<Resultaat 605 van 2531

>

UITGEVERIJ REGENBOOG
BESTUURDER : LODE RIGOUTS
BUREEL : VAN DAELSTRAAT,51,ANTWERPEN
(BORGERHOUT) POSTCHECKREKENING
L[ode] RIGOUTS 154535 - [bankrekening]: BANQUE
DE COMMERCE(AGENTSCHAP CARNOT)
CARNOTSTRAAT,ANTWERPEN - HANDELS-
REGISTER VAN ANTWERPEN NUMMER 7587
Aan den Heer Styn Streuvels
Letterkundige
Ingoyghem.

Geachte Heer Streuvels,
Ik verklaar my accoord met Uwe voorwaarden vervat in Uw schryven van 21 November laatstleden.[1]
Van CANTRé heb ik tot op heden nog geen hetminste nieuws ontvangen. U stelde hem toch op de hoogte onzer onderhandelingen? Gelieve my anders z'n adres te doen kennen dan kan ik my met hem in verbinding stellen.[2]
Hierby stuur ik U reeds enkele papiersoorten (Fransch papier,enz[ovoort]). Mogelyk is er iets tusschen naar Uw smaak.Ik heb ook nog verschillende papiersoorten in Holland in aanvraag.
Gaarne verdere berichten —
in afwachting met de meeste hoogachting.
UITGEVERY"REGENBOOG"
De bestuurder,
(handtekening Lode Rigouts)

Annotations

[1] Streuvels' brief aan Lode Rigouts van 21 november 1930 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2] Door het ontbreken van Streuvels' voorafgaande brief konden we niet met zekerheid achterhalen voor welke uitgave Jozef Cantré houtsneden aan het maken was. Mogelijk gaat het hier om Streuvels' werk De oude Wiking of Alma met de vlassen haren.
Op 20 november 1930 schreef Jozef Cantré aan Stijn Streuvels: Zoo even uwe brief goed ontvangen. Ik haast mij U te antwoorden dat er 3 blokken gesneden zijn. Deze gaan met de zelfde post mede: handdrukken. Die kunt ge houden, voor de uitgever zorg ik wel. De grootte is: 12,4 x 16,4. Dus nog 1 cm grooter. Er zal andere papier moeten genomen worden. Ik schrijf nog wel naar de "Regenboog" te Antwerpen en vraag vijftienhonderd frank en enkele ex. Ik zorg voor de laatste drie houtsneden nu ook te snijden. Stuur je mij dat letterproefje met de tekst die ik je stuurde terug, met keerende als het kan? Ik hoop dat het een volgende keer beter loopt? Brief in Letterenhuis, S 935/B2

Register

Naam - persoon

Cantre, Jozef (° Gent, 1890-12-26 - ✝ Gent, 1957-08-25)

Houtsnijder.

Jozef Cantré was zoals zijn oudere broer, de houtsnijder Jan-Frans (1866-1931), leerling aan de Gentse Academie van Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Jean Delvin. Cantré stond onder invloed van het sociale realisme van Constantin Meunier maar ook van het symbolisme van George Minne. In 1914 werd hij lid van de Gentse Belgische Werkliedenpartij (BWP). Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde Cantré zich in de Gentse Socialistische Jonge Wacht en in de Vredesgroep der Socialistische Partij, waarvan hij een tijdlang voorzitter was. Samen met andere Jonge Wachten schreef hij zich begin november 1916 als vrije student in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. Hij ontwierp in opdracht van de Hoogeschoolbond een 'Gedenkpenning ter herinnering aan de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool'. In maart 1918 aanvaardde hij een tijdelijke betrekking als tekenmeester aan diezelfde 'Vlaamsche Hoogeschool'. Aan het eind van de oorlog verhuisde Cantré naar Nederland. In maart 1919 werd hij uit de Gentse BWP gestoten, samen met onder andere Edgar Alleman en Johan Lefèvre. In het proces van de Vlaamsche Hoogeschool werd hij in juli 1920 door het assisenhof van Oost-Vlaanderen tot vijf jaar cel veroordeeld. In 1930 keerde hij terug naar Gent en kwam in contact met de intellectuelen van het socialistische Geestesleven, zoals Paul-Gustave Van Hecke en Frits Van den Berghe. Cantré kreeg nu opdrachten van de Belgische staat, zoals het memoriaal Peter Benoit in Harelbeke (1934). In datzelfde jaar ontwierp hij het grafmonument voor René De Clercq op het kerkhof van Lage Vuurse (Nederland). Bij de onthulling was hij verontwaardigd over het optreden van Nederlandse fascisten die de Romeinse groet brachten. Cantré repliceerde met de gebalde antifascistische vuist. In 1938 gaven August Balthazar en Emile Langui hem de opdracht om het monument voor Edward Anseele te kappen. Het standbeeld, in Schots Balmoral-graniet, werd in 1948 onthuld. In 1941 werd Cantré lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Via Anseele (jr.) kreeg hij talrijke openbare opdrachten (een reliëf in het Centraal Station in Brussel, 1953; het reliëf en de fries van het EGW-gebouw aan het Gentse Zuidplein, 1954). Verder illustreerde hij een aantal publicaties van de socialistische uitgeverij De Vlam. Bij zijn dood werd de 'socialistische kunstenaar' uitgebreid gememoreerd in de socialistische pers. Zijn socialistisch-activistische 'jeugdzonde' werd daarbij vergeten.

Rigouts, Lode (° Antwerpen, 1904 - ✝ Sint-Job-in-'t-Goor, 1970)

Oprichter en leider van de uitgeverij Regenboog te Borgerhout. Hij verwierf nadien enige bekendheid als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Naam - uitgever

Regenboog

Resoluut anti-traditionalistisch, ook naar de vormgeving modern, werkte van 1925 tot 1932 te Borgerhout de uitgeverij Regenboog, opgericht en geleid door Lode Rigouts (1904 - 1970), die nadien enige bekendheid verwierf als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd. Rigouts bracht prozawerk van Fritz Francken (Legenden, 1925), Filip De Pillecijn (De rit, 1927), Theo Bogaerts (Brusselsche krabbels, 1927), Lode Zielens (Het jonge leven, 1928), Victor J. Brunclair (De monnik in het westen, 1929), Victor De Meyere (De beemdvliegen, 1930), toneel van P.G. Buckinx (De tredmolen, 1926), poëzie van Frans De Wild (Het huis op de vlakte, 1926), V.J. Brunclair (De dwaze rondschouw, 1926), A.W. Grauls (Cantabile, 1929), Julia Tulkens (Heibloempjes, 1931) en de epische Pan-gedichten van Karel De Winter. Tot de laatste publicaties van Regenboog behoorden de 'memoires' Tien jaar in den Belgischen kerker (1930) en Vier jaar in 't land der Incas (1931) van August Borms. De allerlaatste was de vertaling van Drie Russische novellen (1932) van Stijn Streuvels. Een latere poging van Rigouts om een Vrije Boekengilde van linkse signatuur op te richten (1938) kwam niet van de grond. L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 107.

In een omzendbrief die het ontstaan van uitgeverij Regenboog aankondigde, stond onder andere: 'In Vlaanderen is geworden een Vlaamsch-Nationalistische uitgeversfirma REGENBOOG.' AMVC-Letterenhuis,R 296/D.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De oude wiking (1931). [vertaling]
[Eerste druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, 1931, 40 p., 24,5 x 19 cm.
Extra info:
Met houtsneden van Jozef Cantré.
Streuvels, Stijn, De oude wiking (1931).
Voorpublicatie
  • De Stem, IX, 1929, dl. 1, p. 1-17 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, 1931, 40 p., 24,5 x 19 cm.
Streuvels, Stijn, Alma met de vlassen haren (1931). [roman]
[Eerste druk], Leuven, Davidsfonds, 1931, 228 p., 20,2 x 14 cm. Davidsfonds nr. 234.
Extra info:
Penteekeningen van Frans Nackaerts.
Streuvels, Stijn, Alma met de vlassen haren (1931).
Druk
  • [Eerste druk], Leuven, Davidsfonds, 1931, 228 p., 20,2 x 14 cm. Davidsfonds nr. 234.
  • [Tweede druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, [1931], 228 p., 20,9 x 15,3 cm.
  • [Derde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel XI., Kortrijk, 't Leieschip, [1955], p. 7-226.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 1057-1234.

Indextermen

Naam - persoon

Cantré, Jozef
Rigouts, Lode
Streuvels, Stijn

Naam - uitgever

Regenboog

Titel - werken van Streuvels

Alma met de vlassen haren
De oude wiking