opdracht,1

• Aan JEAN VAN KALCK die ’Met 13 aan tafel’ uitgaf en ontijdig aan onze vriendschap werd ontrukt. Doch de Trein keert altijd terug, traag maar zeker. (leestekst)

• (D50)

1 ,1

• de gehele (leestekst)

• mijn hele (D50)

1 ,1

• onaardige (leestekst)

• onaardig (D50)

1 ,1

• in zover (leestekst)

• inzover (D50)

1 ,1

• iets ooit (leestekst)

• ooit iets (D50)

1 ,1

• smoezelige (leestekst)

• smoezele (D50)

1 ,1

• knapjes (leestekst)

• nogal (D50)

1 ,1

• kind (leestekst)

• kind, (D50)

1 ,1

• een nog (leestekst)

• nog een (D50)

1 ,1

• chocoladevlek (leestekst)

• chocolavlek (D50)

1 ,1

• één voor één (leestekst)

• één na één (D50)

1 ,2

• jongeman (leestekst)

• jonge man (D50)

1 ,2

• schelle (leestekst)

• schel (D50)

1 ,2

• dat gedaan had (leestekst)

• had gedaan (D50)

1 ,2

• onze (leestekst)

• naar onze (D50)

1 ,3

• nog steeds (leestekst)

• steeds (D50)

1 ,3

• van (leestekst)

• in (D50)

1 ,3

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

1 ,3

• minder (leestekst)

• iets minder (D50)

1 ,3

• ik er een hele tijd alleen (leestekst)

• in een hele tijd alleen er (D50)

1 ,3

• krijgen (leestekst)

• vinden (D50)

1 ,4

• het (leestekst)

• ’t (D50)

1 ,4

• moment (leestekst)

• ogenblik (D50)

1 ,5

• half op (leestekst)

• halfop (D50)

1 ,5

• hevige (leestekst)

• grote (D50)

1 ,5

• bij (leestekst)

• aan (D50)

1 ,6

• ruggesteunen (leestekst)

• ruggevlakken (D50)

1 ,6

• zover (leestekst)

• zoveel (D50)

1 ,7

• meer (leestekst)

• méér (D50)

1 ,7

• feit (leestekst)

• feit, (D50)

1 ,8

• aanblik van wonderlijkheid (leestekst)

• wonderlijkheid van de aanblik (D50)

1 ,8

• gevallen (leestekst)

• ingevallen (D50)

1 ,9

• licht (leestekst)

• verlichting (D50)

1 ,9

• bijzonder (leestekst)

• biezonder (D50)

1 ,9

• alweer sinds (leestekst)

• al weer (D50)

1 ,9

• jaar (leestekst)

• jaren (D50)

1 ,9

• wij (leestekst)

• we (D50)

1 ,9

• gewoon aan geraakt (leestekst)

• aan gewend geworden, (D50)

1 ,9

• zijn (leestekst)

• wezen (D50)

2 ,1

• mij (leestekst)

• me (D50)

2 ,1

• die (leestekst)

• diezelfde (D50)

2 ,1

• pas (leestekst)

• pas in (D50)

2 ,2

• was voorbijgereden (leestekst)

• voorbij was gereden (D50)

2 ,2

• voldoende (leestekst)

• voldoend (D50)

2 ,2

• meer (leestekst)

• méer (D50)

2 ,2

• een vrij dromerig (leestekst)

• aan een dromerig (D50)

2 ,3

• te hebben schoongewreven (leestekst)

• schoon te hebben gewreven (D50)

2 ,4

• van (leestekst)

• langs (D50)

2 ,4

• dat heeft steeds mijn oog (leestekst)

• mijn oog heeft dat steeds (D50)

2 ,4

• namelijk in gedachte (leestekst)

• in gedachte namelijk (D50)

2 ,4

• halverwege (leestekst)

• halverwegen (D50)

2 ,4

• de een (leestekst)

• de ene (D50)

2 ,5

• welke (leestekst)

• wèlke (D50)

2 ,5

• wel (leestekst)

• wel, (D50)

2 ,5

• naam en uitzicht (leestekst)

• uitzicht en naam (D50)

2 ,5

• vrij dromerige (leestekst)

• dromerige (D50)

2 ,5

• bijzonderheid (leestekst)

• biezonderheid (D50)

3 ,1

• verwonderlijk (leestekst)

• wonderlijk (D50)

3 ,1

• en (leestekst)

• en aan (D50)

3 ,1

• worden gesteld (leestekst)

• gesteld worden (D50)

3 ,1

• mij (leestekst)

• me (D50)

3 ,3

• omschrijven (leestekst)

• omschrijven, (D50)

3 ,3

• te veel (leestekst)

• veel (D50)

3 ,4

• waar ik (leestekst)

• waar of ik (D50)

3 ,4

• Zijn Hiernamaals (leestekst)

• zijn Hiernamaals (D50)

3 ,4

• wonderlijke (leestekst)

• wonderbare (D50)

3 ,4

• bankier (leestekst)

• bankier, (D50)

3 ,4

• geweldige instelling (leestekst)

• geweldig instituut (D50)

3 ,4

• en (leestekst)

• of (D50)

3 ,5

• gehad (leestekst)

• gedaan (D50)

3 ,5

• chocoladepartjes (leestekst)

• chocolapartjes (D50)

3 ,5

• in mijzelf (leestekst)

• binnen in mezelf (D50)

3 ,5

• Het was (leestekst)

• ’t Was (D50)

3 ,5

• alweer zo (leestekst)

• al weer (D50)

3 ,5

• zo dicht op hen (leestekst)

• er zo dichtop (D50)

3 ,6

• als in (leestekst)

• als wel in (D50)

3 ,6

• tot in het (leestekst)

• tot het (D50)

3 ,7

• afmatten: (leestekst)

• afmatten; (D50)

3 ,7

• moment (leestekst)

• ogenblik (D50)

3 ,8

• zondag (leestekst)

• Zondag (D50)

3 ,8

• van de (leestekst)

• der (D50)

3 ,8

• museum (leestekst)

• Museum (D50)

3 ,8

• zondag (leestekst)

• Zondag (D50)

3 ,8

• werkdag (leestekst)

• weekdag (D50)

3 ,8

• uur (leestekst)

• uren (D50)

3 ,9

• Na (leestekst)

• Met (D50)

3 ,9

• voorgenomen (leestekst)

• voorgenomen, (D50)

3 ,9

• zo (leestekst)

• zo (D50)

3 ,9

• werkprogramma (leestekst)

• werkprogram (D50)

3 ,10

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

3 ,10

• tegenover (leestekst)

• jegens (D50)

3 ,10

• kan als werkbeest (leestekst)

• kan, als werkbeest, (D50)

3 ,10

• der deugdzaamheid uit (leestekst)

• der deugdzaamheid (D50)

4 ,1

• omhooggewerkt (leestekst)

• weer omhooggewerkt (D50)

4 ,1

• van (leestekst)

• in (D50)

4 ,3

• overigens die middag (leestekst)

• die middag overigens (D50)

4 ,3

• gehouden (leestekst)

• gehouden, (D50)

4 ,3

• over het een (leestekst)

• over een (D50)

4 ,3

• gezien (leestekst)

• gezien en sedert meermaals herhaald (D50)

4 ,3

• Natuurlijk kon (leestekst)

• Toch kon weer (D50)

4 ,3

• vertellen (leestekst)

• vertellen, (D50)

4 ,3

• Een (leestekst)

• Eén (D50)

4 ,3

• schrijft (leestekst)

• schrijft, (D50)

4 ,3

• de articulatieplaats (leestekst)

• het articulatiepunt (D50)

4 ,3

• te zijn ondergegaan (leestekst)

• ten onder gegaan (D50)

4 ,4

• voor (leestekst)

• vóór (D50)

4 ,4

• opnieuw (leestekst)

• overnieuw (D50)

4 ,4

• ik (leestekst)

• ik, (D50)

4 ,4

• laten (leestekst)

• doen (D50)

4 ,4

• genoemd had (leestekst)

• had genoemd (D50)

4 ,4

• werktuiglijk (leestekst)

• werktuigelijk (D50)

4 ,4

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

4 ,4

• begint in (leestekst)

• in begint (D50)

4 ,4

• articulatieplaats (leestekst)

• articulatiebasis (D50)

4 ,4

• mededeling (leestekst)

• mededeling, (D50)

4 ,4

• gewijd had (leestekst)

• had gewijd (D50)

4 ,5

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

4 ,5

• gewoon (leestekst)

• gewoonweg (D50)

4 ,5

• zeggen, (leestekst)

• zeggen : (D50)

4 ,5

• motor (leestekst)

• motor, (D50)

4 ,5

• afgezet (leestekst)

• afgesteld (D50)

4 ,5

• psychische (leestekst)

• psychisch (D50)

4 ,5

• beginnen (leestekst)

• beginnen, (D50)

5 ,1

• werkloosheid (leestekst)

• werkeloosheid (D50)

5 ,1

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

5 ,1

• en (leestekst)

• èn (D50)

5 ,1

• daarin (leestekst)

• daarin heen (D50)

5 ,1

• heengebroken (leestekst)

• gebroken (D50)

5 ,2

• het (leestekst)

• ’t (D50)

5 ,2

• jaar (leestekst)

• herfst voor het eerst (D50)

5 ,2

• opgeschoten – (leestekst)

• opgeschoten –, (D50)

5 ,2

• er (leestekst)

• er toch (D50)

5 ,2

• aan toevoegen (leestekst)

• bij laten opmerken (D50)

5 ,2

• soort (leestekst)

• soort van (D50)

5 ,2

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

5 ,2

• Daarmee (leestekst)

• Dààrmee (D50)

5 ,2

• erachter (leestekst)

• er achter (D50)

5 ,3

• anders toe (leestekst)

• anders (D50)

5 ,3

• waarop (leestekst)

• waarover (D50)

5 ,3

• eraan (leestekst)

• er aan (D50)

5 ,3

• Indien ik het odium mijner leerlingen niet vreesde (leestekst)

• Moest ik het odium mijner leerlingen niet vrezen (D50)

5 ,4

• toch eigenlijk (leestekst)

• om me heen eigenlijk toch (D50)

5 ,4

• verveling en tegenspoed (leestekst)

• tegenspoed en verveling (D50)

5 ,4

• dit is (leestekst)

• d.i. (D50)

5 ,4

• zijn geweest (leestekst)

• geweest zijn (D50)

6 ,1

• bleef (leestekst)

• blééf (D50)

6 ,1

• bruisende (leestekst)

• bruizende (D50)

6 ,1

• hele (leestekst)

• gehele (D50)

6 ,2

• zogoed (leestekst)

• zo goed (D50)

6 ,2

• het (leestekst)

• ’t (D50)

6 ,2

• om (leestekst)

• óm (D50)

6 ,2

• er met ruw geweld een weg (leestekst)

• brutaal een weg er (D50)

6 ,2

• gangpad (leestekst)

• gangpad, (D50)

6 ,2

• erg (leestekst)

• al erg (D50)

6 ,2

• er in een oogopslag (leestekst)

• in een oogopslag er (D50)

6 ,2

• gerucht (leestekst)

• geluid (D50)

6 ,2

• stemmen (leestekst)

• stemmen, dat (D50)

6 ,2

• verbreken (leestekst)

• verbrak (D50)

6 ,2

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

6 ,3

• wij (leestekst)

• we (D50)

6 ,3

• voorbij (leestekst)

• voorbij, (D50)

6 ,3

• een (leestekst)

• ene (D50)

6 ,3

• ik beschikte (leestekst)

• beschikte (D50)

6 ,3

• mij (leestekst)

• me (D50)

7 ,1

• van de (leestekst)

• der (D50)

7 ,1

• hoe dat (leestekst)

• of het (D50)

7 ,1

• kon zijn (leestekst)

• zijn kon (D50)

7 ,1

• ingeslingerd (leestekst)

• binnengeslingerd (D50)

7 ,3

• misschien toch (leestekst)

• toch misschien (D50)

7 ,3

• perron (leestekst)

• spoor (D50)

7 ,3

• inderdaad (leestekst)

• thans inderdaad (D50)

7 ,4

• zover (leestekst)

• zoverre (D50)

7 ,4

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

7 ,4

• het (leestekst)

• ’t (D50)

7 ,4

• bang maar (leestekst)

• bang, doch (D50)

7 ,4

• ingekomen (leestekst)

• in gekomen (D50)

7 ,4

• soort (leestekst)

• soort van (D50)

8 ,1

• eersteklassewagens (leestekst)

• eerste-klassewagens (D50)

8 ,2

• ik (leestekst)

• ik ten laatste (D50)

8 ,3

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

8 ,4

• heer (leestekst)

• heer, (D50)

8 ,5

• mij ; (leestekst)

• mij : (D50)

9 ,2

• met prettige (leestekst)

• met een prettige (D50)

9 ,4

• best (leestekst)

• ook best (D50)

9 ,4

• ik, (leestekst)

• ik. (D50)

9 ,4

• tenminste (leestekst)

• Ten minste, (D50)

9 ,5

• Wel nee (leestekst)

• Welnee (D50)

9 ,5

• hij (leestekst)

• hij, (D50)

9 ,6

• binnen stroomde (leestekst)

• binnenstroomde (D50)

9 ,6

• aan (leestekst)

• langs (D50)

9 ,6

• wijduitgestrooide (leestekst)

• wijd uiteengestrooide (D50)

9 ,6

• die (leestekst)

• diegene (D50)

9 ,7

• hebben genomen (leestekst)

• hebben gekozen (D50)

9 ,8

• vragen (leestekst)

• vragen, (D50)

9 ,10

• Hee (leestekst)

• Hé (D50)

9 ,11

• hetzelfde (leestekst)

• ’tzelfde (D50)

9 ,11

• stil blijven (leestekst)

• blijven (D50)

9 ,11

• zijn geweest (leestekst)

• geweest zijn (D50)

9 ,11

• hebt gesloten (leestekst)

• gesloten hebt (D50)

9 ,11

• ...? (leestekst)

• ?... (D50)

9 ,12

• mij (leestekst)

• me (D50)

9 ,12

• duisternis (leestekst)

• duisternis, (D50)

10 ,2

• nee; de (leestekst)

• nee. De (D50)

10 ,2

• naar bed (leestekst)

• slapen (D50)

10 ,2

• kan (leestekst)

• kunt (D50)

10 ,2

• wel (leestekst)

• wel, (D50)

10 ,5

• alles weer (leestekst)

• weer alles (D50)

10 ,5

• vijftiende (leestekst)

• XVe (D50)

10 ,6

• christenen (leestekst)

• Christenen (D50)

10 ,6

• van de (leestekst)

• der (D50)

10 ,8

• verst (leestekst)

• verst uit elkaar (D50)

10 ,9

• ’s Heren Hoede...! (leestekst)

• ’s Heren Hoede... ! (D50)

10 ,9

• ons (leestekst)

• ons inderdaad (D50)

10 ,9

• de ware etymologie nog steeds niet (leestekst)

• nog altijd de ware etymologie niet (D50)

10 ,9

• oostelijke (leestekst)

• Oostelijke (D50)

11 ,1

• weer opvlammende (leestekst)

• heropvlammende (D50)

11 ,2

• Nee (leestekst)

• Neen (D50)

11 ,3

• momenteel (leestekst)

• momentaan (D50)

11 ,4

• beginnen (leestekst)

• begonnen (D50)

11 ,6

• vandaar (leestekst)

• van daar (D50)

11 ,6

• toch eens (leestekst)

• toch (D50)

11 ,7

• snijdende (leestekst)

• snijdend (D50)

11 ,7

• gerucht (leestekst)

• geluid (D50)

11 ,8

• een geluid (leestekst)

• gerucht (D50)

11 ,8

• hals over kop (leestekst)

• halsoverkop (D50)

11 ,8

• jongeman (leestekst)

• jonge man (D50)

11 ,8

• hard (leestekst)

• hard, (D50)

11 ,8

• mèt (leestekst)

• zo (D50)

11 ,9

• Hee (leestekst)

• Hé (D50)

11 ,9

• hee (leestekst)

• hé (D50)

11 ,9

• jongeman (leestekst)

• jonge man (D50)

11 ,10

• ... eindelijk!’ (leestekst)

• ... eindelijk ! » (D50)

11 ,11

• vragen: (leestekst)

• vragen : (D50)

11 ,12

• waar (leestekst)

• waar of (D50)

11 ,13

• wij (leestekst)

• we (D50)

11 ,13

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

11 ,13

• gesteld had (leestekst)

• had gesteld (D50)

11 ,13

• een zekere zin (leestekst)

• een zeker opzicht (D50)

11 ,14

• ? (leestekst)

• ?! (D50)

11 ,14

• ook (leestekst)

• óók (D50)

11 ,14

• Wel God (leestekst)

• God (D50)

11 ,14

• het (leestekst)

• ’t (D50)

11 ,14

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

11 ,15

• wij (leestekst)

• we (D50)

11 ,17

• iemand (leestekst)

• iemand, (D50)

11 ,17

• auteur (leestekst)

• een auteur (D50)

11 ,17

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

12 ,1

• Wij stapten (leestekst)

• We stapten (D50)

12 ,4

• zijn (leestekst)

• zijn (D50)

12 ,4

• wat (leestekst)

• wat inderdaad (D50)

12 ,5

• stijgende (leestekst)

• stijgend (D50)

12 ,5

• aanstalten (leestekst)

• aanstalte (D50)

12 ,5

• waarschijnlijk (leestekst)

• blijkbaar (D50)

12 ,5

• voor (leestekst)

• welbewust voor (D50)

12 ,5

• stellen (leestekst)

• plaatsen (D50)

12 ,6

• maar. (leestekst)

• maar... (D50)

12 ,7

• van de (leestekst)

• der (D50)

12 ,7

• de krekels (leestekst)

• krekels (D50)

12 ,8

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

12 ,8

• jongeman (leestekst)

• jonge man (D50)

12 ,8

• de locomotief niet meer (leestekst)

• niet meer de locomotief (D50)

12 ,8

• krijgen (leestekst)

• verkrijgen (D50)

12 ,8

• durven (leestekst)

• durven te (D50)

12 ,9

• heten (leestekst)

• geheten worden (D50)

12 ,10

• mezelf (leestekst)

• mijzelf (D50)

12 ,11

• te hebben opgenomen (leestekst)

• opgenomen te hebben (D50)

12 ,12

• het (leestekst)

• ’t (D50)

12 ,12

• bedoelde (leestekst)

• meende (D50)

12 ,12

• vrienden (leestekst)

• vrienden (D50)

12 ,12

• nacht. (leestekst)

• nacht... (D50)

13 ,1

• te hebben vergist (leestekst)

• vergist te hebben (D50)

13 ,1

• jongeman (leestekst)

• jonge man (D50)

13 ,1

• vrij heftig (leestekst)

• heftig (D50)

13 ,1

• het licht (leestekst)

• de lichtpunt (D50)

13 ,1

• professors (leestekst)

• professor’s (D50)

13 ,1

• sigarepunt (leestekst)

• sigaar (D50)

13 ,1

• terecht (leestekst)

• thuis (D50)

13 ,3

• geluid (leestekst)

• geluid, (D50)

13 ,6

• onder meer (leestekst)

• o.m. ook (D50)

13 ,7

• Het (leestekst)

• Dat (D50)

13 ,7

• blijmoedig (leestekst)

• blijgemoed (D50)

13 ,7

• einde (leestekst)

• eind (D50)

13 ,9

• hier (leestekst)

• hier in de buurt (D50)

13 ,10

• erin (leestekst)

• er in (D50)

13 ,10

• Zo iets (leestekst)

• Zoiets (D50)

13 ,10

• hele (leestekst)

• gehele (D50)

13 ,10

• zo niet dan (leestekst)

• zoniet (D50)

13 ,10

• we (leestekst)

• wij (D50)

13 ,12

• terzijde (leestekst)

• ter zijde (D50)

13 ,13

• moesten liever niet hierboven op de spoorbaan (leestekst)

• deden beter niet hierboven op de spoorbaan te (D50)

13 ,13

• het (leestekst)

• ’t (D50)

13 ,13

• het een (leestekst)

• één (D50)

13 ,13

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

13 ,14

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

13 ,14

• zijn (leestekst)

• de (D50)

13 ,16

• een (leestekst)

• af de (D50)

14 ,1

• ruimtelijke (leestekst)

• ruimtelijk (D50)

14 ,2

• waren afgedaald (leestekst)

• af waren gedaald (D50)

14 ,2

• bijzonder (leestekst)

• biezonder (D50)

14 ,2

• bongerds (leestekst)

• bongerds, (D50)

14 ,3

• natuurlijke historie (leestekst)

• natuurhistorie (D50)

14 ,3

• Gods (leestekst)

• God’s (D50)

14 ,4

• Voor zover (leestekst)

• Inzover (D50)

14 ,4

• een (leestekst)

• enige (D50)

14 ,4

• ‘onze’ (leestekst)

• « onze » (D50)

14 ,4

• te zijn gebleven (leestekst)

• gebleven te zijn (D50)

14 ,4

• niet (leestekst)

• toch niet (D50)

14 ,4

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

14 ,4

• doen (leestekst)

• laten (D50)

14 ,4

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

14 ,4

• breedte (leestekst)

• hoogte (D50)

14 ,5

• verre blijven (leestekst)

• verre-blijven (D50)

14 ,5

• ook hij (leestekst)

• hij ook (D50)

14 ,8

• was blijven stilstaan (leestekst)

• stil was blijven staan (D50)

14 ,8

• Nee, (leestekst)

• Nee ! (D50)

14 ,8

• te (leestekst)

• té (D50)

14 ,8

• stuipjes (leestekst)

• de stuipjes (D50)

14 ,8

• had (leestekst)

• had dat (D50)

14 ,8

• ongeveer allen (leestekst)

• allen (D50)

15 ,1

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

15 ,1

• eens (leestekst)

• enigszins (D50)

15 ,2

• ...! (leestekst)

• !... (D50)

15 ,2

• criminalistiek (leestekst)

• criminalogie (D50)

15 ,2

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

15 ,2

• W... (leestekst)

• W..., (D50)

15 ,2

• classieke (leestekst)

• klassieke (D50)

15 ,2

• bijzonderheden (leestekst)

• biezonderheden (D50)

15 ,2

• gewurgd (leestekst)

• geworgd (D50)

15 ,2

• het gebouw in brand (leestekst)

• het vuur aan het gebouw (D50)

15 ,2

• bracht (leestekst)

• stelde (D50)

15 ,2

• notabene (leestekst)

• nota bene (D50)

15 ,2

• een (leestekst)

• de (D50)

15 ,2

• uit (leestekst)

• uit, (D50)

15 ,2

• Zij (leestekst)

• Ze (D50)

15 ,2

• onder meer (leestekst)

• o.m. (D50)

15 ,2

• strottehoofd (leestekst)

• strottenhoofd (D50)

15 ,3

• detectivestories (leestekst)

• detective-stories (D50)

15 ,3

• van (leestekst)

• tegen (D50)

15 ,3

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

15 ,3

• naar toe leidt (leestekst)

• naartoe leidt (D50)

15 ,4

• Professor (leestekst)

• Prof. (D50)

16 ,2

• bedoeld zal (leestekst)

• zal bedoeld (D50)

16 ,2

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

16 ,3

• gevoel (leestekst)

• gevoel (D50)

16 ,3

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

16 ,4

• bijzondere (leestekst)

• biezondere (D50)

16 ,4

• beklemtoning (leestekst)

• betoning (D50)

16 ,4

• professors (leestekst)

• professor’s (D50)

16 ,4

• te hebben gehoord (leestekst)

• gehoord te hebben (D50)

16 ,5

• gelezen (leestekst)

• herlezen (D50)

16 ,5

• zo niet (leestekst)

• zoniet (D50)

16 ,5

• deze (leestekst)

• waarschijnlijk dezelfde (D50)

16 ,5

• gesteld zou (leestekst)

• zou gesteld (D50)

16 ,7

• ? (leestekst)

• ... (D50)

16 ,8

• het (leestekst)

• dat (D50)

16 ,9

• zelf (leestekst)

• zelf en (D50)

16 ,10

• ...! (leestekst)

• !... (D50)

16 ,10

• geschreven (leestekst)

• geschreven, (D50)

16 ,10

• Witte Zeil? (leestekst)

• ‘ Witte Zeil ’ ? (D50)

16 ,11

• toch op het ogenblik (leestekst)

• op ’t ogenblik toch (D50)

16 ,12

• nam ik het woord (leestekst)

• kwam ik tussenbeide (D50)

16 ,12

• ons gevraagd (leestekst)

• gevraagd (D50)

16 ,12

• wezen moet (leestekst)

• moet wezen (D50)

16 ,12

• onontbeerlijk (leestekst)

• onontbeerlijk, (D50)

16 ,13

• werkelijk (leestekst)

• wèrkelijk (D50)

16 ,13

• op (leestekst)

• in (D50)

16 ,14

• bijna (leestekst)

• haast (D50)

16 ,14

• de (leestekst)

• mijn (D50)

17 ,1

• waren we vermoeid en hongerig geworden (leestekst)

• begonnen we vermoeid en hongerig te geraken (D50)

17 ,1

• meer (leestekst)

• méér (D50)

17 ,1

• zonderlinge (leestekst)

• zonderling (D50)

17 ,1

• In mij brandde een heerlijke ofschoon nog duistere vlam; (leestekst)

• Persoonlik brandde in mij een heerlijke, ofschoon nog duistere vlam; (D50)

17 ,1

• besef (leestekst)

• besef, (D50)

17 ,2

• begon (leestekst)

• begon (D50)

17 ,2

• indruk (leestekst)

• indruk, (D50)

17 ,2

• elk van ons (leestekst)

• we alle drie (D50)

17 ,2

• heeft (leestekst)

• hebben (D50)

17 ,2

• ...? (leestekst)

• ?... (D50)

17 ,2

• wonderen (leestekst)

• ‘ wonderen ’ (D50)

17 ,3

• bestaan (leestekst)

• moeten bestaan (D50)

17 ,3

• mee (leestekst)

• met zich (D50)

17 ,3

• Gedachten (leestekst)

• Gedachten, (D50)

17 ,4

• Hee (leestekst)

• Hé (D50)

17 ,4

• weerhouden (leestekst)

• weerhouden, (D50)

17 ,5

• zeggen (leestekst)

• zeggen, (D50)

17 ,6

• wandelen (leestekst)

• wandelen, (D50)

17 ,8

• waarin (leestekst)

• waaronder (D50)

18 ,1

• aarzelend (leestekst)

• aarzelig (D50)

18 ,1

• horen (leestekst)

• herkennen (D50)

18 ,1

• ... ik (leestekst)

• ...ik (D50)

18 ,1

• gedachten (leestekst)

• gedachte (D50)

18 ,1

• denkbeeld (leestekst)

• denkbeeld, (D50)

18 ,1

• geweest is (leestekst)

• is geweest (D50)

18 ,1

• dat wil zeggen (leestekst)

• d.w.z. (D50)

18 ,1

• meccano (leestekst)

• mecano (D50)

18 ,1

• zo’n (leestekst)

• zulk een (D50)

18 ,1

• wat (leestekst)

• dat (D50)

18 ,1

• dagelijkse (leestekst)

• dagelijks (D50)

18 ,1

• laten (leestekst)

• mogen laten (D50)

18 ,1

• mijzelf (leestekst)

• mezelf (D50)

18 ,1

• meccano-leidraad (leestekst)

• mecanoleidraad (D50)

18 ,1

• meccano-stukken (leestekst)

• mecanostukken (D50)

18 ,1

• een (leestekst)

• de (D50)

18 ,2

• wij gingen nu ook (leestekst)

• wij ook gingen nu (D50)

18 ,2

• honger weer (leestekst)

• honger (D50)

18 ,2

• voelen (leestekst)

• gevoelen (D50)

18 ,3

• bijzondere (leestekst)

• biezondere (D50)

18 ,5

• bijzondere (leestekst)

• biezondere (D50)

18 ,5

• tegelijkertijd (leestekst)

• terzelfdertijd (D50)

19 ,2

• meccano-stukken (leestekst)

• mecanostukken (D50)

19 ,2

• een beetje naar zijn woorden zoekend, (leestekst)

• naar zijn woorden zoekend, een beetje (D50)

19 ,3

• tot gevolg (leestekst)

• ten gevolge (D50)

19 ,3

• ervoor (leestekst)

• er vóór (D50)

19 ,4

• Hee, (leestekst)

• Hé (D50)

19 ,5

• nu kunnen we (leestekst)

• we kunnen (D50)

19 ,5

• meccano-stuk (leestekst)

• mecanostuk (D50)

19 ,5

• psychische (leestekst)

• psychisch (D50)

19 ,6

• wij (leestekst)

• we (D50)

19 ,6

• meccano-stukken (leestekst)

• mecanostukken (D50)

19 ,6

• dat elders (leestekst)

• elders (D50)

19 ,8

• treinongeluk (leestekst)

• treinongeval (D50)

20 ,1

• Dit keer (leestekst)

• Ditkeer (D50)

20 ,1

• ons (leestekst)

• ons uit (D50)

20 ,1

• gedeelte (leestekst)

• deel (D50)

20 ,1

• al (leestekst)

• al sinds (D50)

20 ,1

• vreemd dat (leestekst)

• vreemd hoe (D50)

20 ,1

• ofwel (leestekst)

• dan wel (D50)

20 ,2

• Hee (leestekst)

• Hé (D50)

20 ,2

• riep (leestekst)

• kreet (D50)

20 ,2

• lopen...?’ (leestekst)

• lopen ?... » (D50)

20 ,2

• eensklaps (leestekst)

• plotseling (D50)

20 ,3

• ... Maar (leestekst)

• ...maar (D50)

20 ,3

• professor! (leestekst)

• professor ?! (D50)

20 ,3

• terwijl (leestekst)

• uit, terwijl (D50)

20 ,3

• zijn (leestekst)

• de (D50)

20 ,4

• Zo iets (leestekst)

• Zoiets (D50)

20 ,4

• durven (leestekst)

• durven te (D50)

20 ,4

• als... dan (leestekst)

• àls... dàn (D50)

20 ,4

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

20 ,4

• Wij (leestekst)

• We (D50)

20 ,4

• genomen, (leestekst)

• genomen (D50)

20 ,4

• half dozijn (leestekst)

• halfdozijn (D50)

20 ,4

• west (leestekst)

• West (D50)

20 ,4

• oost (leestekst)

• Oost (D50)

20 ,4

• hebben toegeschenen (leestekst)

• toe hebben geschenen (D50)

20 ,4

• het een of andere (leestekst)

• een of ander (D50)

20 ,5

• In (leestekst)

• Bij (D50)

20 ,5

• schijn (leestekst)

• weerschijn (D50)

20 ,6

• God, (leestekst)

• God ! (D50)

20 ,6

• verhapstukken (leestekst)

• verorberen (D50)

20 ,6

• indien we alleen maar verdwaald waren (leestekst)

• moesten we alleen maar verdwaald zijn (D50)

20 ,9

• dat ook, (leestekst)

• ten slotte, (D50)

20 ,9

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

20 ,9

• het (leestekst)

• ’t (D50)

20 ,9

• zijn (leestekst)

• zijn, (D50)

20 ,9

• soort (leestekst)

• soort van (D50)

20 ,9

• kwam ik weer eens alleen (leestekst)

• moest ik weer eens alleen komen (D50)

20 ,10

• voor (leestekst)

• van (D50)

21 ,1

• licht (leestekst)

• licht, (D50)

21 ,1

• . (leestekst)

• er van. (D50)

21 ,1

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

21 ,1

• nogal (leestekst)

• vrij (D50)

21 ,1

• lantaren (leestekst)

• lantaarn (D50)

21 ,1

• kennelijke (leestekst)

• kennelijk (D50)

21 ,2

• we (leestekst)

• we nu (D50)

21 ,2

• vluchtige (leestekst)

• vluchtig (D50)

21 ,4

• we (leestekst)

• we weer (D50)

21 ,4

• Voor zover (leestekst)

• Inzover (D50)

21 ,4

• lantaren (leestekst)

• lantaarn (D50)

21 ,5

• buitengemeente (leestekst)

• kleine gemeente (D50)

21 ,5

• links en rechts (leestekst)

• rechts en links (D50)

22 ,1

• hoofdgang (leestekst)

• hoofdgang, (D50)

22 ,1

• hij voor (leestekst)

• hij (D50)

22 ,3

• miljoenen (leestekst)

• millioenen (D50)

22 ,3

• lokalen (leestekst)

• instellingen (D50)

22 ,4

• had (leestekst)

• hàd (D50)

22 ,4

• dooreenmenging (leestekst)

• dooreenmengeling (D50)

22 ,5

• veeleer (leestekst)

• eerder (D50)

22 ,5

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

22 ,5

• kostuum (leestekst)

• costuums (D50)

22 ,6

• hebben gezegd (leestekst)

• gezegd hebben (D50)

22 ,6

• betergestelden (leestekst)

• beter gestelden (D50)

22 ,7

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

22 ,8

• taal (leestekst)

• spraak (D50)

22 ,8

• een (leestekst)

• ene (D50)

22 ,8

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

22 ,8

• terechtbrengen (leestekst)

• thuisbrengen (D50)

22 ,8

• rand (leestekst)

• zoom (D50)

22 ,8

• niet (leestekst)

• niets (D50)

23 ,1

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

23 ,1

• in zoverre (leestekst)

• inzoverre (D50)

23 ,2

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

23 ,2

• karaf (leestekst)

• kraf (D50)

23 ,2

• kralend (leestekst)

• stralend (D50)

23 ,2

• een (leestekst)

• éen (D50)

23 ,2

• ontkurkt, (leestekst)

• ontkurkt (D50)

23 ,2

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

23 ,2

• vanuit (leestekst)

• van uit (D50)

23 ,2

• erboven (leestekst)

• er boven (D50)

23 ,2

• eronder (leestekst)

• er onder (D50)

23 ,2

• een ongedwongen (leestekst)

• ongedwongen (D50)

23 ,2

• links en rechts (leestekst)

• rechts en links (D50)

23 ,2

• dit (leestekst)

• dit, (D50)

23 ,3

• veronderstelling (leestekst)

• veronderstelling, (D50)

23 ,3

• gehuwd kon (leestekst)

• kon gehuwd (D50)

23 ,4

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

23 ,5

• gewerkt had (leestekst)

• had gewerkt (D50)

23 ,6

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

23 ,6

• kunnen verstaan (leestekst)

• verstaan (D50)

23 ,6

• van (leestekst)

• aan (D50)

23 ,7

• het hoofd (leestekst)

• met haar hoofd (D50)

24 ,1

• bijna (leestekst)

• bijna (D50)

24 ,2

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

24 ,3

• bijzonder (leestekst)

• biezonder (D50)

24 ,3

• mochten (leestekst)

• moesten (D50)

24 ,3

• psychische (leestekst)

• psychisch (D50)

24 ,3

• worden gevonden (leestekst)

• gevonden worden (D50)

24 ,3

• Steeds (leestekst)

• Stééds (D50)

24 ,3

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

24 ,3

• zo niet (leestekst)

• zoniet (D50)

24 ,3

• over (leestekst)

• binnen (D50)

24 ,3

• zal het hier nacht blijven (leestekst)

• zal het hier nacht blijven (D50)

24 ,3

• in dezen (leestekst)

• in deze (D50)

24 ,4

• Prachtig, (leestekst)

• Prachtig ! (D50)

24 ,4

• Val (leestekst)

• Val, (D50)

24 ,5

• aangebroken (leestekst)

• aangestoken (D50)

24 ,6

• alle (leestekst)

• al de (D50)

24 ,7

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

24 ,7

• – (leestekst)

• –, (D50)

24 ,7

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

24 ,8

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

24 ,8

• cirkels en sterren (leestekst)

• sterren en cirkels (D50)

24 ,8

• één (leestekst)

• éen (D50)

25 ,2

• Val (leestekst)

• hij (D50)

25 ,2

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

25 ,2

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

25 ,2

• fijne (leestekst)

• grote fijne (D50)

25 ,3

• lichtgekleurde (leestekst)

• lichtgekleurd (D50)

25 ,3

• gedurende (leestekst)

• tijdens (D50)

25 ,3

• bekende (leestekst)

• al bekende (D50)

25 ,3

• dienden we als allereerste ongetwijfeld te (leestekst)

• moesten we als allereerste ongetwijfeld (D50)

25 ,4

• leuke (leestekst)

• leuk (D50)

25 ,4

• wat (leestekst)

• dat (D50)

25 ,4

• zo maar (leestekst)

• zomaar (D50)

25 ,4

• zeggen (leestekst)

• zeggen, (D50)

25 ,4

• cherub (leestekst)

• seraf (D50)

25 ,5

• gade (leestekst)

• ga (D50)

25 ,5

• hals (leestekst)

• halzen (D50)

25 ,5

• grammofoon (leestekst)

• gramofoon (D50)

25 ,5

• van dien (leestekst)

• vandien (D50)

25 ,5

• amazonenpak (leestekst)

• amazonepak (D50)

26 ,1

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

26 ,1

• schreden (leestekst)

• passen (D50)

26 ,1

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

26 ,1

• mengde (leestekst)

• schudde (D50)

26 ,2

• Wilt (leestekst)

• Wil (D50)

26 ,2

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

26 ,2

• voor (leestekst)

• even voor (D50)

26 ,3

• en met de vinger ernaar wijzend, de bovenste kaart van een (leestekst)

• en er met de vinger naar wijzend, de bovenste kaart van een (D50)

26 ,3

• hem (leestekst)

• hèm (D50)

26 ,3

• hele (leestekst)

• gehele (D50)

26 ,3

• scheen door (leestekst)

• door scheen (D50)

26 ,4

• Terugleggen, (leestekst)

• Terugleggen ! (D50)

26 ,4

• samen (leestekst)

• saam (D50)

26 ,5

• één (leestekst)

• éen (D50)

26 ,6

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

26 ,7

• Bravo! (leestekst)

• Bravo ! (D50)

26 ,8

• was hem eveneens (leestekst)

• was, hem eveneens, (D50)

26 ,8

• had afgebracht (leestekst)

• af had gebracht (D50)

26 ,8

• slechts (leestekst)

• maar (D50)

26 ,9

• verklappen (leestekst)

• verraden (D50)

26 ,9

• – (leestekst)

• –, (D50)

26 ,9

• mijns inziens (leestekst)

• m.i. (D50)

27 ,2

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,2

• dichterbij (leestekst)

• naderbij (D50)

27 ,2

• naast (leestekst)

• nààst (D50)

27 ,3

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,3

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

27 ,3

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,3

• kon (leestekst)

• konden (D50)

27 ,4

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

27 ,4

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,5

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,5

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,6

• Een (leestekst)

• Eén (D50)

27 ,6

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,7

• zien: (leestekst)

• zien : (D50)

27 ,8

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,9

• zonder (leestekst)

• zonder enige (D50)

27 ,9

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

27 ,9

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

27 ,10

• dit keer (leestekst)

• ditkeer (D50)

27 ,10

• hartenvrouw (leestekst)

• hartendame (D50)

28 ,1

• De kelner (leestekst)

• De kellner (D50)

28 ,2

• als het sein (leestekst)

• de eerste aanstoot (D50)

28 ,3

• Hee (leestekst)

• Hé (D50)

28 ,3

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

28 ,3

• ...? (leestekst)

• ?... (D50)

28 ,3

• ik heb (leestekst)

• dus heb ik (D50)

28 ,6

• bedenken (leestekst)

• moeten bedenken (D50)

28 ,6

• ermee (leestekst)

• er mee (D50)

28 ,6

• trouwens wel (leestekst)

• overigens heel (D50)

28 ,6

• moderne (leestekst)

• modern (D50)

28 ,7

• plebejische (leestekst)

• plebejisch (D50)

28 ,11

• aanzienlijk (leestekst)

• 1/3e (D50)

28 ,11

• meer (leestekst)

• méér (D50)

28 ,11

• ...?’ (leestekst)

• ?... » (D50)

29 ,1

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

29 ,1

• meeglimlachte (leestekst)

• mee glimlachte (D50)

29 ,2

• Zo maar (leestekst)

• Zomaar (D50)

29 ,5

• plotseling (leestekst)

• plots (D50)

29 ,5

• nog (leestekst)

• nóg (D50)

29 ,5

• danst, (leestekst)

• danst (D50)

29 ,7

• Professor (leestekst)

• Prof. (D50)

29 ,8

• merkwaardig. (leestekst)

• merkwaardig ! (D50)

29 ,9

• sterretjes (leestekst)

• zilveren sterretjes (D50)

29 ,10

• tenminste (leestekst)

• ten minste (D50)

29 ,11

• halflang (leestekst)

• half lang (D50)

29 ,14

• Veertig! (leestekst)

• «Veertig ! » (D50)

29 ,14

• terwijl (leestekst)

• waar (D50)

29 ,14

• vijfentwintig (leestekst)

• vijf en twintig (D50)

29 ,14

• gegeven zou (leestekst)

• zou gegeven (D50)

29 ,15

• hieruit (leestekst)

• hier uit (D50)

30 ,1

• pauzeerde (leestekst)

• pauseerde (D50)

30 ,2

• had losgemaakt (leestekst)

• los had gemaakt (D50)

30 ,3

• Proost (leestekst)

• Prosit (D50)

30 ,3

• hartenvrouw (leestekst)

• hartendame (D50)

30 ,4

• ...? (leestekst)

• ?... (D50)

30 ,5

• zweetdruppeltjes (leestekst)

• zweetpareltjes (D50)

31 ,1

• te hebben opgemerkt (leestekst)

• opgemerkt te hebben (D50)

31 ,3

• habitués (leestekst)

• habitué’s (D50)

31 ,3

• overhoophaalde (leestekst)

• overhoop haalde (D50)

31 ,6

• kelner (leestekst)

• kellner (D50)

31 ,6

• aanstalten (leestekst)

• aanstalte (D50)

31 ,6

• een regenjas over hun (leestekst)

• hun regenjas over de (D50)

31 ,6

• instrument (leestekst)

• instrumenten (D50)

31 ,7

• trouwens (leestekst)

• overigens (D50)

31 ,9

• dansten, (leestekst)

• dansten (D50)

31 ,9

• ze (leestekst)

• zij (D50)

31 ,9

• zulke (leestekst)

• zo (D50)

31 ,9

• aanhoudende (leestekst)

• aanhoudend (D50)

31 ,9

• ofwel (leestekst)

• of wel (D50)

31 ,10

• professor (leestekst)

• Prof. (D50)

31 ,12

• naar toe (leestekst)

• naartoe (D50)

31 ,12

• weer een keer (leestekst)

• een keer weer (D50)

31 ,13

• zo (leestekst)

• zo (D50)

31 ,15

• me (leestekst)

• mij (D50)

31 ,15

• ik (leestekst)

• ik (D50)

31 ,15

• heen...! (leestekst)

• hèèn !... (D50)

32 ,2

• Het lijkt (leestekst)

• ’t Lijkt (D50)

32 ,2

• voorzichtig! (leestekst)

• voorzichtig ! (D50)

32 ,3

• ‘Dank (leestekst)

• « Dank (D50)

32 ,3

• arm (leestekst)

• arm, (D50)

32 ,3

• greep (leestekst)

• vatte (D50)

32 ,3

• een oudere (leestekst)

• een oudste (D50)

32 ,3

• ...? (leestekst)

• ?... (D50)

32 ,4

• slechtste (leestekst)

• slimste (D50)

32 ,5

• alleen nog (leestekst)

• nog alleen (D50)

32 ,7

• dravende (leestekst)

• dravend (D50)

32 ,7

• welk (leestekst)

• wèlk (D50)

32 ,7

• andere (leestekst)

• àndere (D50)

32 ,7

• ...?’ (leestekst)

• ? »... (D50)

32 ,9

• lantaren (leestekst)

• lantaarn (D50)

32 ,9

• erboven (leestekst)

• er boven (D50)

32 ,9

• niet (leestekst)

• niet (D50)

32 ,10

• ...! (leestekst)

• !... (D50)

32 ,11

• de (leestekst)

• een (D50)

32 ,12

• Wie bèn jij? (leestekst)

• Wie bèn jij ? (D50)

32 ,12

• ervan (leestekst)

• er van (D50)

33 ,2

• bent (leestekst)

• is (D50)

33 ,3

• eetzaal (leestekst)

• noenzaal (D50)

33 ,5

• inderhaast (leestekst)

• in de haast (D50)

33 ,6

• ons (leestekst)

• ons, (D50)

33 ,7

• ...! (leestekst)

• !... (D50)

33 ,9

• Meccano (leestekst)

• Mecano (D50)

33 ,9

• Meccano (leestekst)

• Mecano (D50)

33 ,9

• lispelde (leestekst)

• miespelde (D50)

33 ,14

• lichte (leestekst)

• geringe (D50)

33 ,16

• jongere (leestekst)

• jongste (D50)

33 ,16

• ...! (leestekst)

• !... (D50)

33 ,17

• beminnelijk (leestekst)

• aanminnig (D50)

33 ,18

• zijn gegleden (leestekst)

• gegleden zijn (D50)

33 ,19

• wonderlijke (leestekst)

• wonderbaarlijke (D50)