<Resultaat 122 van 2531

>

Waarde Heer Lateur,
Ik zorg er voor, dat in eenige tijdschriften een vertelsel verschijnt met 't printje erbij! o[nder andere] Ons Volk,[1] Ons Land,[2] Zonneland.[3]
Hoe ik werk? 1. 't werk staat op de lijst mijner uitgaven; 2. een bijzondere reklame werd rondgezonden. 3. Aan tal [van] tijdschriften zond ik recensieexemplaren 4. Aan al de boekhandels deed ik aanbiedingen (o[nder andere] De Standaard is reeds aan zijn tweede honderd, De Boekenhalle bestelde heden zijn 2de vijftig, enz[ovoort]) — zonder van de 2000 voor Holland te spreken.[4] Ik heb bewerkt dat er misschien 1000 naar Zuid-Afrika vertrekken. De "Vertelsels" werden reeds vermeld in De Schelde,[5] Vlaanderen[6] & Ons Volk ontwaakt.[7] — Bij elke verzending boeken, die vertrekt steken reklamen. De recensies zullen beginnen verschijnen o[nder andere] in 't e[erstkomende] n[umme]r van Bibliotheekgids (met een cliché).[8]
In "Gudrun" heb ik NIETS te zeggen: 'k ben alleen drukker.[9] J[uffrou]w Putman ontving 2 recensieexemplaren en zal in 't mein[umme]r wel voor de bespreking zorgen.[10]
In de opvoedkundige tijdschriften zal er bijzonder over gesproken worden,[11] omdat de vertelsels met printjes dienstig zijn voor 't onderwijs volgens de nieuwste methoden. E[erwaarde Heer] D[octo]r Decoene, bestuurder der Thorhoutsche Normaalschool in 't Vl[aamsch] Opvoedkundig Tijdschrift[12] en Edw[ard] Peeters in 't Schoolblad v[oo]r Vlaanderen.[13]
Voor al de hooger opgegeven zaken is reeds gezorgd en nog meer.
't Beste bewijs, dat ik het verschijnen aangekondigd heb, is de verkoop! Moest ik het aan niemand bekend gemaakt hebben, niemand zou bestellingen doen.
[2]
De handelsprijs is 4 fr[ank] zooals we ondereen overeenkwamen, ingezien de uitgave van Genoveva.—
't Papier, dat me voor uw boek — n[ame]l[ijk] een uitgave met lijnteekeningen — als 't best geschikt werd aangewezen door den fabrikant, is 't bepaald niet en we hebben er heel veel moeite mede gehad. Een jong uitgever leert ten zijnen koste | 't kan niet anders. Nu heb ik de vergelijking met andere uitgaven gemaakt: 't papier is zachter en nu zal de les wel niet verloren gaan. 't Werk wordt onder technisch oogpunt, toch niet zoo slecht beoordeeld. E[erwaarde Heer] Verschaeve vond het heel lief! (Hij las ook met genoegen de Vertelsels)
Om nu zelf iets te drukken, heb ik geen tijd. Indien U iets hebt voor mij, dat ik aanvaarden kan, zal ik het moeten elders laten drukken. Ten ware ik tijd kon vinden bij den terugkeer (met Paschen) uit 't leger van mijn twee flinkste gasten-machiengeleiders. — Ik zal in elk geval mijn best doen, mijn uiterste best en ik hoop, dat u gaarne een jongen vl[aamschen] uitgever, die eerlijk is en wil vooruitkomen, helpen zult. — 'k Spreek u eens bij gelegenheid wat 'n uitgave als Vertelsels, zooal kost: misschien vermoedt ge 't wel niet! — Boven de 12.000 fr[ank] onkosten heb [ik] nu reeds aangeteekend! — Aan de Boekhandels wordt het toch maar aan 2.40 fr[ank] - 3 fr[ank] verkocht! —
In afwachting hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Het weekblad Ons volk ontwaakt werd opgericht als een der eerste Vlaamse geïllustreerde bladen en was bedoeld als wegbereider voor De Standaard. Het blad werd aanvankelijk uitgegeven door de s.v. Volksontwikkeling te Antwerpen (met ingang van 7 september 1911). Later, in 1919, nam de n.v. De Standaard de hele s.v. over, inclusief het weekblad. De leiding berustte bij Alfons Van de Perre en Arnold Hendrix, die hun Katholiek Vlaamsch Secretariaat bij de zaak betrokken. Het blad werd in Antwerpen geredigeerd in de kantoren van dit Secretariaat. De redactie werd als vanzelf toevertrouwd aan Ernest Claes, werkzaam als bestuurder en enige bediende van het Katholiek Vlaamsch Secretariaat. Spoedig werd een aparte hoofdredacteur voor het blad aangetrokken in de persoon van Alfons Martens. In 1918 verhuisde men naar Brussel. Het weekblad bracht populariserende artikelen en schonk grote aandacht aan Vlaamse figuren. Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 308-310; Elektronische NEVB
De vertelling 'Advokaat Meerlaar' verscheen met illustratie in: Ons Volk ontwaakt, 9 (1923), 12, p. 139.
[2] De vertellingen 'Van de Mane' en 'De Vos en de Katte' verschenen met illustratie in: Ons Land in woord en beeld, 5 (1923), 12, p. 189.
[3] Zonneland is een tijdschrift voor kinderen van 10 tot 12 jaar. De eerste stappen op het gebied van de uitgeverij van de abdij te Averbode, omstreeks 1875, beperkten zich tot litanieën en bidprentjes. Er werden eigen tijdschriften opgericht en in januari 1920 werd door de promotoren van de Eucharistische Kruistocht Zonneland opgericht. Het 'weekblaadje voor de katholieke Vlaamsche jeugd' werd uitgegeven en gedrukt door de Goede Pers/Altoria te Averbode. Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 397
De vertelling 'Gemeen gespuis' verscheen met illustratie in: Zonneland, 4 (1923), 14, p. 124-126.
[4] In Nederland werden de boeken op de markt gebracht door de Amsterdamse uitgeversmaatschappij L.J. Veen.
[5] De Schelde: het groote morgenblad van Antwerpen (15 april 1919 - 15 november 1936) was de voortzetting van het dagblad Het Vaderland dat te Antwerpen op 15 december 1918 het licht zag. De nummering liep gewoon door. De titelwijziging kwam er om verwarring te vermijden met gelijknamige bladen in België en Nederland. De Schelde had aanvankelijk dezelfde liberaal Vlaamsgezinde strekking als Het Vaderland. Vanaf 1921 werd de krant onder impuls van hoofdredacteur Pol De Mont de spreekbuis van Het Vlaamsche Front. Op 15 november 1936 werd De Schelde herdoopt tot Volk en Staat. Elektronische NEVB
[6] Vlaanderen is een nationalistisch weekblad dat verscheen van 14 mei 1922 tot 31 december 1933, met als ondertitel 'weekblad tot verspreiding der Vlaams-nationale gedachte'. Het blad had zijn oorsprong in het half geheime genootschap 'Veem ick wijck niet af' (1919) waarbij Robrecht De Smet, Cyriel Verschaeve en Jozef Goossenaerts betrokken waren. Elektronische NEVB
[7] Vertelsels van 't jaar Nul stond vermeld op de lijst van de te winnen boeken in de rubriek 'Kent gij uw Land?' in Ons Volk Ontwaakt. Eerste vermelding in: Ons Volk Ontwaakt, 9 (1923), nr. 10, 11 maart 1923, p. 113.
[8] In 1922 startte Eugène De Bock met de uitgave van een, door Lode Baekelmans opgericht, algemeen literair-kritisch tijdschrift, De Bibliotheekgids, het orgaan van de Vereniging van Vlaamse bibliothecarissen. Eugène De Bock, Een uitgever herinnert zich, p. 42
Een recensie van Eugène De Bock over Vertelsels van 't jaar nul en de illustratie van Jules Fonteyne bij het verhaal 'De wolf en de mensch' verscheen in De Bibliotheekgids, 1923, 2, p. 93-94. De Bock schreef: Moge dit zeer goedkope boek (4 fr. voor 96 blz. geïll!) in alle huizen doordringen waar kinderen zijn.
[9] Gudrun, het tweemaandelijkse tijdschrift van de katholieke Vlaamse meisjes- en vrouwenbeweging. Het besluit tot uitgave van het tijdschrift werd genomen op 27.04.1919 ten huize van Maria Brughmans, op een door haar belegde vergadering met Julia Putman en Joris Lannoo. Het tijdschrift werd gedrukt en uitgegeven bij Lannoo en stond van 1920 tot 1926 onder hoofdredactie van Putman. Elektronische NEVB
[10] Van Willem Putman verscheen een positieve recensie over Vertelsels van 't jaar Nul in Gudrun, 4 (1923), 5, p. 163-164. Hij schreef: een gedroomd boekje voor kinderen en voor het volk. [...] ik verkies deze vertelsels ver boven zijn vroegeren Reinaart De Vos. Hier is een gestyleerde eenvoud. Sommige vertelsels zijn zoo "modern" dat ze best in het vroegere "Ruimte" zouden verschenen zijn, al komen ze ook van een "tachtiger" waarover iemand 'n uitvaartklok heeft geluid.
[11] Vertelsels van 't jaar Nul werd door A. Olvoet aanbevolen voor schoolbilbliotheken in het Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift, (1922), p. 538: Het mooi uitgegeven leesboekje bevat 29 sprookjes, hoofdzakelijk dierenverhalen. Streuvels schijnt meer en meer pret te voelen in 't schetsen van dierendoeningen, in lossen eenvoudigen, humorvollen verteltrant.
[12] Het Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift werd in 1918 opgericht door Alberic De Coene en Frans de Hovre.
In een lezing gehouden op het Vlaamsch Congres te Brugge op 6 augustus 1922 pleitte A. De Coene voor grondige veranderingen in het onderwijssysteem en voor de oprichting van de volksschool. De voorbije oorlog zag hij als het bewijs dat zulke hervormingen noodzakelijk waren. Concreet wees hij op het gevaar van het overdreven intellectualisme. De overschatting van het weten en van het verstand, ten koste van de ontwikkeling van den wil en het karakter heeft onzen tijd ziek gemaakt, schreef hij. Ook moest men opkomen tegen het individualisme, dit door nadruk te leggen op een breede, principieele zedelijke leiding, een maatschappelijke en civieke opvoeding van christelijk standpunt uit. Daarbij is gezagsvertoon uit den boze. Het oude stelsel, met zijn tuchtoptreden, met zijn machtsvertoon, straffen en belooningen, moet verdwijnen, geen verbiedend en gebiedend gezag meer. A. Duclos, 'Hoe ver staan we wetenschappelijk? in: Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift, 1922, p. 6-12
[13] Het Schoolblad voor Vlaanderen (Brussel, Libertas) werd in 1920 opgestart door Edward Peeters als weekblad voor onderwijs en opvoeding. Uit het tijdschrift groeide de Vlaamsche Opvoedkundige Vereeniging (1922). Lexicon van Westvlaamse schrijvers, deel 5, p. 106 Doel van het weekblad was: Vrije en alzijdige ontwikkeling van opvoeding en onderwijs in de Vlaamsche school, en, zoo mogelijk, ook in het Vlaamsche huisgezin. Voor Peeters hield dit de idee in dat in een sfeer van verdraagzaamheid alle opinies aan bod zouden kunnen komen. Als overtuigd Vlaamsgezinde liet Peeters niet na te eisen dat het onderwijs in Vlaanderen Vlaams moest zijn. Toen een zieke Peeters in 1922 de redactie zelf niet meer kon verzorgen, nam zijn echtgenote, Maria, deze taak over. Elektronische NEVB

Register

Naam - persoon

De Coene, Alberic (° Wevelgem, 1883-09-02 - ✝ Brugge, 1958-11-09)

Priester.

Studeerde thomistische wijsbegeerte en theologie aan de KUL. Leraar, later directeur van de Normaalschool te Torhout, in 1933 lector aan de KUL. Stichtte, samen met Frans de Hovre, het Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift in 1918.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Peeters, Edward (° Berchem, 1873-05-09 - ✝ Sint-Andries, 1937-10-08)

Pseudoniemen: E. Van Hove, Yours, Frits van 't Hof, Paul Kiroul, Victor Rax, E.D.D.J.

Pedagoog en schrijver.

Hij was onderwijzer aan het KA te Oostende, een pionier van de pedagogie in Vlaanderen en één van de grondleggers van de vergelijkende pedagogie als wetenschappelijke discipline. In 1907 stichtte hij de Nouvelle Bibliothèque Pédagogique en in 1910 het Bureau International de Documentation Éducative, de voorloper van het Bureau International d'Éducation in Genève. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte Peeters naar Nederland waar hij in 1915, te Oostburg, een school stichtte voor kinderen van Belgische vluchtelingen. In 1920 richtte hij, opnieuw in België, het Schoolblad voor Vlaanderen op, dat hij tot 1923 leidde; uit de redactie van dit blad groeide de Vlaamsche Opvoedkundige Vereniging (1922). In zijn laatste levensjaren schreef Peeters, als Paul Kiroul, een 150- tal sprookjes voor kinderen, wat hem tot een pionier van de Vlaamse jeugdliteratuur maakt. Wordt over het algemeen beschouwd als de pionier én van de pedagogische beweging in Vlaanderen én van het Vlaamse kinderboek.

Putman, Willem (° Waregem, 1900-06-07 - ✝ Brugge, 1954-09-03)

Vlaams schrijver, zoon van de boekhandelaar en toneelschrijver en -uitgever Palmer Putman. Toneelauteur.

Hij werd beschouwd als een vroegrijp genie en ontpopte zich tot een modieus veelschrijver. Hij schreef toneelstukken, werd theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant, debuteerde als romancier en publiceerde twee bundels theaterkritiek. Beroepshalve werkte hij van 1922 tot 1926 als ambtenaar, meer bepaald als vertaler, bij het ministerie van justitie, en van 1926 tot 1944 als rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in de provincie West-Vlaanderen. Volgens Robert Verschuere had Streuvels 'aanvankelijk een grote waardering voor de schrijver Willem. Alhoewel letterkundig begaafd [...] was Willem vooral op muzikaal gebied zeer begaafd. Het was een veelzijdig talent, een fijnzinnig artiest als romancier en toneel-schrijver. Streuvels beweerde dat Willem op tienjarige leeftijd grote stukken speelde van wereldberoemde meesters.'

Putman, Willem (° 1900 - ✝ 1954)

Letterkundige. Aanvankelijk schreef hij toneel onder het pseudoniem 'Willem Hegeling'. 1922 1926 was hij ambtenaar bij het ministerie van Justitie, 1926 1944 rijksinspecteur van de openbare bibliotheken in West-Vlaanderen. Intussen was hij ook dramaturg en theatercorrespondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Tot zijn voornaamste werken uit die periode horen het realistische Het oordeel van Olga (1920) en de impressionistisch-romantische drama's Het stille huis (1921) en Mama's kind (1923). Van belang voor de geschiedenis van het Vlaamse toneel in het interbellum is zijn Tooneeldagboek 1926-1938 (1939).

Verschaeve, Cyriel (° Ardooie, 1874-04-30 - ✝ Solbad Hall, 1949-11-08)

Pseudoniemen: Droevaert, J.V.H., I. Oorda, Peisere, Zeemeeuwe.

Vlaams-nationalistisch priester en leraar te Tielt, waar hij nog les gaf aan Joris Lannoo, en een grote invloed op hem heeft uitgeoefend. Verschaeve speelde een belangrijke rol in de Vlaamse studentenbeweging AVKS, die hij in een nationalistische richting stuurde. Tijdens de oorlog werd zijn kapelanij een drukke ontmoetingsplaats voor vele jonge Vlaamse soldaten, intellectuelen zowel als volksjongens. Hij werd hoe langer hoe radicaler, o.a. in zijn steun aan de Frontbeweging en in zijn briefwisseling met Joris Van Severen. Hij publiceerde enkele bijdragen in Vlaanderen (1922-1923). Vanaf 1924 werd er bij bisschop Waffelaert aangedrongen op maatregelen tegen Verschaeves groeiende invloed op de studenten-beweging. De bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme van 11.10.1925 betrof dan ook in grote mate precies Verschaeve. Hierna evolueerde hij nog meer in scherp anti-Belgische zin. Vanaf WOII werd hij, als idealistische en compromisloze dwepersnatuur, een idool in kringen van Vlaamsgezinde, katholieke intellectuelen. Daarnaast schreef hij ook een breedvoerig en omvangrijk literair oeuvre; hij was zowel dichter, essayist als dramaturg.

Naam - uitgever

De Vlaamsche Boekenhalle

In 1916 richtte Alfons De Groeve, samen met Arnold Smits, uitgeverij-boekhandel De Vlaamsche Boekenhalle op. In 1919 kwam De Groeve met zijn uitgeverij en boekhandel naar Leuven, waar hij zich in de Naamsestraat vestigde. In 1920 werd De Vlaamsche Boekenhalle te Leuven uitgebouwd tot een samenwerkende vennootschap. In 1921 bestonden er naast de vestigingen in Leuven en Leiden nog boekhandels te Gent ('Artes') en Mechelen. De zaak liep evenwel niet zoals verhoopt en in 1926 stopte De Groeve alle uitgeversactiviteiten. De boekhandel werd overgenomen door de n.v. Standaard Boekhandel. In 1929 werd De Vlaamsche Boekenhalle formeel ontbonden en overgenomen door de sinds 1907 te Leuven bestaande Vlaamsche Drukkerij.

Standaard Boekhandel

De Standaard Boekhandel vond zijn oorsprong in het weekblad Ons Volk Ontwaakt, dat in 1911 een boekhandel begon. In 1919 werd de boekhandel een onderdeel van het dagblad De Standaard en kreeg ze de naam De Standaard Boekhandel. In 1924 werd De Standaard Boekhandel een zelfstandige Naamloze Vennootschap. De krant De Standaard werd de grootste aandeelhouder. Op dat moment deed Maurits De Meyer zijn intrede als directeur van de boekhandel. Hij bleef in deze functie werkzaam tot 1960. Zijn opdracht bestond erin de filialen in Brussel en Antwerpen uit te bouwen en een breed uitgavenfonds op te zetten. Een eerste belangrijke uitbreiding van de Standaard Boekhandel vond plaats in 1926. Er werd een afdeling geopend in de Naamsestraat in Leuven door de overname van de Vlaamsche Boekenhalle, toen de enige Vlaamse boekhandel in de universiteitsstad. Op 1 oktober 1933 gebeurde dat in Gent, met de overname van de boekhandel Siffer. In de jaren '30 behoorde Streuvels tot het literaire fonds van de uitgeverij met werken als Lenteleven (1938) en De teleurgang van den Waterhoek (1939). Gedurende de Tweede Wereldoorlog bleef de Standaard Boekhandel onder de leiding van De Meyer gewoon verder werken. Precies tijdens die periode kwam er als gevolg van de leeslust van de mensen een samenwerking met de drukkerij-uitgeverij Lannoo tot stand bij het uitbrengen van de Lijsternestreeks .

De uitgeverij opende zijn eerste boekhandel in 1919 te Brussel onder de naam 'Afdeeling Boekhandel van de n.v. De Standaard'. In 1920 werd een tweede boekhandel geopend te Antwerpen.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Vertelsels van 't jaar nul ten tijde dat de uilen praken (1922). [bundel]
[Eerste druk], Thielt, J. Lannoo, 1922, 92 + [IV] p., 20,7 x 16 cm. Streuvels' Volksboeken.
Inhoud:
Extra info:
Met prentjes versierd door Jules Fonteyne.
Streuvels, Stijn, Vertelsels van 't jaar nul ten tijde dat de uilen praken (1922).
Druk
Streuvels, Stijn, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921). [bewerking]
[Eerste druk], Leuven, Uitgave van de Sam. Venn. 'De Vlaamsche Boekenhalle', ten jare O.H. MDCCCCXXI, 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
Extra info:
Met teekeningen versierd door Jules Fonteyne.
Streuvels, Stijn, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921).
Voorpublicatie
  • Het Vlaamsche Land, II, 1921, nr. 42 t.e.m. 50 (15 januari t.e.m. 12 maart).
Druk
  • [Eerste druk], Leuven, Uitgave van de Sam. Venn. 'De Vlaamsche Boekenhalle', ten jare O.H. MDCCCCXXI, 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1921], 95 + [I] p., 21,1 x 16,7 cm. Streuvels' Volksboeken
  • [Tweede druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1951], 95 + [I] p., 22 x 17,4 cm.
  • Derde druk, [Brugge], Desclée de Brouwer, [1956], 103 + [I] p., 24,3 x 17,8 cm.