Utrecht 24 Maart 1932.
den heere Stijn Streuvels letterkundigeHet Lijsternest Ingoyghem.
Hooggeachte Heer Streuvels,
inderdaad heeft het al te lang geduurd, en ik kan mij Uw ongeduld levendig indenken.[1] Maar mag ik U meteen zeggen dat een overdreven drukte met verschillende nieuwe plannen mij langer gebonden hield, dan ik kon verwachten.
Wij nemen Uwe uitgave gaarne aan, en hadden eigenlijk reeds lang tot uitgave besloten, doch de manier waarop, daarover waren we het nog niet met ons zelf eens. Ik zou U daarom willen vragen of het mogelijk is dat U mij in de week tusschen 1 en 7 April a[anstaande] ontvangt, om eens mondeling over een en ander van gedachten te kunnen wisselen.
Ik wilde U namelijk voorstellen met het boek een nieuwe serie uitgaven te openen, welke ik mij voorstel nog dit jaar het licht te doen zien. Mijn weg voert me in die dagen in Uw buurt, en me dunkt, we worden het spoediger over illustraties et[ ]c[etera] eens in een gesprek dan al correspondeerend.
Ik hoop dat U het boekje "De Bries"[2] wat ik U hiernaast doe zenden, zult willen aanvaarden als een bewijs van mijn bewondering, vooral voor Uw "Oude Wiking", waarover ik nog gaarne eens met U spreken wil.[3] Ook voeg ik nog twee nummers van De Gemeenschap bij, waarin twee novellen, n[amelijk] Deducant te angeli, en Werkverschaffing.[4] Ik vertrouw dat U tijd zult vinden een en ander te lezen voor mijn bezoek ten Uwent, zoodat er nog een vak-technisch praatje uit kan groeien. Maar... is het U te taai of te kortaf, verjaag er dan de laatste koude mee, en geloof mij, evenzeer Uw bewonderaar als dienstvaardige uitgever om.
Met bijzondere Hoogachting,
de gemeenschap-uitgevers Utrecht
(handtekening Albert Kuyle)
(L.M.A. Kuitenbrouwer)
dir[ecteur]
dg
k[uitenbrouwer]/k[uyle]
(handtekening Albert Kuyle)
(L.M.A. Kuitenbrouwer)
dir[ecteur]
Hoor ik even van U of U, en op welke dag het meest geschikt, me kunt ontvangen? Liefst hoor ik een paar data, omdat mijn reis me nog al klemt. K[uyle]
Annotations
[1]
Albert Kuyle reageert hier op Streuvels' brief van 22 maart 1932.
[3]
Albert Kuyle wilde een stuk uit dit boek opnemen in het tijdschrift De gemeenschap.
[4]
Dit zijn twee novellen van Albert Kuyle:
- Albert Kuyle, 'Deducant te Angeli', in: De gemeenschap, 7 (1931), p. 124-132 (maart).
- Albert Kuyle, 'Werkverschaffing', in: De gemeenschap, 7 (1931), p. 522-539 (november-december).
