<Resultaat 3 van 2074

>

p1
Monsieur l’Abbé,

J’espère que vous me pardonnerez d’avoir tardé si longtemps d’accomplir votre désir et de vous envoyer cette breedervoerige groetenisse que vous m’avez demandeé dans la lettre que vous avez eu la grande bonté de m’adresser il y a presque maintenant trois mois. Il est vrai que c’est une grande négligence de ma part, mais, croyez moi, ce n’est pas du tout par mauvaise volonté. Nous étions alors au milieu des compositions puis le peu de nouvelles que j’avais à vous annoncer et la nouvelle année qui venait après cela tout a contribué à me faire oublier cet important devoir que j’avais à accomplir envers vous. Je me suis cependant décidé à ne plus attendre davantage quoiqu’il y ait encore pénurie de nouvelles actuellement. En réponse à votre lettre je puis vous dire que j’ai fait de mon côté tout mon possible pour vous aider de mes prières lors de votre élévation à la dignité de diacre, je n’ai pas manqué non plus de demander pour vous des prières à ceux auxquels vous aviez eu la complaisance de me l’enjoindre; ils m’ont tous répondu qu’ils feraient de leur mieux et je ne doute pas que nos prières ne vous aient été d’un grand secours dans cette importante action. Nous avons eu hier la proclamation habituelle du mois. Monsieur le Vicaire Général récemment nommé (Mr Broutyn) nous a fait l’honneur d’y assister, nous lui avons adressé nos félicitations par l’organe de p2Mr Dambre primus de la philosophie[2] après quoi il nous a lui-même adressé quelques paroles de remerciment et nous a donné deux jours de prolongement des vacances de Pâques ce qui joint à ces trois jours accordés par Mr Le Supérieur commence à former un prolongement notable qui a été accueilli avec des applaudissements frénétiques de la part des élèves car nous pouvons déjà commencer à aspirer aux vacances, ils s’approchent à grands pas et de plus nous pouvons nous flatter de voir à la maison quelques uns de ces beaux jours du mois de Mai que nous n’y avons pas vu

depuis bien longtemps.

Je me rappelle que dans votre lettre vous vous êtes informé de ma santé je puis vous annoncer Grace à Dieu! qu’elle est toujours parfaitement bonne et qu’elle se prête assez aisément à soutenir les fatigues de l’étude, le carême ne me fera pas beaucoup de tort parce que je ne suis pas encore astreint au jeûne, mais cependant cela ne durera plus très longtemps car déjà cette année j’ai du

tirer au sort (Le sort m’a été favorable).

Pour ce qui est de la poésie, il n’y a aucun danger que je m’y adonnerai avec trop d’ardeur car je sens que je ne suis pas né poëte, cependant je ne reste pas tout à fait en arrière pour cette branche car j’ai eu hier encore la 4e place dans la proclamation en vers latins. Nous sommes tous très contents que nous n’aurons plus désormais de vers à faire, ce sera avec de la prose que nous nous occuperons dans la suite a dit Mr Castel.

Il est peut être une nouvelle que vous ne connaissez pas encore et qu’il conviendrait que je vous mentionne: c’est que nous avons eu à déplorer la semaine passée la mort d’un de nos condisciples, élève de Philosophie Mr Blomme venu du Collège de Courtray. (il est décédé à Nevele dans sa maison natale)

Je finis, cher ami, en vous priant de vous souvenir parfois de moi dans vos prières c’est un devoir auquel je ne manque jamais moi-même envers mes amis car cette assistance mutuelle que nous nous rendons les uns aux autres est certainement d’un p3grand secours pour moi afin que je puisse dignement suivre la route que votre exemple trace devant moi et afin que vous aussi vous puissiez continuer avec courage et constance dans ce divin sentier, et que nous puissions de la sorte nous rejoindre ensemble dans le royaume des cieux, nous prierons surtout ensemble la très sainte vierge notre mère commune.

Dans ces sentiments cher ami je resterai toujours,
Votre ami très dévoué
Aloïse Vandemaele.

N.B. Recevez les compliments de Mr Schramme et de Mr Crombleholme qu’ils m’ont chargé de vous faire.

S’il arrivait Mr l’Abbé que vous daigniez encore m’honorer d’une de vos agréables lettres, souffrez que je vous demande de vouloir m’obliger à tel point de me charger de présenter vos respectueux respects à un certain Monsieur (fou de Bruges que je vous ai déjà nommé dans ma lettre) afin que je n’encourre plus dans la suite le risque d’être grondé par ce respectable Brugeois. Dernièrement ayant appris que j’avais reçu de vos nouvelles, aussitôt il m’accoste d’un ton d’important: vous êtes en défaut, me dit-il, Je réponds: Excusez Monsieur, en quoi donc? Vous ne m’avez pas fait les compliments de Mr L’Abbé ….. replique-t-il. Je lui dis ensuite avec assurance: On ne m’en a point chargé et son petit ton de prétention cessa aussitôt. Je pense qu’il n’est pas nécessaire de répéter encore son nom, je vous dirai cependant qu’il se constitue de quatre consonnes qui précèdent[3] un jambon.

Veuillez, je vous prie faire mes compliments à Messieurs Lievens[4] Serruys, Bostyn etc.

Omnia prospera Vale!!!!![5]

Noten

[1] Guido Gezelle startte op 20 of 21 maart 1854, dus pas 2 weken na deze brief, als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare, hoewel zijn studies aan het grootseminarie te Brugge nog niet helemaal voltooid waren. Deze brief is wellicht de laatste die Aloïs Vandemaele schreef aan de seminarist Guido Gezelle in Brugge. Als retoricastudent (schooljaar 1854-1855) had Aloïs Vandemaele Guido Gezelle overigens als leraar.
[2] Amandus Dambre behaalde ook de eerste plaats in het toelatingsexamen voor de afdeling wijsbegeerte van het kleinseminarie te Roeselare dat plaats had in het kleinseminarie op 20/08/1953 om 8.00u. ’s morgens (Rollariensia II, 1970, p.9).
[3] Een latere hand schreef in potlood in de marge : Dambre! = ham : jambon. Je vous souhaite le bon jour, au revoir P. Deleu. J. Deleu = Petrus (Pieter) Joannes Deleu was van 1847 tot 1862 subregent aan het klein seminarie te Roeselare. De naam Dambre komt in het begin van de brief voor en bestaat inderdaad uit 4 medeklinkers, die een (h)am bevatten. Bedoeld wordt Amandus Dambre, maar naar alle waarschijnlijkheid gaat het om Joseph-Edouard Schramme (filosofie 1853-1854), klasgenoot van Dambre. Deze Schramme, door Vandemaele “fou de Bruges” en “un respectable Brugeois” genoemd, was een Bruggeling (Zot is de bijnaam van de Bruggelingen), en wordt inderdaad hoger in het P.S. vermeld. Dambre was afkomstig uit Vlamertinge.
[4] Op het ogenblik dat Vandemaele zijn brief schrijft (07/03/1854) zijn zowel Guido Gezelle als Franciscus Lievens laatstejaarsseminarist aan het grootseminarie te Brugge. Zij werden overigens samen priester gewijd te Brugge op 10/06/1854 (ODIS).
[5] Vertaling Paul Thoen: Waarschijnlijk moet bij de eerste twee woorden het wkw. 'zijn' in de aanvoegende wijs bijgedacht worden = Dat alles goed ga(at) (met je). Vale: afscheidsformule in een brief = Stel het wel.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamCrombleholme, William Joseph
Datums° Chipping (Lancashire), 28/01/1825 - ✝ Boston, 17/01/1884
GeslachtMannelijk
Beroepbroeder; leraar; priester; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioAls achttienjarige werd William Crombleholme een katholieke broeder in de orde van La Salle. Hij gaf vanaf 1843 les te Bolton en te Liverpool, eerst in „the Catholic School", Copperas-hill en later in „the Ragged School for Boys", Spitalfields, opgericht door Father James Nugent. In 1853 kwam hij via bisschop Turner van Salford naar het kleinseminarie te Roeselare, waar hij in 1854 als eerste Engelsman de afdeling filosofie volgde. Van 1855 tot 1857 studeerde hij theologie aan het grootseminarie te Brugge. Voor het beëindigen van zijn studies wijdde bisschop Turner hem tot priester op 27/09/1857. Hij keerde terug naar Salford. In 1858 werd hij overgeplaatst naar St. Anne's, Ashron-under-Lyne. Na voortdurende financiële moeilijkheden, o.a. door het bouwen van St. Anne's Hall en scholen te Denton en te Hooley Hill, ging hij in 1873 op bedeltocht naar de V.S. en Canada. Van 1878 tot 1883 kon hij een groot gedeelte van zijn schulden te Salford afbetalen. In 1883 ondernam hij een tweede bedeltocht naar Noord-Amerika, waar hij na een ernstige ziekte onverwacht overleed.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://sites.google.com/site/crumbleholmefamilyhistory/father-crumbleholme
NaamDe Leu, Petrus Joannes Baptista
Datums° Rollegem-Kapelle, 27/08/1815 - ✝ Ingelmunster, 04/06/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; surveillant; pastoor
BioIn 1845 was Petrus De Leu, zoon van David De Leu, olieslager, en Marie Vanneste, subregent aan het college te Veurne. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 20/12/1845. Hij werd leraar in het bisschoppelijk college te Veurne in 1845 en leraar aan het kleinseminarie te Roeselare in 1847. Van 1848 tot 1862 was hij surveillant aldaar. Vervolgens was hij pastoor te Ooigem (11 juni 1862), Staden (28 augustus 1869) en Ingelmunster (10 september 1874).
Links[odis]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFaict, Joannes Josephus
Datums° Leffînge, 22/05/1813 - ✝ Brugge, 04/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, professor, superior, erekanunnik, vicaris-generaal, coadjutor, bisschop
BioIn 1834 was J.J. Faict, zoon van Henri Faict, brouwer, en Marie Hellinck, laureaat van de retorica aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd doctor in de theologie, wijsbegeerte en letteren. Op 09 juni 1838 werd hij te Brugge door Mgr. Boussen tot priester gewijd. Hij werd professor kerkgeschiedenis en wetenschappen (12/01/1839) en professor theologie (oktober 1840) aan het grootseminarie in Brugge. Vanaf augustus 1849 tot oktober 1856 was hij superior van het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd erekanunnik (29/12/1853) en vicaris-generaal van Mgr. Malou op 18/10/1856. In september 1862 werd hij huisprelaat van paus Pius IX en op 25/02/1864 coadjutor van Mgr. Malou. Hij was bisschop van Brugge van 18/10/1864 tot aan zijn dood in 1894.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoverste, correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamLievens, Franciscus Joannes
Datums° Zerkegem, 19/08/1826 - ✝ Krombeke, 20/10/1892
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, coadjutor, onderpastoor, geestelijk directeur, pastoor
BioFranciscus Lievens was de zoon van Petrus Lievens (herbergier) en Sophie Sabbe. Hij was een klasgenoot van Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare en het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 10/06/1854, samen met Guido Gezelle. Hij was coadjutor te Nieuwkapelle (september 1854), onderpastoor te Bavikhove (06/03/1856) en te Elverdinge (14/06/1860). Vervolgens was hij geestelijk directeur van de Roesbrugge dames, het Bellegasthuis en de Lamotteschool te Ieper (1870), proost te De Klijte (1877) en pastoor te Krombeke (14/07/1880), waar hij overleed in zijn pastorie.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; klasgenoot van Gezelle
NaamVandemaele, Aloïs
Datums° Zwevegem, 09/06/1834 - ✝ Asper, 06/03/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur klooster; aalmoezenier; pastoor
BioAloïs Vandemaele werd geboren te Zwevegem als zoon van een bakker. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare. De vier jaar jongere Vandemaele leerde er Gezelle kennen die er toen ook leerling was (schooljaar 1849-1850). Gezelle vertrok om te studeren aan het grootseminarie te Brugge. Vandemaele begon vanuit Roeselare zijn correspondentie met Gezelle. Zijn eerste bekende brief dateert van 15 december 1850, Vandemaele was toen 16 jaar. Hij en Gezelle waren dus schoolvrienden. Na zijn seminarieopleiding keerde Gezelle terug naar het kleinseminarie als leraar waar hij ook les gaf aan Vandemaele tijdens het schooljaar 1854-1855. Vandemaele deed zijn intrede in het grootseminarie te Brugge op 01/10/1856. Als seminarist werd hij lid van Gezelles Confraternity. Op 01/10/1859 werd Vandemaele leraar fysica en wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en op 17 december van dit jaar ontving hij zijn priesterwijding. Op 10/04/1861 werd hij leraar Latijn, Engels en wiskunde aan het Sint-Jozefscollege te Tielt, waar hij via Guido Gezelle Engelse studenten naartoe trachtte te krijgen, in eerste instantie om zijn studenten beter hun Engels te kunnen laten oefenen. Het was de bedoeling om hen na de collegetijd in Tielt door te sturen naar het Engels seminarie in Brugge, zodat zij als priester het katholieke geloof zouden verspreiden in Engeland. Op 22/04/1868 werd hij onderpastoor te Oostrozebeke (Sint-Amandskerk) en op 24/05/1871 te Poperinge. Daarna werd hij overgeplaatst naar Kortrijk waar hij op 08/10/1874 bestuurder werd van de Congregatie van de zusters Paulienen en tevens aalmoezenier van de gevangenis. Op 26/10/1878 volgde zijn eerste aanstelling als pastoor te Oostduinkerke (Sint-Niklaaskerk), en daarna, op 06/02/1889, werd hij nog pastoor te Lauwe. Op 23/02/1900 nam hij daar ontslag.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; schoolvriend; oud-leerling; aanvrager gelegenheidsgedicht (Te Lauwe)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamBroutyn, Pierre François
Datums° Ronse, 27/11/1802 - ✝ Brugge, 28/06/1856
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; coadjutor; onderpastoor; pastoor; pastoor-deken; vicaris-generaal; erekanunnik
BioPierre Broutyn werd leraar aan het college van Aalst in oktober 1822. Hij ontving zijn priesterwijding in Mechelen op 17 februari 1826. Hij werd achtereenvolgens coadjutor in Watervliet (1826), onderpastoor in Komen (1827) en in Ten Brielen (1832), pastoor in Dottenijs (20/10/1837), pastoor-deken in Torhout (09/08/1848) en op 29 december vicaris-generaal en erekanunnik in Brugge. Hij verkreeg eveneens de titel van erekanunnik van Antiochië (Syrië) op 03/05/1856.
Links[odis]
NaamDambre, Amandus Leopoldus
Datums° Vlamertinge, 28/04/1832 - ✝ Brugge, 12/07/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor; titulair kanunnik; inspecteur; directeur; aartspriester
BioAmand Dambre was een zoon van Joannes-Benedictus Dambre, landbouwer, en Maria-Joanna Glorie, en de oudere broer van Emile en Edouard Dambre. Als leerling aan het kleinseminarie te Roeselare kreeg hij les van Gezelle tijdens zijn schooljaar filosofie 1853-1854. Hij was er de primus. Hij ontving zijn priesterwijding op 19 december 1857. Vervolgens studeerde hij theologie in Leuven en ging hij in december 1859 op zijn beurt les geven aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij werd onderpastoor van de Onze Lieve Vrouwekerk in Brugge (27/12/1865), pastoor in Beernem (24/09/1873) en Waregem (16/11/1875). Op 27 december 1880 werd hij titulair kanunnik van de Brugse kathedraal en inspecteur van de bisschoppelijke colleges. Hij was achtereenvolgens penitentiarius van het kapittel (20/04/1885) en directeur van het Heilig werk der kindsheid (april 1886). Op 8 november 1887 werd hij lid van de toezichtcommissie van het bedelaarswerkhuis en het toevluchtshuis. In 1895 ten slotte was hij aartspriester van het kapittel en voorzitter van het Werk der Uitgelezene Bibliotheek.
Links[odis]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamCastel, Henry Edmond; Hendrik
Datums° Langemark, 17/02/1814 - ✝ Pittem, 12/08/1886
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor
BioHendrik Castel werd in 1840 leraar te Kortrijk. Zijn priesterwijding kreeg hij op 21/12/1844. Hij werd leraar aan het kleinseminarie te Roeselare in 1844. Ten slotte was hij werkzaam als pastoor te Voormezele (17/11/1857) en te Pittem (26/05/1865).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecollega kleinseminarie Roeselare
NaamBlomme, Florimond Felix Marie
Datums° 04/09/1834 - ✝ Nevele, 21/02/1854
GeslachtMannelijk
Beroepstudent
BioFlorimond Blomme was de oudste zoon van dokter en gynaecoloog Felix Blomme (28/12/1803 -13/02/1848) en Angelica Penneman (14/10/1806 - 06/04/1869) uit Nevele. Hij studeerde aanvankelijk aan het Sint-Amandscollege van Kortrijk. Hij slaagde voor het ingangsexamen van de afdeling wijsbegeerte van het kleinseminarie te Roeselare op 20/08/1953. Hij stierf echter jong (19 j.) thuis in zijn geboortedorp Nevele in het vroege voorjaar van 1854.
Bronnen https://search.arch.be/nl/
NaamSchramme, Joseph Eduard
Datums° Brugge, 01/01/1834 - ✝ Brugge, 18/10/1900
GeslachtMannelijk
Beroeparts
BioJoseph Eduard Schramme was de zoon van Charles François Schramme (1805-1875) en Virginie Demeyer (1799-?). Oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare (filosofie 1853-1854). Hij studeerde geneeskunde in Leuven en was hoofdarts in het Sint-Janshospitaal te Brugge. Ridder in de Leopoldsorde. Gehuwd op 27/04/1863 met Sidonie t'Schacket.
NaamSerruys, Fredericus
Datums° Heule-Watermolen, 14/07/1831 - ✝ Ruddervoorde, 25/03/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioFredericus Joseph Serruys was de zoon van Petrus Serruys, herbergier, en Cordula Dutoit. Hij studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare en aan het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 17/05/1856 en was na zijn priesterwijding leraar aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk (1856), en vervolgens onderpastoor te Handzame (Sint-Adriaanskerk) vanaf 23/11/1859, onderpastoor te Meulebeke (Sint-Amandskerk) vanaf 24/05/1861, pastoor te Koolkerke (Sint-Niklaaskerk) vanaf 07/02/1877, pastoor te Watou (Sint-Baafskerk) vanaf 19/09/1881 en pastoor te Ruddervoorde (Sint-Elooiskerk) vanaf 03/11/1886, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare, oud-leerling grootseminarie Brugge
Bronnen http://onstrees.bplaced.net/stamboom/individual.php?pid=P497&ged=vyncke
NaamBostyn, Joannes-Baptista
Datums° Ledegem, 04/08/1829 - ✝ Oudekapelle, 03/04/1883
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
Relatie tot Gezellestudeerde aan het kleinseminarie te Roeselare en het grootseminarie te Brugge

Naam - plaats

NaamNevele
GemeenteNevele
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Amandscollege Kortrijk
BeschrijvingHet Sint-Amandscollege was een katholiek college opgericht in 1833 te Kortrijk. Het komt af en toe ter sprake in de brieven omdat kennissen van Gezelle er les gaven of principaal waren, zoals Arsène Dehulster van 1886 tot 1893.
Datering1833
Links[wikipedia]

Titel07/03/1854, Roeselare, Aloïs Vandemaele aan [Guido Gezelle]
EditeurJohan Van Eenoo; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVandemaele, Aloïs
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum07/03/1854
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inUit Gezelle's leven en werk / door Fr. Baur. - Leuven : Davidsfonds, 1930, p.187 (noot 6) (citaat)
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 213x137
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: angoulème
Toevoegingen op zijde 1 linksboven: Vandemaele (balpen, schuin) ; op zijden 3 en 4: aanvullende notities (potlood, onbekende hand)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3767
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10005
Inhoud
IncipitJ' espère que vous me pardonnerez d'avoir
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.