<Resultaat 614 van 2531

>

UITGEVERIJ REGENBOOG
BESTUURDER : LODE RIGOUTS
BUREEL : VAN DAELSTRAAT,51,ANTWERPEN
(BORGERHOUT) POSTCHECKREKENING
L[ode] RIGOUTS 154535 - [bankrekening]: BANQUE
DE COMMERCE(AGENTSCHAP CARNOT)
CARNOTSTRAAT,ANTWERPEN - HANDELS-
REGISTER VAN ANTWERPEN NUMMER 7587
den Heer Stijn Streuvels
INGOYGHEM

Geachte Heer,
In nader overleg met mijn medeuitgever in Holland,zijn wij besloten de houtsneden van den Heer Cantré niet te gebruiken.Wij hebben hem evenwel gevraagd,nogmaals eenige schetsen te willen maken.Indien hij ons deze toestuurt,zullen wij U deze ook voorleggen.
Indien zijn werk dan niet passend voor ons is,zijn wij genoodzaakt naar een andere teekenaar uit te zien.[1]
Inmiddels met beleefde groeten
Hoogachtend,
(handtekening Lode Rigouts)

Annotations

[1] Door het ontbreken van Streuvels' voorafgaande brieven konden we niet met zekerheid achterhalen voor welke uitgave Jozef Cantré houtsneden aan het maken was. Mogelijk gaat het hier om Streuvels' werk De oude Wiking of Alma met de vlassen haren.
Op 15 Januari 1931 schreef Regenboog aan Jozef Cantré: Het spijt ons werkelijk, dat wij de houtsneden, waarvan U ons een afdruk stuurde, niet zullen kunnen gebruiken voor onze uitgave van het boek door den Heer Stijn Streuvels. Mijn medeuitgever voor Holland, gaat niet accoord met het artistiek uitzicht dezer houtsneden. Indien U andere houtblokken wilt teekenen die ons voldoen (wij twijfelen absoluut niet aan de artistieke waarde dezer teekeningen — maar meenen enkel dat ze minder gunstig beantwoorden aan den daarbij passenden tekst), kunnen wij vrede nemen met Uw honoraar. Wij zouden U dan Frcs. 2000.- betalen, bij het verschijnen van het werk. Gelieve ons dan echter om alle teleurstelling, voor een van beiden, te verhoeden, ons eerst schetsen der teekeningen voor te leggen. Originele brief in Letterenhuis, R 296/B; deze brief werd samen met de brief van Cantré aan Streuvels, d.d. 16.01.1931, verstuurd
Op 16 januari schreef Jozef Cantré dan aan Streuvels: Hierbij het antwoord van Uitgeverij Regenboog. Ik heb het voorgevoel gehad dat er een kink in de kabel zou komen: het antwoord bleef té lang uit! Ik denk er niet aan voor die heeren nieuwe houtsneden te snijden en eerst schetsen te maken. Ze hebben zeker geen lust om het uit te geven en durven niets ander aanhalen. Wat denkt ge er van? Gaarne berichtje! [...] N.B. Ik wacht voor te antwoorden aan "Regenboog" tot ik uw advies ken. Brief in Letterenhuis, C 1483/B

Register

Naam - persoon

Cantre, Jozef (° Gent, 1890-12-26 - ✝ Gent, 1957-08-25)

Houtsnijder.

Jozef Cantré was zoals zijn oudere broer, de houtsnijder Jan-Frans (1866-1931), leerling aan de Gentse Academie van Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Jean Delvin. Cantré stond onder invloed van het sociale realisme van Constantin Meunier maar ook van het symbolisme van George Minne. In 1914 werd hij lid van de Gentse Belgische Werkliedenpartij (BWP). Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde Cantré zich in de Gentse Socialistische Jonge Wacht en in de Vredesgroep der Socialistische Partij, waarvan hij een tijdlang voorzitter was. Samen met andere Jonge Wachten schreef hij zich begin november 1916 als vrije student in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. Hij ontwierp in opdracht van de Hoogeschoolbond een 'Gedenkpenning ter herinnering aan de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool'. In maart 1918 aanvaardde hij een tijdelijke betrekking als tekenmeester aan diezelfde 'Vlaamsche Hoogeschool'. Aan het eind van de oorlog verhuisde Cantré naar Nederland. In maart 1919 werd hij uit de Gentse BWP gestoten, samen met onder andere Edgar Alleman en Johan Lefèvre. In het proces van de Vlaamsche Hoogeschool werd hij in juli 1920 door het assisenhof van Oost-Vlaanderen tot vijf jaar cel veroordeeld. In 1930 keerde hij terug naar Gent en kwam in contact met de intellectuelen van het socialistische Geestesleven, zoals Paul-Gustave Van Hecke en Frits Van den Berghe. Cantré kreeg nu opdrachten van de Belgische staat, zoals het memoriaal Peter Benoit in Harelbeke (1934). In datzelfde jaar ontwierp hij het grafmonument voor René De Clercq op het kerkhof van Lage Vuurse (Nederland). Bij de onthulling was hij verontwaardigd over het optreden van Nederlandse fascisten die de Romeinse groet brachten. Cantré repliceerde met de gebalde antifascistische vuist. In 1938 gaven August Balthazar en Emile Langui hem de opdracht om het monument voor Edward Anseele te kappen. Het standbeeld, in Schots Balmoral-graniet, werd in 1948 onthuld. In 1941 werd Cantré lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Via Anseele (jr.) kreeg hij talrijke openbare opdrachten (een reliëf in het Centraal Station in Brussel, 1953; het reliëf en de fries van het EGW-gebouw aan het Gentse Zuidplein, 1954). Verder illustreerde hij een aantal publicaties van de socialistische uitgeverij De Vlam. Bij zijn dood werd de 'socialistische kunstenaar' uitgebreid gememoreerd in de socialistische pers. Zijn socialistisch-activistische 'jeugdzonde' werd daarbij vergeten.

Rigouts, Lode (° Antwerpen, 1904 - ✝ Sint-Job-in-'t-Goor, 1970)

Oprichter en leider van de uitgeverij Regenboog te Borgerhout. Hij verwierf nadien enige bekendheid als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De oude wiking (1931). [vertaling]
[Eerste druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, 1931, 40 p., 24,5 x 19 cm.
Extra info:
Met houtsneden van Jozef Cantré.
Streuvels, Stijn, De oude wiking (1931).
Voorpublicatie
  • De Stem, IX, 1929, dl. 1, p. 1-17 (januari).
Druk
  • [Eerste druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, 1931, 40 p., 24,5 x 19 cm.
Streuvels, Stijn, Alma met de vlassen haren (1931). [roman]
[Eerste druk], Leuven, Davidsfonds, 1931, 228 p., 20,2 x 14 cm. Davidsfonds nr. 234.
Extra info:
Penteekeningen van Frans Nackaerts.
Streuvels, Stijn, Alma met de vlassen haren (1931).
Druk
  • [Eerste druk], Leuven, Davidsfonds, 1931, 228 p., 20,2 x 14 cm. Davidsfonds nr. 234.
  • [Tweede druk], Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, [1931], 228 p., 20,9 x 15,3 cm.
  • [Derde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige Werken. Deel XI., Kortrijk, 't Leieschip, [1955], p. 7-226.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 1057-1234.