Dr. G/T
Jngoyghem b[ei] Kurtryk
Westflandern.
8. September 1933.
Herrn Stijn StreuvelsJngoyghem b[ei] Kurtryk
Westflandern.
Sehr verehrter Herr Streuvels,
zunächst danken wir Jhnen für Jhren freundlichen Gruss, den uns eine Karte von Fr[äu]l[ein] Schmülling übermittelt hat.[1] Die Belegexemplare Jhrer "Letzten Nacht" werden Sie inzwischen erhalten haben. Wir hoffen, dass Jhnen die Ausstattung des Büchleins gefallen hat und dass es durch weiteste Verbreitung kommenden Büchern von Jhnen in Deutschland neue Wege bahnen wird.
Die Ueberweisung Jhres Honoraranteils haben wir schon beim Devisenkommissar beantragt, in den nächsten Tagen wird er wohl an Sie abgehen können.[2]
Jn ausgezeichneter Hochachtung
ergebenst
Albert Langen - Georg Müller Verlag ergebenst
G[esellschaft mit beschränkter Haftung]
(handtekening Schub)
Annotations
[1]
Op 12 augustus 1933 schreef Hermine Schmülling aan Streuvels: Denken Sie, heute bekam ich von Köln Staufen-Verlag die Mitteilung, sie hätten meine "ausgezeignete Übertragung" von "Prütske" in der Täglichen Rundschau gelesen und möchten es gerne ganz oder zum Pressevertrieb und ev. zur Herausgabe erwerben. Ich habe das sofort Korfiz Holm in München mitgeteilt, auch das wichtigste aus Ihrem letzten Brief beigefügt, auch betont, wenn sie d.h. der Verlag diesen Pressevertrieb nicht wünschten, dann aber als Gegenleistung eine Veröffentlichung von Prütske in Aussicht stellen möchten. Es wäre ja doch das beste, wenn Langen-Müller es in der bekannten geschmackvollen kultivierten Form herausbrächte, ich finde meine Übersetzung noch nicht einwandfrei und muss noch viel daran feilen und umarbeiten. Sobald ich Bescheid aus München habe, setze ich Sie über alles in Kenntnis. Brief in Letterenhuis, S 396/B
De vermelde kaart van Schmülling aan Albert Langen - Georg Müller Verlag vonden we echter niet meer terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Volgens artikel 2 van het contract voor Letzte Nacht (oorspronkelijke Duitse titel: "Durchwachte Nacht") dat op 28 maart 1933 door Albert Langen - Georg Müller Verlag te München werd opgemaakt en op 3 april 1933 door Stijn Streuvels werd ondertekend, moesten Streuvels en vertaalster Hermine Schmülling als honorarium eine Tantieme von 5 % (fünf Prozent) vom Ladenpreis des in Pappband gebundenen Exemplares, der auf 80 Pfg. festgesetzt wird, jeweils bei Erscheinen einer Auflage für diese ganze gedruckte Auflage im voraus ontvangen. Zowel Streuvels als Schmülling moesten ook nog eens elk 15 gebonden presentexemplaren krijgen (cf. artikel 5).
Schmülling had er voor gezorgd dat enkele door haar vertaalde kerstverhalen van Streuvels in december 1932 in enkele kranten konden verschijnen, maar Streuvels verlangde de verhalen ook gebundeld op de markt te brengen. Ondanks aandringen van Schmülling wou de uitgeverij Langen-Müller voorlopig geen kerstverhalen van Streuvels meer uitbrengen, uit vrees de verkoop van Das Christkind te schaden; bovendien vond ze de verhalen niet hetzelfde niveau halen als Das Christkind. Schmüllings brief aan Streuvels van 10 maart 1933 bevat een afschrift van een brief van uitgeverij Langen - Müller, waarin de uitgevers wel voorstelden Kerstwake in de reeks met goedkope uitgaven, de Kleine Bücherei, onder te brengen. Die Herrn van de uitgeverij Langen - Müller vonden het wegens de unerquicklichen inhoud niet geschikt om als kerstgeschenk aan te prijzen. De voorgestelde titel "Durchwachte Weihnacht" moest vervangen worden door "Durchwachte Nacht", om bij de kopers niet de verwachting te wekken dat het een verhaal was zoals Das Christkind. Op 30 juni 1933 zou de uitgeverij uiteindelijk besluiten Kerstwake onder de titel "Letzte Nacht" uit te brengen. Schmülling 'verklaarde' zich nader: besonders gelungen finde ich das nicht, aber der Verlag muß ja auch die verkaufstechnische Seite ins Auge fassen, und was nützt der schönste Titel, wenn es hinterher nicht gekauft wird? Brieven van Hermine Schmülling aan Stijn Streuvels in Letterenhuis, S 396/B
