--COPIE--
Original remis à la comptabilité
le 27-6-34
le 27-6-34
Ingoyghem, den 7 Juni, 1934
Waarde Heer,
Mijn voornemen was, naar Brugge te komen als ik de bewerking van bedoelde opstel kon meebrengen, en tevens over mogelijke kwesties onderhandelen,[1]— nu is die bewerking niet gereed, de mogelijke andere voorstellen zijn niet rijp, en ik kan begin der volgende week hier onmogelijk van huis.
Aangezien er haast bij is, kan deze zaak van het opstel best afzonderlijk en per schrift afgehandeld worden.
Ik zie er wèl iets mede te doen. Wàt het echter worden zal, weet ik eerst bij het bewerken.
Ik zou U willen voorstellen:
Een honorar[ium] van 500 fr[anc]s + 5 pres[entexemplaren] de copie te leveren in de eerste 14 dagen (misschien wel in de 8 dagen) de correctie der proeven op mij genomen.[2]
Een honorar[ium] van 500 fr[anc]s + 5 pres[entexemplaren] de copie te leveren in de eerste 14 dagen (misschien wel in de 8 dagen) de correctie der proeven op mij genomen.[2]
Indien U andere voorstellen of combinaties verkiest, ben ik altijd te spreken.
Voor dinsdag der toek[omende] week kan ik er echter niet mede beginnen.
Indien U deze voorwaarden schappelijk vindt en U er mede accoord verklaart, acht ik de zaak als geklonken.
Hoogachtend gegroet
(get[ekend]) Stijn Streuvels
Annotations
[1]
Cf. brief van Desclée De Brouwer aan Stijn Streuvels van 6 juni 1934. Door het ontbreken van Streuvels' brief van 3 juni 1934 hebben we geen verdere informatie over deze 'mogelijke kwesties'.
[2]
Cf. antwoord van Paul De Brouwer op 9 juni 1934.