<Resultaat 545 van 2531

>

MECHELEN,
Adeghemstraat, 25

Den Heer Stijn Streuvels.
Letterkundige te
Ingoyghem bij Kortrijk

Zeer Geachte Heer,
Begin November verschijnt bij ons een Letterkundige Almanak voor Vlaanderen, samengesteld uit literaire bijdragen van Vlaamsche Jongeren.[1]
Dit boek wordt opgeluisterd met een twintigtal oorspronkelijke houtsneden van onze vooraanstaande houtsnijders zooals de gebroeders Cantré, Minne, Van Straten, Stuyvaert en ook Frans Masereel.[2] We schreven naar laatstgenoemden om een snede uit Kerstwake te hebben, maar Masereel verwees ons naar U, die de eigenaar van deze snede schijnt te zijn.
Derhalve vragen wij U in bruikleen het Winterlandschap uit Uw Kerstwake en zouden U zeer dankbaar zijn indien wij dit blokje van U in bruikleen mochten ontvangen. U kunt aldus helpen tot het welgelukken van een boek, dat een duidelijk en actueel beeld moet geven van ons oplevend Vlaanderen.[3]
Mogen wij van U nog iets vernemen betreffende die Kerstnovelle, waarover wij destijds correspondeerden?[4]
Ondertusschen verblijven wij zeer dankbaar en met de meeste hoogachting,
DE SPIEGHEL
uitgeversbedrijf - verzendboekhandel - antiquariaat
GOOSSENS & C[ompagnie]
(handtekening Korneel Goossens)

Annotations

[1] De Letterkundige Almanak voor Vlaanderen verscheen in 1930, onder redactie van Urbain Van de Voorde, Marnix Gijsen, A.J. Mussche, August Van Cauwelaert en Firmin Van Hecke, bij Het Kompas te Mechelen en De Spieghel te Amsterdam. In het voorwoord omschrijft Urbain Van de Voorde de opzet van deze Almanak: Van drie literaire generaties werd hier werk samengebracht, zoodat wij, uitgegaan van het onmiddellijke vooroorlogsch geslacht en een plaats inruimend aan de allerjongsten, gepoogd hebben een zoo trouw en zoo volledig mogelijk beeld te geven van den huidigen stand der Jongere Vlaamsche letteren. Ook zegt hij dat deze Almanak een voorlopige aanvulling is voor soortgelijke Hollandse almanakken, die ontoereikend bleken wegens 'de onvoldoende aandacht die ze aan de Vlaamsche literatuur wijdden'. Achteraan bevindt zich een alfabetische lijst van de medewerkers.
[2] De gebroeders Jozef en Jan-Frans Cantré, Joris Minne, Henri Van Straten en Frans Masereel vormden samen De Vijf, een beweging van houtsnijders die in de jaren 1920 een vernieuwing bracht in de Vlaamse houtsnijkunst. Hun werk was uitdrukkelijk bepaald door theorieën en sociaal engagement. Stuyvaerts houtsneden waren, in tegenstelling tot die van De Vijf, hoofdzakelijk gericht op illustratie. GWP, deel 15, p. 16; Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 7, kol. 712-716
In de Letterkundige Almanak voor Vlaanderen werden van de genoemde houtsnijders volgende houtsneden opgenomen: 'Pan' van Jan Frans Cantré; illustratie bij Sprookjes uit den Vreemde (dr. H. Van Tichelen) van Victor Stuyvaert; illustratie uit De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt (Felix Timmermans) van Henri Van Straten; twee houtsneden van J. Fr. Cantré bij verzen van M. De Doncker; illustratie van Henri Van Straten uit De Pastoor uit den bloeyenden Wijngaerdt door Felix Timmermans; 'De redenaar' van Frans Masereel; 'Een schoone noen' van J.Fr. Cantré; 'Steamer' van Joris Minne; 'Boerenkop' van J.Fr. Cantré; illustratie van Joris Minne uit Intermezzo door Paul Van Ostayen (Uitgaven der Bibliophielen-Ver. 'Tijl'); 'Oud man' van J.Fr. Cantré;
[3] Blijkens de brief van Korneel Goossens aan Stijn Streuvels van 21 oktober 1929 weigerde Streuvels de bedoelde houtsnede uit Kerstwake voor de Letterkundige Almanak ter beschikking te stellen.
[4] Cf. hiervoor de brieven van Korneel Goossens aan Stijn Streuvels van 19 en 23 augustus 1929.

Register

Naam - persoon

Cantre, Jozef (° Gent, 1890-12-26 - ✝ Gent, 1957-08-25)

Houtsnijder.

Jozef Cantré was zoals zijn oudere broer, de houtsnijder Jan-Frans (1866-1931), leerling aan de Gentse Academie van Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Jean Delvin. Cantré stond onder invloed van het sociale realisme van Constantin Meunier maar ook van het symbolisme van George Minne. In 1914 werd hij lid van de Gentse Belgische Werkliedenpartij (BWP). Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde Cantré zich in de Gentse Socialistische Jonge Wacht en in de Vredesgroep der Socialistische Partij, waarvan hij een tijdlang voorzitter was. Samen met andere Jonge Wachten schreef hij zich begin november 1916 als vrije student in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. Hij ontwierp in opdracht van de Hoogeschoolbond een 'Gedenkpenning ter herinnering aan de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool'. In maart 1918 aanvaardde hij een tijdelijke betrekking als tekenmeester aan diezelfde 'Vlaamsche Hoogeschool'. Aan het eind van de oorlog verhuisde Cantré naar Nederland. In maart 1919 werd hij uit de Gentse BWP gestoten, samen met onder andere Edgar Alleman en Johan Lefèvre. In het proces van de Vlaamsche Hoogeschool werd hij in juli 1920 door het assisenhof van Oost-Vlaanderen tot vijf jaar cel veroordeeld. In 1930 keerde hij terug naar Gent en kwam in contact met de intellectuelen van het socialistische Geestesleven, zoals Paul-Gustave Van Hecke en Frits Van den Berghe. Cantré kreeg nu opdrachten van de Belgische staat, zoals het memoriaal Peter Benoit in Harelbeke (1934). In datzelfde jaar ontwierp hij het grafmonument voor René De Clercq op het kerkhof van Lage Vuurse (Nederland). Bij de onthulling was hij verontwaardigd over het optreden van Nederlandse fascisten die de Romeinse groet brachten. Cantré repliceerde met de gebalde antifascistische vuist. In 1938 gaven August Balthazar en Emile Langui hem de opdracht om het monument voor Edward Anseele te kappen. Het standbeeld, in Schots Balmoral-graniet, werd in 1948 onthuld. In 1941 werd Cantré lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Via Anseele (jr.) kreeg hij talrijke openbare opdrachten (een reliëf in het Centraal Station in Brussel, 1953; het reliëf en de fries van het EGW-gebouw aan het Gentse Zuidplein, 1954). Verder illustreerde hij een aantal publicaties van de socialistische uitgeverij De Vlam. Bij zijn dood werd de 'socialistische kunstenaar' uitgebreid gememoreerd in de socialistische pers. Zijn socialistisch-activistische 'jeugdzonde' werd daarbij vergeten.

Masereel, Frans (° Blankenberge, 1889-07-31 - ✝ Avignon, 1972-01-03)

Vlaams schilder, tekenaar, graficus, beeldhouwer, ontwerper van mozaïeken en theaterdecors.

Masereel studeerde aan de academie te Gent bij J. Delvin en vestigde zich in 1915 te Geneve, waar hij als karikaturist en illustrator meewerkte ...

Minne, Joris (° 1897-05-11 - ✝ 1988-03-31)

In Oostende geboren houtsnijder die vooral in Antwerpen woonde en werkte. In 1919 was hij medestichter van het tijdschrift 'Lumière'. Tijdens het interbellum maakte hij samen met Frans Masereel, Jan-Frans Cantré, Jozef Cantré en Henri Van Straten deel uit van De Vijf, een artistieke groep die de Vlaamse houtsnijkunst nieuw leven inblies. In 1927 werd hij professor aan de Brusselse Nationale Hogere School voor Bouwkunst en Sierkunsten ("Ter Kameren").

Stuyvaert, Victor (° 1897-11-05 - ✝ 1974-04-02)

Gentse houtsnijder, illustrator, aquarellist en etser.

Van Straten, Henri (° Antwerpen, 1892-10-05 - ✝ Antwerpen, 1944-09)

Houtsnijder, lithograaf en kunstschilder.

Als leerling van Edward Pellens (houtgravure) aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen en van J.J. Aerts aan de Rijksacademie van Amsterdam leerde Henri Van Straten het vak van houtsnijder en lithograaf. In 1914 werd hij gemobiliseerd en als krijgsgevangene geïnterneerd in Nederland. Kort na de wapenstilstand keerde hij naar België terug, waar hij zijn eerste album, L'Après-midi d'un Faune realiseerde. Door deze uitgave kwam Van Straten in contact met de groep jongeren van 'Lumière', waarvan hij kort nadien deel ging uitmaken en waarin hij een zeer grote rol heeft gespeeld (o.a. in het marionettentheater van de groep). Van Stratens eerste houtgravures waren modernistisch. Aanvankelijk werden ze beïnvloed door expressionistische en kubistische tendensen en onderging hij enige invloed van Masereel, maar al spoedig ontwikkelde hij zijn eigen thema's (havenwereld, onderdrukten, nudisten etc.). Van Straten illustreerde o.a. De Gulsigheydt van Willem Ogier (1921), Het Gesprek in Tractoria van F. Toussaint van Boelaere (1923) - beiden bij De Sikkel uitgegeven; De Pastoor van den Bloeyenden Wyngaert van Felix Timmermans en Bei uns in Deutschland van Ernest Claes. Vanaf de jaren 1937-1938 legde Van Straten zich toe op de lithografie. Hij kwam jammerlijk om bij de bevrijding van Antwerpen. Officieel is zelfs de juiste datum van zijn overlijden niet bekend.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Kerstwake (1928). [verhaal]
[Eerste druk], Antwerpen, L. Opdebeek, Kerstdag 1928, 68 + [IV] p., 22 x 17,7 cm.
Extra info:
Houtsneden van Frans Masereel. Colofon: 'Deze oorspronkelijke uitgaaf van Kerstwake bestaat uit een oplaag van 200 exemplaren op Velin Van Gelder genummerd van 1 tot 200 - Gedrukt op de pers van den Eikelaar te Kortrijk en voltooid in de maand november van 't jaar negentien honderd acht en twintig.'
Streuvels, Stijn, Kerstwake (1928).
Voorpublicatie
  • Van Munster's Kerstboek 1928, p. 3-20.
  • Fragment - Gudrun, X, 1928, p. 111-113.
Druk
  • [Eerste druk], Antwerpen, L. Opdebeek, Kerstdag 1928, 68 + [IV] p., 22 x 17,7 cm.
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1929].
  • [Tweede druk], in: Kerstvertellingen, Brugge, Uitgave 'Wiek op', 1939, p. 115-147.
  • Derde druk, in: Stijn Streuvels' Werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, [1941], p. 709-755.
  • [Vierde druk], in: Kerstvertellingen, in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel X., Kortrijk, 't Leieschip, [1954], p. 93-129.
Streuvels, Stijn, Kerstvertelsel (1929). [verhaal]
[Eerste druk], Mechelen, Het Kompas, 1929, 45 + [III] p., 22,5 x 17,5 cm.
Extra info:
Met pentekeningen. Colofon: 'Van deze uitgaaf — gedrukt op de pers van den Eikelaar te Kortrijk en voltooid in de maand November van het jaar negentien honderd negen en twintig — werden 175 exemplaren getrokken op Velin Van Gelder genummerd van 1 tot 175.'
Streuvels, Stijn, Kerstvertelsel (1929).
Voorpublicatie
  • Elsevier's Geïllustreerd maandschrift, XXXIX, 1929, dl. 78, p. 391-404 (december).
Druk
  • [Eerste druk], Mechelen, Het Kompas, 1929, 45 + [III] p., 22,5 x 17,5 cm.
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1930].
  • [Tweede druk], De vreemde verteller. Kerstverhaal. [Kerstvertelsel]. Amsterdam, Uitg. Roman-, Boek- en Kunsthandel H. Nelissen, [1938], 32 p. (omslag inbegrepen), 14,8 x 11 cm.
  • [Derde druk], in: Kerstvertellingen, Brugge, Uitgave 'Wiek Op', 1939, p. 65-87.
  • [Vierde druk], in: Kerstvertellingen, in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel X., Kortrijk, 't Leieschip, [1954], p. 130-154.