AMSTERDAM, 21 Juni 1924.
Den Wel[edelen] Heer STIJN STREUVELS,Ingoyghem.
Waarde Heer STREUVELS,
Naar aanleiding van Uw schrijven[1] deel ik U mede, dat de oplaag van de deeltjes in de "ELFENRIJ"[2] 2500 exemplaren bedraagt.
Wilt U zoo goed zijn mij mede te deelen hoeveel present-exemplaren U wenscht; ik zal deze dan gaarne aan U afstaan.[3]
Een vroeger schrijven hierover hebben wij niet van U ontvangen. Ik zal echter gaarne het Auteursrecht aan U overlaten en stel U voor het honorarium voor elken volgenden druk onveranderd te laten en in dezelfde verhouding tot den oplaag vast te stellen.[4]
Ik sluit hierbij een concept-contract[5] in en teeken met vriendelijken groet en de meeste hoogachting,
Uw d[ienst]w[illige],
(handtekening J.M. Meulenhoff)
Bijlage: (handtekening J.M. Meulenhoff)
1 concept-contract.
P[ostscriptum]. Vindt U 25 Exemplaren voldoende? Gaarne staan wij nog eenige exemplaren meer af.
AMSTERDAM
21.VI.1924
Den Wel[edelen] Heer STIJN STREUVELS,
Ingoyghem. (België).
Ingoyghem. (België).
Annotations
[1]
Deze brief van Streuvels vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Dit is de door Meulenhoff uitgegeven reeks De Elfenrij. Bibliotheek voor Sage en Sprook.
[3]
Volgens het contract voor Tristan en Isolde moesten Streuvels 25 exemplaren gratis ter beschikking gesteld worden.
[4]
Het contract (art. 3) vermeldt hieromtrent: Contractant ter andere zijde betaalt aan contractant ter eene zijde als honorarium f. 500.- (VIJF HONDERD GULDEN) voor den eersten oplaag van 3000 exemplaren en vervolgens voor elken nieuwen oplaag van 3000 exemplaren f. 500.- (VIJFHONDERD GULDEN).
[5]
Het contract tussen Meulenhoff en Streuvels voor Tristan en Isolde werd op 28 juni 1924 door beide partijen ondertekend.