<Resultaat 741 van 2531

>

STYN·STREUVELS
Waarde Heer Kuyle,
Gij kunt brave, charmante jongens zijn, maar met Uwe manier van handelen ben ik niet gediend; een uitgever kan voor mij àlles zijn, maar vooral en vooreerst verwacht ik van hem dat hij "zakelijk" is en stipt; de Holl[andsche] uitgevers hebben mij ten minste onder dat opzicht eigenlijk verwend, en ik moet U zeggen dat het de eerste maal is dat ik[ ]onder dat opzicht te klagen heb, ik dacht dat "praten-en-niets-doen" de eigenschap was mijner Vlaamsche broeders in de uitgeverij![1]
Ik ben van aard zeer gesteld op stiptheid en op woord-houden, nog al expéditief in mijne handeling en verwacht van mijn evennaaste hetzelfde,— kan geen slordigheid uitstaan, en eens dat ik gewaarword in den aap gelogeerd te zijn (d[it is] na herhaaldelijk dezelfde uitvluchten en excuses) word ik onhebbelijk en neem draconische maatregelen.
Nu weet Gij er alles van — we moesten eigenlijk dààrmede begonnen zijn, maar ik heb nog altijd argeloos veel vertrouwen in menschen die goed kunnen praten, en laat mij door een eersten goeden indruk verschalken —
Na de opgedane ondervindingen, moet ik U bekennen dat het me spijt met De Gemeenschap van wal gestoken te zijn (met lieden die veel en voor langen tijd op reis gaan, is het nooit geraadzaam zaken te doen) en Gij me groot genoegen doen zoudt met de copie van mijn Meyer Helmbrecht terug te sturen; indien Gij dit gewillig doet, is er niets anders aan gebroken, dan dat Gij me drie, vier maanden tijd hebt doen verliezen, voor de rest is en blijft het... alsof er niets gebeurd ware, want ik durf U verzekeren dat ik eer acht dagen een solied accoord heb met mijn Holl[andsch] uitgever, en dat het boek nog dit najaar verschijnt. Maar... dan is het hoog tijd dat ik hem de copie kan voorleggen.
Moest ik kwaadwilligheid ondervinden (ik wacht nog acht dagen) dan zet ik mij aan 't werk om mijn werk te her-schrijven, maar... dan vertel ik bij de eerste gelegenheid aan een journalist: hoe ik bij De Gemeenschap gevaren ben.
P[ostscriptum] Ik wacht zoolang, tot ik mijne copie terugkrijg om U de vier teekeningen van Eyck terug te sturen. Daarop kunt Gij vast staat maken, want zoolang ik leef, heeft nog nooit iemand over mijn gebrek aan stiptheid te klagen gehad,— maar ik praat niet veel.[2]
Hartelijk Uw
(handtekening Stijn Streuvels)

Annotations

[1] Van de Vlaamse drukkers en uitgevers had Streuvels geen hoge dunk. In Het boek in Vlaanderen van 1930 schreef hij dat in Vlaanderen acht op de tien uitgevers zelf drukker [zijn], dit is: zij spelen uitgever om den slappen tijd in de drukkerij aan te vullen met werk voor de zetters, het is iets als een bij-postje; acht op de tien zijn zelfs geen drukker van vak (toevallig drukker geworden!), hebben slecht materiaal, geen meestergast die vakopleiding genoten heeft, en knechten die er natuurlijk nog minder van weten. Dat is de uitspraak niet van mij, maar van een meester-drukker uit Holland aan wien ik de vraag stelde: hoe komt het dat men hier zulk slordig drukwerk levert en bij U in Holland alles zoo verzorgd is? Als men in Vlaanderen verzorgd drukwerk wilde hebben, moest men volgens Streuvels alles zelf uitkiezen, schikken en samenstellen: papier, formaat, letter, letterspiegel, enz.', maar dan raakte men het produkt aan de straatstenen niet kwijt: het boek zélf aan de man brengen is een catastrofale onderneming, een uitgever neemt het niet '1e omdat hij het zelf niet heeft gedrukt; 2e omdat hij niet kapitaalkrachtig is, of geen risico aandurft; 3e omdat alle dingen die hij niet zelf onderneemt, hem doodelijk onverschillig laten', de boekhandel — 'weet ge hoe de Vl. boekhandel is ingericht en werkt?' — neemt een half dozijn exemplaren in depot, met 30 % op de handelsprijs — 'exemplaren die hij dan ergens in een hoek stopt en die gij, na een jaar kunt terugkrijgen... in bedenkelijken staat. Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 223
[2] Cf. antwoord van L.M.A. Kuitenbrouwer op 20 juni 1932.

Register

Naam - persoon

Eyck, Charles (° Meerssen [Nederland], 1897-03-24 - ✝ Schimmert, 1983-08-02)

Nederlands schilder, beeldhouwer, glazenier, ontwerper van kunstnijverheid en illustratief tekenaar.

Hij leerde de techniek van de glasschilderkunst van Joep Nicolas. Zijn vele in opdracht vervaardigde werken zijn monumentaal en veelal religieus getint; andere stukken zijn vrij romantisch en niet zelden enigszins humoristisch. Hij schilderde ook portretten, stillevens en landschappen. Bekende werken zijn o.a. een kruisweg in de kerk te Waalwijk, het fresco in het gebouw van de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, een muurschildering in de Gerarduskerk in Heerlerheide, transeptramen in de kerk van de Hervormde Gemeente te Ginneken (Breda), het bevrijdingsraam in de St.-Janskerk te Gouda, oorlogsmonumenten in Gemert en Maastricht, en de volledige decoratie in het kerkje van Jeantes-la-Ville in Noord-Frankrijk.

Kuyle, Albert (° Utrecht, 1904-02-17 - ✝ Utrecht, 1958-03-04)

Pseudoniem van KUITENBROUWER, Louis Maria Albertus (Utrecht, 17.02.1904 - aldaar, 04.03.1958).

Nederlands schrijver.

Was in 1925 medeoprichter van De Gemeenschap, het tijdschrift van vooruitstrevende katholieke jongeren. Zijn polemieken uit die tijd werden gebundeld in Alarm (1934). Hij debuteerde in 1924 met gedichten, Seinen, geïnspireerd door het Vlaamse expressionisme, in 1927 gevolgd door Songs of Kalua. Hij schreef een sociale roman, Harten en brood (1933), biografieën, bewerkte bijbelse verhalen, maar werd vooral bekend door zijn novellen, gebundeld in drie, naar kwaliteit en inhoud sterk uiteenlopende uitgaven: De bries (1929), Weerlicht (1933) en Harmonika (1939). Zijn techniek is bijna filmisch van aard, waardoor hij zeker heeft bijgedragen aan de nieuwe zakelijkheid. In 1934 scheidde Kuyle zich met enkele vrienden van De Gemeenschap af en richtte De Nieuwe Gemeenschap op. Daarin komen zijn fascistische sympathieën volledig tot uiting. Het betekende tevens het einde van zijn rol in de Nederlandse letterkunde.

Naam - uitgever

De Gemeenschap

Uitgeverij die voorkwam uit het gelijknamige tijdschrift. Ze publiceerde o.a. werk van Hendrik Marsman, F. Bordewijk, Paul van Ostaijen. Aan het hoofd van de uitgeverij stond aanvankelijk (vanaf 1925) Albert Kuyle. Later werd hij opgevolgd door Cornelis Vos.

Titel - werken van Streuvels

der Gartenaere, Wernher, De rampzalige kaproen, Middeleeuwsche boerenroman van Wernher de Tuinder (1933). [bewerking]
der Gartenaere, Wernher, De rampzalige kaproen, Middeleeuwsche boerenroman van Wernher de Tuinder (1933).
Druk
  • [Eerste druk], Utrecht, De Gemeenschap, [1933], 73 + [VII] p., 26,2 x 19,4 cm.
  • [Eerste druk], Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel N.V., [1933], 73 + [VIII] p., 26,2 x 19,4 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam-Antwerpen, Wereld-Bibliotheek-Vereniging, 1957, [II] + 57 + [V] p., 20 x 13,5 cm.

Indextermen

Naam - persoon

Eyck, Charles
Kuyle, Albert

Naam - uitgever

De Gemeenschap

Titel - andere werken

Het boek in Vlaanderen 1930

Titel - werken van Streuvels

De rampzalige kaproen