17 9 '41.
Den Heer Frank Lateur,Ingooigem
Geachte Heer Lateur,
Uw schrijven van gister.[1] — Ik deel volstrekt uw meening niet, dat hier slechts een misverstand van woorden bestaat. Ik heb toch uitdrukkelijk in mijn schrijven aan d[e ]h[eer] Grymonprez verzet aangeteekend tegen de opname van "De Vlaschaard":[2] hoe zou anders d[e ]h[eer] Grymonprez alle gevolgen voor zijn rekening genomen hebben en U weet heel goed, dat een gecontrakteerde uitgave pas opnieuw vrij komt na uitputting van den voorraad of met instemming van den uitgever.
Indien ik een voorstel deed om een goedkoopere uitgave te laten verschijnen (n[ame]l[ijk] van "De Vlaschaard"),[3] dan moet ik U niet bewijzen, dat wat ik op de eene uitgave zou of kon verloren hebben, het op de andere zou ingewonnen hebben, waar ik nu feitelijk de uitgave afgenomen wordt, tegen mijn wil in en waar in de combinatie ALLES ten mijnen nadeele gedaan wordt!
Maar vermits we beiden een oplossing verlangen, moeten we die vinden... Uw voorstel om alles over te nemen, deed "Zonnewende" vroeger reeds, maar hier ziet U beiden niet, dat een uitgeverij niet alleen een finantieel standpunt heeft, — zooals trouwens ook een schrijver, meen ik, — maar dat er voor mij ook een eeregevoel en -kwestie bestaat. Indien U niets weet, van wat wij hier behandelen, wat zoudt U van mij denken, indien ik alle ex[emplaren] van "De Vlaschaard" verkocht bij honderden, die verder bij den boekhandel verkocht worden en dat ik inmiddels aan alle bestellers moet antwoorden, dat ik niets meer in voorraad heb? Alleen de vermoedens, die dergelijke toestand zouden kunnen verwekken, kunnen me niet doen besluiten op het voorstel in te gaan!
Er werd een fout begaan, die op geen gebied goed te praten is!... Wat zoudt U zeggen, indien ik nu tegen uw wil in "De Vlaschaard" toch maar zou gaan herdrukken? Het antwoord kan ik zelf geven en U zoudt voor mij niet zacht zijn en reden hebben!
De oplossing, die ik voorgesteld heb,[4] is er eene die U geen nadeel kan berokkenen en mij vergoeden voor wat gebeurd is, — tenzij U verder met "Zonnewende" reeds afgesproken is voor de verdere uitgave! Daarmee zou de heele zaak opgelost zijn, zonder dat er verder iets over bekend geraakt: "Zonnewende" geeft de jubileumuitgave uit[5] en ik verzet er mij niet tegen, maar ik geef bij uitputting van de loopende goedkoope uitgave à 20 fr[ank] opnieuw een andere goedkoope uitgave uit, die hoogstens 20 à 25 fr[ank] (volgens de uitvoering) zal kosten. Dat zal toch pas begin '42 zijn of later nog in de lente, indien de boeken verder goed gaan.
Buiten deze oplossing heb ik ook nog sedert Zaterdag verder een andere oplossing gezocht, maar ik ontdekte er totnogtoe geene, al wensch ik, dat dit zaakje onder ons opgelost wordt.
Inmiddels hoogachtend,
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] — Indien U het wenscht wil ik ook mondeling de zaak bespreken en zijt U hier
steeds welkom ofwel kan ik naar Kortrijk of naar Ingooigem komen. J[oris ]L[annoo]
steeds welkom ofwel kan ik naar Kortrijk of naar Ingooigem komen. J[oris ]L[annoo]
Annotations
[1]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 16 september 1941.
[2]
Cf. ook de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 13 september 1941.
[3]
Lannoo deed dit voorstel in zijn brief aan Streuvels van 5 september 1941.
[4]
Cf. hiervoor de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 13 september 1941.
[5]
De jubileumuitgave Stijn Streuvels' Werken verscheen bij Zonnewende naar aanleiding van Streuvels' zeventigste verjaardag.
