Ingoyghem den 19 Januari '23
Waarde Heer,
Het doet mij genoegen dat Gij ten minste de "zachte ironie" in mijn boek bespeurd hebt! Gij zijt de eerste die er op wijst en de dwazerik uit de N[ieuwe Rotterdamsche] Courant[1] neemt het op de letter en ziet er niets in dan... zwaar-doenerij! een bewijs weeral dat humor en ironie producten zijn van lokale beteekenis en niet vatbaar voor... Chineezen.
Gij hebt misschien reeds vernomen dat ik met Paul Colin in onderhandeling ben over het vertalen en uitgeven van een paar mijner boeken?[2] Ik hoor dat gij zijn raadgever zijt in zake Vlaamsche literatuur,[3]— en vertrouw dus op uwen goeden smaak bij 't kiezen van een bekwamen vertaler. Ik hoop dat er iets goeds uit voortkomt.
Met genegen groet
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[1]
De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) was een leidinggevende Nederlandse krant van liberale signatuur die te Rotterdam verscheen van 1844 tot 1970. Lag samen met het Algemeen Handelsblad aan de basis van het (huidige) NRC-Handelsblad. Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie in vijfentwintig delen, deel 17, p. 266 Johan De Meester (1860-1931) speelde er als redacteur lange tijd een zeer invloedrijke rol als kunst- en literatuurcriticus.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant publiceerde regelmatig recensies over Streuvels' werk. Welk stuk en welke recensent Streuvels hier precies bedoelt kon door ons echter niet achterhaald worden.
[2]
De briefwisseling tussen Stijn Streuvels en Paul Colin bevindt zich in het Letterenhuis (S 935/B en C 3322/B). Voor Franse uitgaven (hier van Prutske of Minnehandel) bood Paul Colin zich aan, in wiens Franstalige tijdschrift Europe De Bock een Vlaamse letterkundige kroniek verzorgde. De Brusselse journalist en kunsthistoricus Colin hield echter zowel De Bock als Streuvels aan het lijntje. Het zou nog tot 1934 duren tot Colin (meerbepaald zijn echtgenote Betty Colin) voor een Franse Streuvelsvertaling zou zorgen: cf. brief van De Bock aan Streuvels van 21 december 1923.
[3]
Op 11 januari 1923 schreef Colin als directeur van het tijdschrift Europe aan Streuvels: M. Eugène de Bock d' Anvers me donnera tous les deux mois une chronique flamande et je ferai publier chaque année une ou plusieurs traductions des écrivains flamands [...]. En op 20 januari 1923: Pour la traduction, je compte m' adresser à M. Eugène de Bock, que vous connaissez certainement, et à qui je dois votre adresse. Il a accepté d' être mon consiller pour tout ce qui regarde les oeuvres flamandes ou hollandaises, et je lui demanderai de m' indiquer le meilleur traducteur qu'il connaît. Brieven in Letterenhuis, C 3322/B
