). In oktober 1914 vertrok hij met zijn familie naar Engeland, waar hij onder invloed van de Prerafaëlieten kwam te staan. Na de oorlog keerde hij terug naar België en tekende er veel kerkmeubels voor de opnieuw opgebouwde kerken. In 1920 werd hij als leraar in de toegepaste kunsten aangesteld aan de Academie. In 1924 werd hij er directeur. Fonteyne manifesteerde zich vooral als etser-tekenaar. Van zijn hand zijn talrijke affiches, prentkaarten en portretten (o.a. een aantal potloodtekeningen en een profieltekening in 1912 van Streuvels, van Jozef Dochy, van Karel de Flou,...) bewaard. Hij vervaardigde ex-librissen en illustreerde talrijke boeken, o.a. van Streuvels (Het Glorierijke Licht en Morgenstond, Sint Jan, De Boomen, Vertelsels van Gokkel en Hinkel; De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant).Zijn tekeningen zijn altijd voluit figuratief en af en toe zelfs suggestief. Bij voorkeur heeft hij in zijn tekeningen de volkse mens geportretteerd zoals hij die in het Brugge van zijn tijd kon observeren.
Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Vriamont, Joris (° Lijssem, 1896-11-23 - ✝ Brussel, 1961-02-28)
Schrijver, vertaler en muziekuitgever.
Hij baatte in de Brusselse Regentiestraat een muziek- en pianohandel uit en schreef en vertaalde in zijn vrije tijd. Zijn oeuvre is qua omvang zeer beperkt maar belangrijk omdat het zo origineel is en ingaat tegen zowel belegen traditie als modieuze nieuwlichterij. Zijn fantastische verhalen, geschreven in een merkwaardig soepele taal vol neologismen en archaïsmen maar zonder een spoor van het 'sappige' dialectische waarop zoveel auteurs uit het interbellum een beroep deden, ademt een heidense, libertijnse geest. Door het werk van Vriamont waait het kosmopolitisme dat Vermeylen, met wie hij trouwens bevriend was, bepleitte. Vriamont stond ook in contact met James Ensor, Paul Valéry, Maurice Ravel en Paul Claudel, wiens eerste vertaler in het Nederlands hij vermoedelijk is geweest. Hij heeft ook proza van Van de Woestijne (Afwijkngen) in het Frans vertaald.
Opdebeek, Lode (° Brussel, 1869-06-19 - ✝ Antwerpen, 1930-05-04)
Uitgever, auteur en journalist.
Lid van het genootschap De Distel. Lode Opdebeek stichtte in 1887 het tijdschrift De Vlaamsche Wacht. Begin 1895 werd hij redacteur van het Vlaams-Brusselse weekblad Vlaamsch en Vrij, waar Streuvels zijn eerste prozaschetsen publiceerde. Het jaar daarvoor had hij, samen met zijn oom J. Vergaert de Nationale Drukkerij opgericht te Brussel, die omstreeks 1900 onder eigen naam werd voortgezet. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vestigde Opdebeek zich met zijn gezin te Laren (Noord-Holland), waar hij medewerker werd van De Vlaamsche Stem. Na de oorlog werd de uitgeversactiviteit te Antwerpen voortgezet. De uitgeverij werd bekend om haar volksromans en jeugd- en schoolboeken. Zowel onder zijn eigen naam als onder diverse pseudoniemen (L. Van Laeken, R. Van Fienen, G. Raal, B. Koenen, K. Bouter) schreef Opdebeek diverse journalistieke artikelen, populaire biografieën, vaderlands-historische romans, sprookjes en vertellingen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Gabriël (1895-1979).