<Resultaat 7 van 2074

>

p1
Monsieur

Profitant de la permission que vous m'avez accordé aux vacances dernières d'entrer en correspondance avec vous & voulant vous prouver combien j'attache de prix à conserver l'affection que vous m'avez toujours temoigné durant mon séjour à Roulers je vous fais parvenir aujourd'hui quelques unes de mes petites nouvelles. Ah Monsieur quelle difference en tout & pour tout entre l'établissement ou je me trouve & ceux que j'avais fréquentés d'abord! Je vais vous analyser en peu de mots la journée en omettant cependant les choses qui sont semblables à ce qui se pratique dans les collèges épiscopaux. En premier lieu le matin on se lève aussi à 5 1/2 heure mais il faut se dépécher davantage on a seulement 15 minutes entre le temps du lever et le moment ou quittant son alcôve on se rend à la porte du dortoir ou l'on se met en rang & d'ou l'on passe à la salle d'études là on fait la prière du matin & on fait une courte lecture de piété jusqu'à 6 h p2De 6 heures l'étude dure jusqu'à 7 h alors a lieu le déjeuner à 7 1/2 on dit la messe à 8 h. jusqu'à 10 heures se fait la classe après laquelle on accorde un quart d'heure de récreation ensuite de 10 1/4 a 12 1/2 Etude Alors on donne les cours de langues, les cours facultatifs et les cours de mathématiques car ceux ci sont indépendants des classes. A midi et demi on dine l'après midi se passe comme à Roulers à l'exception que la récreation de 4 h. ne dure ici que jusqu'a 4 heure & demi et que delà jusqu'a 7 heures & quart on a Etude à 7 1/4 h. Lecture de Piété à 7 1/2 on donne le souper a 8 h c.a.d. immédiatement après le souper on dit la prière du soir & de là on se rend au dortoir de nouveau en rang lorsqu'on y est un quart d'heure le surveillant donne un coup de sonnette on entre au lit & quelques instants après un second coup de sonnette donné le urveillant fait le tour du dortoir & vient voir si tout le monde est couché si on ne l'était pas on s'exposerait sinon à une pénitence du moins à un très sérieux avertissementp3Je suis ici Monsieur dans une classe très nombreuse nous sommes 40 Je parie que vous n'en avez pas tant dans le second cours de commerce la philosophie est elle nombreuse cette année çi? Ici nous n'avons pas cela mais au lieu que les philosophes nous surveillent nous avons quatre surveillants qui sont continuellement auprès des élèves il y en a deux pour la petite division c a d ce qui répond à peu près au pensionnat à Roulers excepté qu'on y tient les élèves jusqu'à ce qu'ils aient atteint une certaine taille et ensuite deux surveillants pour la grande division il y a en tout dans les 150 internes une quarantaine de demi pensionnaires & alors plus du double d'externes le lendemain du jour de la rentrée Monseigneur l'évèque de Liège a célébré la messe solemnelle du Saint Esprit après l'évangile Monseigneur est monté en chaire & nous a fait un très beau sermon. Après la messe il est entré dans l'intérieur & a pris le déjeuner l'après midi s'est faite l'ouverture solemnelle des cours par la proclamation que fit le préfet des études des élèves auxquels p4la fréquentation de chaque cours était permis.

Maintenant Monsieur j'en viens à un point que j'aurais preféré vous développer lorsque j'eus le plaisir de vous voir chez vous pendant les Vacances Il s'agit de l'association etablie à Dusseldorf pour la propagation des images religieuses

Si je m'étais rappelé de la chose je vous aurais exprimé verbalement les raisons qui me forcent à prendre la résolution de ne plus faire partie de l'association Je vous écris maintenant Monsieur à ce sujet parce que le Prospectus dit que c'est chaque année à la fin du mois de Novembre que les souscripteurs recoivent leurs images & pourque vous puissiez encore faire parvenir à Dusseldorf avant ce temps la nouvelle de ce que je cesse de faire partie de l'association & pour cette raison je vous prierais de faire rayer mon nom au registre de la dite association Cependant Monsieur en cas que la livraison fut arrivée je vous indiquerais ici 4 ou 5 élèves qui m'ont manifesté dès l'année dernière le desir de faire partie de l'association c'étaient Emile Struye Justin Vandermeersch, Louis Deboninge, Benoit Bernolet & Leopold Dieleman Je ne sais pas cependant si ces gens auront maintenu leur desir Cependant j'espère que cela n'empèchera pas nos liaisons amicales et qu'aux prochaines vacances je pourrai vous indiquer les raisons qui m'ont obligé à prendre cette décision je vous dirai egalement alors Monsieur pourquoi je ne vous les fais pas connaitre dans cette lettre. Maintenant Monsieur j'ose vous demander une réponse s'il vous plait en vous priant de m'excuser s'il vous plait si je vous envoie une lettre si mal écrite mais veuillez cependant croire à ma sincere affection & à mon respect.

A DeLeyn

Register

Correspondenten

NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLuik

Naam - persoon

NaamBernolet, Benoit; Bernolet, Benedictus Sebastianus Andreas
Datums° Pervijze, 13/02/1839 - ✝ Pervijze?, 15/02/1891
GeslachtMannelijk
Beroepprocureur
BioBenoit Bernolet was oud-leerling van Gezelle aan het kleinseminarie Roeselare.
Relatie tot Gezelleoud-leerling; adressenlijst Ons Oud Vlaemsch
NaamDe Leyn, Alfons
Datums° Brugge, 08/10/1839 - ✝ Brugge, 28/09/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; kanunnik
BioAlfons De Leyn, zoon van Louis De Leyn, grondeigenaar, en Isabella De Coster, studeerde rechten aan de universiteit van Leuven. Hij werd er op 14/04/1863 doctor in de rechten. Op 22/12/1866 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens ging hij aan de slag als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare (18/03/1867) en als directeur van de lagere afdeling van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (09/1872) en het daaraan verbonden pensionaat. Hij volgde Emiel Minne op als principaal van het Sint-Lodewijkscollege (1878-1883). Hij was ook werkzaam als schoolinspecteur. Op 21/09/1887 werd hij ere-kanunnik van de kathedraal te Brugge en op 15/05/1889 titulair kanunnik. In 1896 was hij nauw betrokken bij de organisatie van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zaligverklaring van Idesbald van der Gracht. Hij was eveneens lid van de Société d'émulation te Brugge en de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
Naamde Montpellier, Théodore Alexis Joseph
Datums° Vedrin, 07/05/1807 - ✝ Luik, 24/08/1879
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; erekanunnik; bisschop; prelaat van de paus
Biode Montpellier behoorde tot een Belgische adellijke familie. Hij ontving zijn priesterwijding in 1833. Hij was bisschop van Luik van september 1852 tot 24 augustus 1872.
Links[odis], [wikipedia]
NaamStruye, Emile
Datums° Ieper, 1840 - ✝ Gistel, 1905
GeslachtMannelijk
BioEmile Struye was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare.
NaamVandermeersch, Justin Leon
Datums° Ieper, 04/01/1840 - ✝ ?, ?
GeslachtMannelijk
BioJustin Vandermeersch liep school in het kleinseminarie te Roeselare.
NaamDeboninge, Louis Corneille Désiré
Datums° Oostende, 04/05/1840 - ✝ Oostende, 27/05/1882
GeslachtMannelijk
Beroepbediende
BioHij was een bediende bij de marine en de post.
NaamDieleman, Leopold
Datums° Moerbeke, 30/01/1833 - ✝ Astoria (VS), 06/04/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsVerenigde Staten
BioDieleman was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare. Hij trad in 1858 in in het Amerikaans College, en vertrok in 1862 als missionaris naar Oregon (U.S.A.). Zijn afscheid zou Gezelle geïnspireerd hebben tot het gedicht Excelsior.

Naam - plaats

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare
NaamLuik
NaamDüsseldorf

Naam - instituut/vereniging

NaamVerein zur Verbreitung religiöser Bilder
BeschrijvingVereniging in 1841 opgericht in Düsseldorf om katholieke bidprentjes uit te geven en te verspreiden onder de leden. Ze ontstond als reactie op de Franse devotieprenten en zocht nadrukkelijk inspiratie in de middeleeuwen. Gezelle maakte kennis met deze vereniging als seminarist aan het grootseminarie en betrok later ook zijn leerlingen erbij. Ze diende als inspiratie voor de Heilige Beeldenkensgilde, die vanaf 1864 op grote schaal goedkope bidprentjes verspreidde.
Datering1841-heden
Links[wikipedia]
NaamCollège Saint-Servais de Liège
BeschrijvingHet Collège Saint-Servais in Luik werd gesticht in 1828 en in 1838 overgedragen aan de jezuïeten. In 1855 volgt Gezelles oud-leerling Alfons De Leyn er les. In zijn brieven beschrijft hij het schoolleven.
Datering1828-heden
Links[wikipedia]

Titel27/10/1855, Luik, Alfons De Leyn aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Leyn, Alfons
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum27/10/1855
VerzendingsplaatsLuik
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 209x135
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 4 in twee richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden briefpapier: Collège St Servais à Liège
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3779
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10019
Inhoud
IncipitProfitant de la permission que vous m'avez accordé aux va-
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.