27 Jan[uari] 25 —
De kwestie is: in geval Kerkhofb[lommen][1] op zijn geheel moet herdrukt worden,[2] zal Veen willen wachten met eene nieuwe uitgaaf[3] tot de bestaande[4] wat verminderd is — Anders met een speciaal schoolboek zonder de kleine gedichten, zou dat geen bezwaar zijn[5] —
gen[egen groet]
(paraaf Stijn Streuvels)
VICHTE
27.I.1925
M[ijnhee]r Joris Lannoo
Uitgever
Ypersche Str[aat] 22
Thielt
Uitgever
Ypersche Str[aat] 22
Thielt
Annotations
[2]
Cf. briefkaart van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 26 januari 1925.
[3]
Wat de zestiende druk zal worden: Guido Gezelle, Guido Gezelle's Dichtwerken. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. De nieuwe uitgave van Guido Gezelle's Dichtwerken was immers een Nederlands-Vlaamse editie.
[4]
Bedoeld wordt: Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Veertiende uitgave. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Amsterdam, L.J. Veen, s.d. [1922].
[5]
Op 30 januari 1925 schreef Abramsz aan Streuvels:
Als Kerkhofblommen voor België een boekje wordt als mijn catalogus, is het naast de bestaande absoluut geen bezwaar en laat U die dus in België verzorgen en is het alleen voor België bestemd. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen