Waarde Heer,
Ik ga heel en al akkoord met de bepalingen nopens het uitgeven van Kerstekind vermeld in uw schrijven v[an] Zaterdag l[aatst]l[eden] Oplage: 5000 ex[emplaren] Verkoopprijs: 5 fr[ank]; eereloon 2500 + 600 = 3100 fr[ank][2] —
De juiste datum van verschijnen kan ik niet bepalen, doch ik meen dat we vóór einde Augustus zeker klaar zijn, indien ik voor 15n Juli de fabrikatie papier voor dit werk ontvang.
Weet u dat er reeds ± 32 bl[ad]z[ijden] van 't Kerstekind gezet zijn en dat ik heb moeten stop zetten![3] Daarbij ik ben zinnens eerder een volledige verzameling der echte oude Plantijnelzevier te koopen en al mijn bijzonderste uitgaven met dezen letter te drukken.[4] Ik verwacht heel in 't korte de vereffening der oorlogsschade[5] en dan koop ik onmiddellijk. — Daar zult u waarschijnlijk nog meer in vinden.
Ik kan niet gelooven, dat Veen in Holland goedkooper kan gedrukt krijgen en beter dan hier. 1° er wordt hier 800 à 900 fr[ank] per 16 bl[ad]z[ijde] druks, papier inbegrepen, gevraagd, dat maakt ± 130 gulden! 2° een sterker bewijs: al de drukkers in Vl[aanderen], die er een beetje moeite willen voor doen, drukken voor Hollandsche uitgevers, omdat het hier minder kost. 't Is jammer, want dan zal de prijs voor Vlaanderen weer ongenaakbaar zijn voor de meeste beurzen.
In afwachting hoogachtend.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Deze brief is duidelijk een antwoord op Streuvels' brief van 23 juni 1923. Vermoedelijk klopt de datum van deze brief niet.
[2]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 23 juni 1923. Deze voorwaarden werden ook op die manier in het contract opgenomen.
[3]
Uit de briefkaart van Lannoo van 25 mei 1923 bleek al dat men begonnen was met het zetten van Het kerstekind. Dit werk moest hij op vraag van de firma Veen enkele dagen later stopzetten, zoals blijkt uit de brief van Lannoo aan Streuvels van 29 mei 1923.
[4]
Dit als antwoord op Streuvels' voorstel om de 'Erasmus-Mediaeval' van De Roos aan te schaffen.
De Elsevier behoort, net als de 'Erasmus', tot de Mediaeval-lettersoorten en is eigenlijk de Franse benaming voor de Renaissance-romein. In 1858 werd de serie Elzévir door Théophile Beaudoire ontworpen. De letter werd genoemd naar het vooraanstaand Nederlands drukkersgeslacht Elsevier. Drukletters. Hun ontstaan en hun gebruik, p. 43 en 53
[5]
Na anderhalve maand Duitse bezetting werden in Tielt, het hoofdkwartier van het Vierde Duitse leger onder leiding van hertog Albrecht von Württemberg, de drie drukkerijen Minnaert, Vervenne en Lannoo opgeëist om voor de Duitsers te werken. Alle door de Duitsers bevolen aanplakbrieven, bekendmakingen en ordemaatregelen werden gedrukt op de persen van Lannoo. In 1923 werd Lannoo een schadevergoeding uitbetaald voor het morsige optreden van de Duitsers. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 107-108, 157
