Prutske en Reinaert werden persoonlijk aan d[e ]h[eer] De Ceuleneer aangeboden minstens een paar maand geleden, ik meen na de dood van Moeder, dus ongeveer begin Mei. Hij kocht niets en beweerde nog ex[emplaren] te bezitten van Prutske. Dat hij slechts nu reageerde is zijn zaak: hij kon het even goed dadelijk na mijn bezoek gedaan hebben, doch heeft er me niets van gezegd. Misschien gebeurt het nu onder invloed van de verkoop van mijn colporteur. Hij heeft echter meer last met Prutske dan met Reynaert.
Show entire letter