Den 21.12.1935
Herrn Stijn StreuvelsIngoyghem
bei Kortrijk
Hochverehrter Herr Streuvels!
Empfangen Sie herzlichen Dank für Ihre reizende Karte vom Erechtheion, die mich sehr gefreut hat.[1] Das ist der richtige Hintergrund für die "Gefälschte Göttin"![2] Wir freuen uns, daß Ihnen dieses Buch Spaß gemacht hat, und auch Herr Kluge wird sich freuen, dies zu hören.
Heute kann ich Ihnen nun zu meiner Freude mitteilen, daß endlich eine vernünftige Einigung mit Herrn Pohl erreicht worden ist.[3] Wir werden ihm aus unserer eigenen Tasche noch eine Abfindung für seine Beteiligung an "Knecht Jan" und an "Prütske" bezahlen, und dann scheidet er so gut wie vollkommen aus. Wir haben das Abkommen in einem Zusatz-Vertrag zu dem Vertrag über "Knecht Jan" und zu dem über "Prütske" formuliert und mit unserer Unterschrift an Herrn Pohl geschickt;[4] Herr Pohl teilt uns heute mit, daß er die Zusatzverträge bereits an Sie weitergeschickt habe, und zwar den Vertrag über "Knecht Jan" direkt und den Vertrag über "Prütske" über Fr[äu]l[ein] Schmülling, die ihn mitunterzeichnen muß. Ich hoffe, daß dies alles richtig funktioniert, und würde mich herzlich freuen, wenn dieses neue Abkommen, das einen unhaltbaren Zustand endlich beseitigt, noch vor Weihnachten perfekt würde. Es wird [2]uns allen mehr Ruhe zum Arbeiten verschaffen, viele Briefe sparen und auch dem tapferen Fräulein Schmülling einen Alpdruck von der Brust nehmen.
Ich schicke einen Durchschlag der Verträge an Herrn Nimtz.
Mit verehrungsvollen Grüßen und allen guten Weihnachtswünschen für das ganze Haus Lateur, auch von meinem Teilhaber,[5]
Ihr verehrungsvoll ergebener
(handtekening Adolf Spemann)
(handtekening Adolf Spemann)
Annotations
[1]
Cf. briefkaart van Stijn Streuvels aan Adolf Spemann van 13 december 1935. Op de voorzijde van de briefkaart zien we het Erechtheion, een Ionische tempel aan de noordkant van de Akropolis, tegenover het Parthenon. Volgens de Griekse mythologie is het gebouwd op de exacte plaats waar Athena en Poseidon hun wedstrijd hielden om het bezit van Athene. In 421 v. C. werd begonnen met de bouw. Na een tijdelijk stilleggen van de werken van 414 tot 409 v. C. werd het Erechtheion voltooid in 406 v. C. Vermoedelijk was de architect Mnesikles, die voordien reeds de Propylaia ontworpen had.
[2]
Kurt Kluge, Die gefälschte Göttin. Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., 1935.
[3]
Streuvels had op 29 september 1934 een langlopende overeenkomst afgesloten met Gerhart Pohl als literair-agent. Tijdens zijn bezoek aan het Lijsternest op 8 april 1935 had Spemann de overeenkomst met Pohl mogen inzien.
Voor het contract van Prütske waren weer eens drie handtekeningen nodig geweest: die van Streuvels, die van Spemann en ook nog die van Pohl. Ik ben van Uw meening, schreef Streuvels aan Nimtz, dat Dr. Spemann (en de uitgeverij Engelhorn) een heel ander slag menschen zijn, waarmede men gerust en in vertrouwen kan handelen. En het is feitelijk een fataal toeval dat wij Dr. Sp niet eenige weken eerder ontdekt hebben, om alzoo de tusschenpersoon Pohl uit te schakelen,- die feitelijk verder - nu de zaken bij Engl zoo staan - wij hadden kunnen missen, en hetgeen hem nu als 1/3 uitbetaald wordt, aan ons beiden ware ten goede gekomen. Maar... het is nu zoo. H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 226, p. 265; brief van Streuvels aan Nimtz, d.d. 13.02.1935, Letterenhuis, S 935/B2
Ondertussen had Streuvels met een brief van 30 mei 1935 het akkoord Streuvels-Pohl met directe ingang opgezegd. In deze brief stond: Für "Liebeshandel" soll grundsätzlich der bisherige Zustand noch gültig bleiben, jedoch mit der Maßgabe, daß der Vertrag dafür von Engelhorn entworfen werden soll.
[4]
De contracten voor Knecht Jan en Prütske worden nu bewaard in het Letterenhuis (S 935/C). Het 'Zusatzvertrag' voor Knecht Jan werd op 17 december 1935 door Engelhorn Verlag opgesteld en ondertekend, op 20 december door Gerhart Pohl. Streuvels ondertekende het als allerlaatste op 24 december 1935. Het 'Zusatzvertrag' voor Prütske werd op 17 december 1935 door Engelhorn Verlag opgesteld en ondertekend, op 20 december door Gerhart Pohl. Hermine Schmülling zette haar handtekening op 24 december onder het akkoord, Streuvels ondertekende het als allerlaatste op 27 december 1935.
[5]
D.i. Paul Schumann
