<Resultaat 35 van 2531

>

Waarde Heer,
Maandag e[erstkomende] ben ik in Kortrijk en te uwer beschikking van 11. tot 12 ure voormiddags. Als het U niet ongelegen komt, laat ons dan afspreken dat ik U vinden kan om 11 uur in het Hôtel du Damier, groote markt.[1]
Met hooge achting en tot ziens
Uw D[ienstdoende]
(handtekening Stijn Streuvels)
Ingoyghem den 8 December 1915.
KORTRIJK 8.12.15 COURTRAI
Heer Oberl[eu]t[nant] Kippenberg
Kommandantur
THIELT.
Afz[ender]: Stijn streuvels
(Ingoyghem)
 

Annotations

[1] Nadat Anton Kippenberg in Halle een tijd lang jonge rekruten had klaargestoomd voor de oorlog aan het Westfront, vond hij het tijd ook opnieuw aan zijn eigen zaak, de uitgeverij, te denken. Hij wou naar Vlaanderen en vond in Eberhard von Bodenhausen de vriend die hem hierbij kon helpen. Hij schreef op 22 oktober 1914: Of we België nu "houden" of "protegeren" of wat dan ook, het is hoogst noodzakelijk dat we er zo snel mogelijk geestelijke banden aanknopen en daarvoor een reële basis creëren bij de boekhandel. Daarom moet de boekhandel heel wat politieker worden. Zo zweeft mij een Duits-Belgische (of Duits-Vlaamse?) uitgeverij voor ogen, politiek, artistiek en literair georiënteerd, een soort Insel-Bücherei. Ik droom bovendien van een Buchhandels-Gesellschaft voor het buitenland, met kanalen voor de verspreiding van Duitse boeken en Duitse ideeën (ook dagbladen). (...) Kippenberg vroeg aan von Bodenhausen om zijn macht aan te wenden in Berlijn om hem naar België te detacheren. Nauwelijks drie maanden later arriveerde Kippenberg in Vlaanderen. Hij schreef op 26 augustus 1915 aan von Bodenhausen: Tot mijn vreugde kan ik u meedelen dat ik in de Staf van het Vierde Leger ben aangesteld tot hoofd van de Kriegszeitung van het Vierde Leger. Ik kan in die positie wellicht iets positiefs doen en bovendien heb ik tijd om wat rond te kijken in Vlaanderen, kan ik mijn Vlaams wat bijschaven en me wat intenser bezighouden met de Vlaamse literatuur. Ik dank u nogmaals hartelijk voor uw vriendelijke en onvermoeibare tussenkomst.
Het vierde Duitse leger stond onder de leiding van Zijne Koninklijke Hoogheid Hertog Albrecht von Württemberg. Albrecht had zijn keuze op Tielt laten vallen omdat Gent te ver van en Roeselare te dicht bij het front lag. De opgeëiste woningen in Tielt werden ingericht door de Firma De Coene. Op 22 augustus 1915 ontving Kippenberg van zijn informant Jan Greshoff een lijst met diens keuze van belangrijke moderne Nederlandse en Nederlands-Belgische literaire werken, onder meer De Wandelende Jood van Vermeylen, Het Leven van Rozeke van Dalen van Buysse en een keuze uit de novellen van Streuvels en de poëzie van Gezelle.
Eind 1915 was de rol van Greshoff als literair-agent uitgespeeld en onderhandelde Kippenberg direct of indirect met zijn auteurs, met hun Nederlandse uitgevers en met zijn vertalers. In het geval Streuvels weigerde uitgever Louis Jacobus Veen aanvankelijk in zee te gaan met een Duitse uitgever. In december 1915 kwam Kippenberg dus naar het Lijsternest om zelf met Streuvels te onderhandelen. Reeds op 13 december 1915 werd een drievoudig contract ondertekend. Brieven van Anton Kippenberg aan Eberhard von Bodenhausen geciteerd door Bernhard Zeller (Hg.), Die Insel. Eine Ausstellung zur Geschichte des Verlages unter Anton und Katharina Kippenberg, pp. 169-70; H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 37-39, p. 51-52; J. Van der Meule, 'Hertog Albrecht von Württemberg - de illustere onbekende - en zijn IVe Duitse leger', in: De roede van Tielt, jaargang 9, nummer 3-4, september-december 1978, pp. 87 en 100; Bert Govaerts, 'De kleine oorlog van Anton Kippenberg', in: Dietsche Warande en Belfort, jaargang 135, nr. 6, december 1991, p. 741-746

Indextermen

Titel - andere werken

De wandelende Jood
Het Leven van Rozeke van Dalen