[1] Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 26 januari 1925.

[2] De oorspronkelijke bundel Kerkhofblommen bestaat uit verschillende delen, te weten 'Kerkhofblommen' zelf, 'Bezoek bij 't graf', 'Nog eens', 'Jaargetijde', 'Het Kruis', 'Uit het Italiaansch', 'R.I.P.', 'Het kindeke van de dood', 'Gouden Roozen', 'Zielgedichtjes' en vanaf 1888 ook 'Aanteekeningen'. Met 'het ééne groote stuk' wordt 'Kerkhofblommen' bedoeld, al dan niet samen met 'Bezoek bij 't graf' en 'Het kindeke van de dood'.

[3] De 'Stadensche' Kerkhofblomme verwijst opnieuw naar het eerste deel 'Kerkhofblommen'. Als voetnoot bij deze titel schreef Guido Gezelle: Geplukt en bewaard ter nagedachtenis van zaliger Mijnheer Eduard van den Bussche, geboren te Staden, in West-Vlaanderen, op den 10 Januarij 1840; student in poësis en lid der Congregatie van O.-L.-V. Onbevlekt Ontvangen in 't kleen Seminarie te Rousselaere, overleden op zijne geboorteparochie, den 3den van Mariamaand, in 't jaar O.H. J.-C. 1858. Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Vijftiende druk. Schooluitgave. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. Het onderdeel is dus vernoemd naar de geboorte- en sterfplaats van Eduard Van den Bussche, de jongeman wiens dood Gezelle ertoe gebracht heeft in twee dagen tijd dit werk te schrijven.

[4] In het geval van de vijftiende uitgave (schooluitgave) van Kerkhofblommen zouden nog twee andere delen worden opgenomen: 'Bezoek bij 't graf' en 'Het kindeke van de dood'.

[5] Als inleiding wordt Caesar Gezelles voorwoord op de achtste druk van Kerkhofblommen overgenomen.