- 1) Van een paar dingen wenscht men dat ze wat verdoezeld zouden worden. B[ij]v[oorbeeld] sommige details in Hoofdstuk VIII — "de vertrouwelijke mededeelingen door de kloosterzusters aan Alma gedaan (bl[ad]z[ijde] 100-101) zijn van aard om bij eenvoudige menschen de gedachte te laten ontstaan als zouden onze kloosters niets anders zijn dan... vergaarbakken van teleurstelling en miserie. Het mag wel doorschemeren dat ook achter kloostermuren ontgoochelingen te wachten staan, en alle vocaties aldaar niet even sterk en zuiver zijn, maar met eene zekere voorzichtigheid.— ook suggereert het opkomen van de zinnelijk-wellustige liefde in Alma (bl[ad]z[ijde] 67) misschien te veel het beeld van bloote dierlijkheid... althans voor teedere zielen."
- 2) Een lid van den Keurraad meent dat het wat lang duurt eer het schip van wal steekt.
- 3) En nu deel ik U dan in vertrouwen mee wat E[erwaarde] Heer Sobry aanmerkt over de mystische en asketische elementen in het boek: "er zijn passages (o[nder andere] op bl[ad]z[ijde] 46, 60, enz[ovoort]) waar Streuvels blijkbaar theorieën van ascese en mystiek verwerkt. Ik kan den indruk niet ontkomen dat die passages te veel rieken naar theorie, niet genoeg versmolten zijn met het vloeiende leven uit Alma naar God en uit God in Alma. En trouwens is er geen tegenspraak tusschen bl[ad]z[ijde] 103 b[ij]v[oorbeeld] waar Streuvels zelf de speculatieve beschouwingen over godsvrucht als onpassend voor Alma voorstelt, en b[ij]v[oorbeeld] bl[ad]z[ijde] 46 waar zooveel zware abstracte theorie in Godes inspraken ligt ingeweven."
Toon volledige brief