Ingoyghem le 10 Juillet, '35
a 12/7
Dr. A. Spemann Stuttgart.
Cher monsieur,
Je dois commencer par Vous remercier pour Votre lettre qui m' annonce Votre retour à Stuttgart, et pour le charmant article dans le
Völk[ische Beobachter] — que j' ai lu avec beaucoup d' intérêt et qui m' a fait beaucoup de plaisir.
[1]
j' Ai aussi quelques nouvelles à Vous communiquer qui Vous intéresseront peut-être:
Une lettre de
m[onsieu]r Pohl pour me demander réponse à sa lettre (
grundsätzlichen Brief mit der Ansicht zu der Angelegenheit Engelhorn) Avec, comme suite, un "Angebot" d' une traduction de
Prutske pour un éditeur Américain. — Frau
Nora Reinhard pour une "Dramatisierung des
Flachsacker" — Seine Funkbearbeitung des
Knecht Jan.
[2] Et pas un mot de
Liebeshandel!
[3] Vous trouverez ci-joint copie de ma lettre, qui doit Vous expliquer le reste.
[4]
Je suppose que notre ami
Hans Nimtz Vous aura transmis ma lettre à
prof[esseur] Blunck de la
Reichsschrifttumskammer — —?
[5] Je Vous donne ici copie de la réponse que je viens de recevoir de la
R[eichsschrifttumskammer] Comme cela Vous serez à la hauteur de la situation et je laisse à Vous maintenant de donner la directive à suivre.
[6]
Je pense que
m[onsieu]r Pohl attend notre décision avant de Vous livrer le manuscrit de la traduction de
Liebeshandel? Il serait peut-être utile de Vous adresser directement à
Fr[äulein] Valeton?... ou de laisser
Liebeshandel en plan pour plus tard et commencer par une de mes grandes nouvelles
p[ar exemple] "
Leven en Dood in den Ast"?
[7]
George Allen vient de me communiquer qu' il a trouvé un traducteur pour l' édition néerlandaise de
Knecht Jan, et je lui ai envoyé un exemplaire de l' édition originale.
[8]
J' ai reçu aussi une offre d' une agence de Prague qui me propose comme commission 15 % des honoraires.
[9]
J' attends donc sous peu de Vos nouvelles
avec mes salutations cordiales
(handtekening Stijn Streuvels)
Annotations
[2]
In zijn brief aan Stijn Streuvels van 1 juli 1935 beklemtoonde Gerhart Pohl dat zijn inzet en engagement in niets waren verminderd door Streuvels' contract met Spemann. Hij bewees dit aan de hand van vier punten. Hij had een Amerikaans aanbod ontvangen voor een vertaling van
Prütske op basis dan nog wel van de Duitse vertaling. De Frankfurter Sozietäts Druckerei was geïnteresseerd in mogelijke vertalingen van Streuvels. Frau Nora Reinhard, die eerder al toestemming had gevraagd om
Der Flachsacker te dramatiseren, was op eigen risico aan de slag gegaan. De 'Reichsschrifttumskammer' had het licht op groen gezet. Mocht Streuvels nu ook nog zijn fiat geven, dan kom men geen
grotere propaganda meer bedenken. Bovendien zou 'Der Deutschlandsender' Pohls radiobewerking van
Knecht Jan (
Langs de wegen) eindelijk uitzenden.
De Deutschlandsender kende de roman en loofde de kwaliteit van mijn radiobewerking, schreef Pohl. Hij vroeg Streuvels om te reageren en zo spoedig mogelijk ook te reageren op zijn vorige
dreigbrief.
Letterenhuis, S 935/B2
[3]
Pas in februari 1936 zou deze Duitse vertaling verschijnen: Stijn Streuvels,
Liebesspiel in Flandern. Roman.
Anna Valeton was met haar vertaling van Minnehandel eigenlijk al klaar sinds Kerstmis 1934, maar al die tijd had zij gewacht op een serieus contract, dat evenwel al acht maanden uitbleef. Spemann had eerst de voorrang gegeven aan Prütske, daarna kwam er uitstel omdat de firma Engelhorn en de heer Pohl en U het niet eens konden worden en ten slotte had Streuvels niks meer van zich laten horen. Zij wist trouwens van Spemann dat de heer Streuvels de gewoonte had soms weken lang geen brieven te beantwoorden. Ze had alles gedaan wat ze kon, schreef ze nog, om de vertaling zoo goed en zoo mooi mogelijk te maken, niet omdat ik ervoor betaald word, maar omdat ik Uw werk bewonder en er U door mijn vertaling een zoo groot mogelijk succes in Duitschland mee zou willen verschaffen. Had ze van tevoren geweten hoe nonchalant Streuvels haar zou behandelen, dan had ze hem misschien nooit vertaald. Brief van 10.09.1935, Letterenhuis, V 1285/B; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, passim
[4]
Op 9 juli 1935 antwoordde Stijn Streuvels op de brief van Gerhart Pohl. Hij schreef o.a. dat hij wachtte op de beslissing van de 'Reichsschrifttumskammer'
die het laatste woord had in deze zaak en waaraan wij ons moeten onderwerpen - u zowel als ik. Een kopie van deze brief wordt bewaard bij Streuvels' brief aan Spemann.
[5]
Stijn Streuvels richtte op 14 juni 1935 een brief aan Hans Friedrich Blunck van de Reichsschrifttumskammer. Streuvels stelde de brief op in het Nederlands en Hans Nimtz vertaalde hem in het Duits. Streuvels schreef:
Ik wilde Uw raad inwinnen over eene ingewikkelde zaak waarin ik mij in een moeilijk parket bevind en de Präsident der Reichsschrifttumskammer bij te pas komt. Namelijk: Met mijn vroegere Duitsche vertalers en uitgevers heb ik veel onverkwikkelijke ondervindingen opgedaan - te lang om te melden - zoodanig dat ik langen tijd besloten was niets meer te laten vertalen of uitgeven in Duitschland. Tot, voor een paar jaren zich iemand aanbood als agent of Vermittler, die voorstelde als tusschenpersoon al mijne zaken met uitgevers en vertalers te regelen en mij van alle moeilijkheden te ontlasten; meteen deed hij mij een uitgever aan de hand (Engelhorns Nachf. te Stuttgart) die dadelijk bereid was de vertaling uit te geven van "Prutske" waarvan de duitsche tekst klaar lag.
Voornoemde agent (Gerhart Pohl te Wolfshau, Riesengebirge, Schlesien) liet mij voorhands een contract onderteekenen, dat ik - onbedrevene zakenman, om van allen last ontslagen te zijn, zonder achterdocht onderteekende.
Inmiddels mocht ik ondervinden dat de firma Engelhorn, en in 't bijzonder Dr. A. Spemann, de zaakvoerder der firma, met wien ik ondertusschen persoonlijk kennis had gemaakt, uitstekend en geschikte vertrouwbare lieden waren, en daarom teekende ik met deze firma een optie-contract waarbij in princiep al mijne verdere werken ter uitgave zouden voorbehouden worden.
Bij het verschijnen van dit laatste boek ontstonden echter zware moeilijkheden tusschen mijn Vermittler en mijne vertaalster, omdat hij haar onmogelijke voorwaarden stelde. Want G. Pohl had zich bij haar als mijn zaakgelastigde gerant aangesteld en stelde haar meteen de wet. Nu verneem ik dat Frl. Smülling (de vertaalster) heel het dossier van hare zaak met Pohl aan de Reichsschrifttumskammer heeft opgestuurd.
Met deze aangelegenheid werden er inlichtingen genomen over den persoon Pohl, die alles behalve geruststellend waren, o.a. dat hij opzettelijk op de uiterste grens verblijf zou hebben gezocht om desnoods buiten het land in veiligheid te komen. Zoo kwam het dat ik den uitgever mededeeling maken moest van mijn contract met Pohl, die na inzage er van, bevond dat zulk contract van rijkswege "unbillig betrachtet" werd. Verder schrijft dr. Spemann mij dat Herr Dr. Haupt v.d. ReichssK. op de hoogte is der zaak, en dat hij na inzage van zulk contract;;;;; entsetzt darüber gewesen sei! Verder: dat zulk soort Vermittler ongewenscht zijn in Duitschland, omdat zij alle zaken ingewikkelder maken en met een overdreven % van auteur en vertaler er van door strijken. De firma Engelhorn wilde bepaald geen zaken doen met Pohl als tusschenpersoon, en met Frl. Schmülling ook zou het bepaald misloopen, omdat zij eene idealiste is, en Pohl louter zakenman! Nu een en ander mij overtuigd had dat mijn contract met Pohl in elk geval kon en moest verbroken worden, heb ik aan Pohl geschreven dat ik ons contract opzegde. Daarop heeft hij gereageerd met een brief waarbij ik U hier afschrift mededeel, naast een afschrift ook van bedoelde contract.
Indien Gij geduld hebt gehad deze uiteenzetting te lezen, zult Gij weten waarover het loopt, en welke mijne positie is tusschen uitgever en Vermittler. De vraag is: wàt Gij mij aanraden kunt te doen,- of ik wèl gerechtigd ben het contract op te zeggen en te laten verbreken, ofwel ik aan Pohl verbonden blijven moet door het contract. Uit me-zelf weet ik niet hoe het van rechtswege daarmede gesteld is, en moest mij tot hiertoe laten geleiden door 't geen mij in vertrouwen geraden werd. Ik hoop dat ik bij U aan het rechte adres ben om eene uitkomst te vinden. Brief in Letterenhuis, S 935/B2, 100603/25
[6]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van
12 juli 1935.
[7]
Cf. antwoord van Adolf Spemann in zijn brief aan Stijn Streuvels van
12 juli 1935.
[8]
De Engelse uitgeverij Allen & Unwin zou met
Old Jan een Engelse vertaling brengen van
Knecht Jan volgens de tekst van de oorspronkelijk Nederlandse uitgave.
[9]
Geen verdere informatie.