<Resultaat 593 van 2531

>

Blijde-Inkomststraat, 77.

Weled[ele] Heer Frank Lateur,
Het Lijsternest,
Ingooigem.

DIENST:
Uitgeverij

Geachte Heer Lateur,
Prof[essor] Boon overhandigt mij zooeven uw kaartje van gisteren betreffende uw handschrift.[1]
Wil opmerken dat hijzelf het ontving op 6 Oktober en het mij ter hand stelde op 15; onmiddellijk stuurde ik het aan een tweede jurylid, waarvan ik het reeds terugkreeg op 21, en dienzelfden dag vertrok het naar E[erwaarde Heer] Sobry, Klein Seminarie, Roeselare, die het thans nog in zijn bezit heeft. Ten overstaan van deze "vitesse" begrijp ik uw ongeduld niet; die heeren hebben natuurlijk nog bezigheden buiten het keuren van onze handschriften.
Ik durf te hopen dat gij er nog wel enkele dagen geduld zult bijdoen, niet waar?
Hoogachtend.
Uw d[ienst]w[illige],
(handtekening Eduard Amter)
LEUVEN 4.XI.1930
Den Weled[elen] Heer Frank Lateur,
letterkundige,
Het Lijsternest,
Ingooigem.
 

Annotations

[1] D.i. de briefkaart van Stijn Streuvels aan het Davidsfonds van 3 november 1930. Uit talrijke inzendingen koos een Keurraad voor de boeken wat het beste was voor het Davidsfonds.

Register

Naam - persoon

Boon, Arthur (° Blaasveld, 1883-04-07 - ✝ Jette, 1938-01-03)

Vlaams filoloog, priester.

Volgde de humaniora aan het Klein Seminarie van Mechelen, waar hij op 22-jarige leeftijd tot priester gewijd werd. Daarna studeerde Boon te Leuven Germaanse filologie onder meer bij Carolus Lecoutere, die hij in 1921, na het weren van Jules Persyn, onvoorbereid moest opvolgen voor de neerlandistiek. Voordien had Boon eerst als leraar op het Mechelse Sint-Romboutscollege een Vlaamse studentenbond gesticht en geleid, daarna als oorlogsvrijwilliger met andere aalmoezeniers aan soldaten de kans geboden humaniora-examen af te leggen in de taal van hun keuze. In 1925 luidde de vervanging van de na een langdurige ziekte overleden Emiel Vliebergh door Boon de bloeiperiode van het Davidsfonds in. Hij nam er een jonge secretaris, Eduard Amter, over. Diens werkkracht kwam de voorzitter, zeer snel getekend door een hartkwaal, erg gelegen. Onder het beleid van de tandem Boon-Amter beleefde het Davidsfonds een sterke groei van zowel het ledenaantal als de activiteiten. De vereniging werd opengesteld voor nationalisten, ondanks de toenemende spanningen met de katholieke partij. Tegelijkertijd hielp hij nationalistische uitwassen in het Leuvense studentenmilieu te bestrijden. Maar binnen het Fonds moesten alle Vlaamsgezinde gelovigen elkaar buiten en boven de partijpolitiek kunnen vinden. Zijn aandeel in de start van de Katholieke Vlaamsche Radio-Omroep (1927) en het Nationaal Instituut voor Radio-omroep, dat hem in zijn dagelijks bestuur opnam (1931), droeg, samen met zijn aanstelling in 1930 als lid van de Hoge Raad voor Volksopleiding, verder tot Boons aanzien bij.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Sobry, Paul (° Ieper, 1895-06-16 - ✝ Leuven, 1954-01-25)

Priester, retoricaleraar, hoogleraar aan de Leuvense universiteit.

Sobry volgde humanioria aan het bisschoppelijk college in Ieper, de stad waar zijn vader burgemeester was. Daarna studeerde Sobry filosofie aan het Klein Seminarie van Roeselare. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verbleef hij tot januari 1915 in Londen, daarna in het Ierse Limerick waar hij zijn studies tot eind 1915 voortzette. Toen werd hij als brancardier naar het front gestuurd, onder andere in Diksmuide en Steenstrate. Hij kwam er in contact met Cyriel Verschaeve. Na de oorlog was hij getuige ter ontlasting bij het proces van Houthakker Maurits Geerardyn. In 1919 zette Sobry zijn studie voort aan het Grootseminarie in Brugge. Drie jaar later werd hij tot priester gewijd. Van 1922 tot 1924 volgde hij de kandidaturen klassieke filologie in Leuven. Sobry was tot 1928 lid van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond, waar hij de extreme vleugel verdedigde. Van 1924 tot 1931 was hij retoricaleraar aan het Klein Seminarie van Roeselare. In 1931 ging hij studeren aan de universiteiten van Nijmegen, Münster, Oxford, Cambridge, Heidelberg, Straatsburg en Birmingham. Drie jaar later promoveerde hij tot doctor in de moderne letteren en werd tot hoogleraar benoemd aan de Leuvense universiteit. Hij doceerde er onder meer vergelijkende literatuurgeschiedenis, moderne Nederlandse letterkunde en esthetica. Een jaar later werd hij docent aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen in Antwerpen, waarvan hij van 1945 tot 1949 rector was. Vanaf 1938 was Sobry voorzitter van het literair genootschap Met Tijd en Vlijt. Hij werkte aan tal van tijdschriften mee waaronder Dietsche Warande en Belfort, Nieuw Vlaanderen (1934-1944), Universitas, Ons Leven, Boekengids. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd Sobry gemobiliseerd als aalmoezenier en maakte hij de exodus naar Frankrijk mee. In het eerste oorlogsjaar werkte hij nog sporadisch aan Nieuw Vlaanderen mee en maakte hij deel uit van een groep Leuvense academici die studiewerk voor de naoorlog verrichtte. In 1942 werd hij benoemd tot erekanunnik van het bisdom Brugge. In 1947 trad hij toe tot de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (waarvan hij vijf jaar later voorzitter werd) en tot de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. In 1952 was hij gastdocent aan de universiteit van Washington. Bij zijn terugkeer richtte hij te Leuven het Instituut voor Literatuurwetenschap op.

Indextermen

Naam - persoon

Boon, Arthur
Lateur, Frank
Sobry, Paul