<Resultaat 354 van 2531

>

Meester Stijn Streuvels
Lijsternest
INGOYGHEM

Waarde Heer,
Mag ik U even herinneren aan mijn schrijven dato 28-10-25, inzake bloemlezing.[1] Ondertusschen heb ik ook de toestemming gekregen van Cyriel Verschaeve[2] en durf er vast op rekenen dat U onze reeks met uwe bloemlezing Stijn Streuvels: "Uit Mijn Werk" zal volledig maken.[3]
Indien uwe uitgever Veen zulks mocht wenschen ben ik bereid hem de alleen exploitaitie af te staan voor Holland van uwe bloemlezing en eventueel ook van de overige uit dezelfde reeks.
Heden stuur ik U 12 presentexemplaren van G[uido] Gezelle Volksvertelsels.[4]
Bij vergissing heeft de drukker 5000 ex[emplaren] getrokken van Gezelle: Volksvertelsels en 4000 ex[emplaren] Amaat Joos: Vertelsels van het Vl[aamsche] Volk[5] in plaats van omgekeerd.
Daar U alleen toestemming gegeven hebt voor 4000 ex[emplaren][6] stel ik U voor, U op 1 Maart (drie maand na verschijnen zooals overeengekomen) 1250 fr[ank] uit te betalen in plaats van 1000 frank. Ik hoop dat U hiermede accoord gaat.
Met hartelijke vlaamsche groeten
Namens de N[aamloze Vennootschap] Standaard-Boekhandel
(handtekening Maurits De Meyer)
Bestuurder.
BRUXELLES-BRUSSEL I.XII.1925
Meester Stijn Streuvels
Lijsternest
INGOYGHEM
 

Annotations

[1] De brief van de Standaard Boekhandel aan Stijn Streuvels van 28 oktober 1925 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2] Cyriel Verschaeve gaf de toestemming om een bloemlezing uit zijn werk bij de Standaard Boekhandel te laten verschijnen. Titelbeschrijving van deze bundel: Cyriel Verschaeve, Uit mijn werk. Brussel, Standaard Boekhandel, 1926.
[3] Een dergelijke bloemlezing uit Streuvels' werk is niet verschenen bij de Standaard Boekhandel.
[4] Vlaamsche volksvertelsels, opgeteekend door G. Gezelle. [Uitgegeven door M. De Meyer. Met gekleurde omslag en teekeningen door K. Rosseeuw]. Brussel en Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1925.
[5] Joos Amaat, Vertelsels van het Vlaamsche volk. Brussel, Standaard Boekhandel, 1926.
[6] Streuvels gaf deze toestemming in zijn brief aan de Standaard Boekhandel van 22 juni 1925. Deze brief vonden we echter niet terug in de geraadpleegde archieven.

Register

Naam - persoon

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Joos, Amaat (° Hamme, 1855-05-03 - ✝ Gent, 1937-08-15)

Priester en pedagoog.

Ervoer het Franstalige onderricht aan het Klein Seminarie van Sint-Niklaas (1870) als onrechtvaardig en werd als Fransonkundige volksjongen Vlaamsgezind. Joos zou in het seminarie de leidende figuur worden van de Klauwaerts, de uit de lettergilde spontaan gegroeide flamingantische studentenbond en legde contacten met de Mechelse en Roeselaarse studentenwerking (respectievelijk onder leiding van Pol De Mont en Albrecht Rodenbach). Daaruit ontstond de overkoepelende kring De Jonge Taalvrienden. De drie studentenleiders werkten intens samen om in 1877 een studentenlanddag te organiseren in Gent. Ze voerden er het woord voor de honderden opgekomen studenten. Intussen studeerde Joos theologie aan het Groot Seminarie te Gent. Hij riep een gewestelijke landdag samen in 1878 te Puurs voor het Waasland, Mechelen en Antwerpen. Joos droeg ook bij tot de ontwikkeling van een eigen Vlaamse liederencultuur en schreef de bekende studentenliederen Juchaidi en De Vlaamse student. In 1879 werd Joos aangesteld als leraar aan het college van Ronse en in 1880 aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint- Niklaas. Daar bracht hij zijn studenten de liefde voor de moedertaal bij. In 1881 werd hij priester gewijd en in 1891 aangesteld tot directeur van de normaalschool, die onder zijn beleid uitgroeide tot een brandpunt van Vlaamsgezindheid. Als pedagoog publiceerde hij boeken over de Nederlandse spraakkunst en was hoofdredacteur van het Tijdschrift van het Katholiek Onderwijs. Hij was ook lid van Eigen Leven. In 1901 en 1905 werd hij respectievelijk corresponderend en actief lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KVATL). Hij zette er zich in voor een goede didactische aanpak van het onderricht in de volkstaal. In 1908 werd hij ook lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. In 1914 werd hij als bestuurder van de KVATL gekozen en bleef dit wegens de oorlogstoestand tot 1920. Samen met het bestuur protesteerde hij tegen de oprichting van de Raad van Vlaanderen. Tijdens de oorlog was hij algemeen bestuurder van de zusters jozefienen, een orde van ziekenverpleegsters. Reeds voor de oorlog actief in het hoofdbestuur van het Davidsfonds, leidde Joos deze vereniging mee in de moeilijke naoorlogse jaren van heropbouw. Verder is Joos ook bekend voor zijn studies over de volkstaal en volkskunde van zijn geboortestreek het Land van Waas. Samen met zijn studenten en de 'Waasche Zanters' publiceerde hij rond 1900 het Waasch Idioticon en stichtte hij het volkskundig tijdschrift Vlaamsche Zanten (1899-1901). Zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal uitte zich ook in het publiceren van sprookjes, raadsels en vertelsels die hij 'Vlaamsche Schatten' noemde.

Verschaeve, Cyriel (° Ardooie, 1874-04-30 - ✝ Solbad Hall, 1949-11-08)

Pseudoniemen: Droevaert, J.V.H., I. Oorda, Peisere, Zeemeeuwe.

Vlaams-nationalistisch priester en leraar te Tielt, waar hij nog les gaf aan Joris Lannoo, en een grote invloed op hem heeft uitgeoefend. Verschaeve speelde een belangrijke rol in de Vlaamse studentenbeweging AVKS, die hij in een nationalistische richting stuurde. Tijdens de oorlog werd zijn kapelanij een drukke ontmoetingsplaats voor vele jonge Vlaamse soldaten, intellectuelen zowel als volksjongens. Hij werd hoe langer hoe radicaler, o.a. in zijn steun aan de Frontbeweging en in zijn briefwisseling met Joris Van Severen. Hij publiceerde enkele bijdragen in Vlaanderen (1922-1923). Vanaf 1924 werd er bij bisschop Waffelaert aangedrongen op maatregelen tegen Verschaeves groeiende invloed op de studenten-beweging. De bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme van 11.10.1925 betrof dan ook in grote mate precies Verschaeve. Hierna evolueerde hij nog meer in scherp anti-Belgische zin. Vanaf WOII werd hij, als idealistische en compromisloze dwepersnatuur, een idool in kringen van Vlaamsgezinde, katholieke intellectuelen. Daarnaast schreef hij ook een breedvoerig en omvangrijk literair oeuvre; hij was zowel dichter, essayist als dramaturg.

Naam - uitgever

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.