<Resultaat 22 van 2050

>

p1
Cornbrook Park

My Most Dear Father,

Mr. Gadd desires me to say that through the kindness of Mr. Harford he will send the Ballance of George Williams account, which is two Pounds fifteen shillings and ten Pounds in advance for Pension, Clothing, Books, or whatever may be required, as John Sale is comming[1] he George will require New Books, and you will please to see that he has them suitablep2his present studies and future if required, do not let him lose time for want of Books, his Education is too much wanted now, neither let John be inconvenienced for want of his Books, you will also please to look to his clothing and shoes for the coming winter, so as to keep him warm and Respectable and protect him from the cold season, he is very weak in the chest and lungsp3in the winter season, I hope he will repay with deep gratitude when he has finished, he has a very grateful Heart, I am sending him a nice rug for his feet when he is studying to keep his feet warm, I am delighted to see him obedient and loving to you his dearest of Friends and best of Advisers his love will repay you I hope, tell him to pray for his Dear Uncle[2] the Doctors have given up allp4this morning I am sorry to say, Pardon me Dear Father for troubling you so long but my heart is very full for my Poor Dear Brother, I can scarcely see what I am writing to you,

Give my fond love to my Dear Child and Pray for your sorrowful Child
Anne Gadd
*p1

You will Please acknowledge the Receipt when convenient of the money,

Noten

[1] Foutief voor ’coming’.
[2] Richard Hill was ernstig ziek en zou snel nadien overlijden op 16 september 1857. Zie de brief van Anne Gadd aan Guido Gezelle van 28/09/1857.

Register

Correspondenten

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHulme (Manchester)

Naam - persoon

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S
NaamGadd, George William
Datums° Pendleton (Salford), 28/12/1842 - ✝ Zanesville (Ohio), 12/06/1921
GeslachtMannelijk
Beroepingenieur
VerblijfplaatsEngeland; Amerika
BioGeorge William Gadd werd geboren op 28 december 1842 in Pendleton, Salford. Hij was leerling aan het kleinseminarie van 1856 tot en met 1859. Zijn naam komt niet voor op de bekende ledenlijsten van de 'Confraternity'. Toch is hij lid geweest. Dit bewijst de slotzin van Gezelles brief van 15/07/1857 (brief 45): "I remain ever your faithful confessor and fellow member of our little confraternity". In augustus 1859 verliet hij Roeselare om opgeleid te worden als ingenieur in 'The Regent Iron Works' van zijn vader. Al vroeg moest hij samen met zijn moeder Anne Gadd de leiding van het bedrijf overnemen toen zijn vader Thomas op 05/12/1859 overleed. In 1862 kwam hij nog eens naar Roeselare voor de proclamatie. Hij huwde op 11 september 1866 met Mary Jane Brennan. Hij week later uit naar de Verenigde Staten en overleed er op 12 juni 1921 in Zanesville, Muskingum, Ohio.
Relatie tot Gezellecorrespondent; confraternity; leerling kleinseminarie Roeselare
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGadd, Thomas
Datums° Manchester, 04/11/1810 - ✝ Manchester, 05/12/1859
GeslachtMannelijk
Beroepmechanien; ingenieur; machinebouwer
VerblijfplaatsEngeland
BioThomas Gadd was de zoon van George Gadd (Manchester, 1780 - Chorlton, 01/1858) en Elizabeth Newton (+ Chorlton, 07/1858). De jonge ingenieur trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met Anne Hill. Het echtpaar kreeg vijf zonen en drie dochters, waaronder George William Gadd, oud-leerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie. In 1841 staat een Thomas Gadd vermeld als mecanicien in Edge Place in Salford. In 1843 richtte hij een eigen metaalverwerkend en machinebouwbedrijf op in 32 Lower Mosley Street, Manchester onder de naam ‘Thomas Gadd’. Hij produceerde kleinere machines en mechanische werktuigen. In 1851 stelde hij er zestig man te werk. Later associeerde hij zich met zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – 16/09/1857, Eccles, Salford, Manchester), de broer van Anne, in het machinebouwbedrijf Gadd & Hill (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford). Zowel Richard als Thomas stierven vroegtijdig op 49-jarige leeftijd. Anne Gadd en Co zetten het bedrijf verder.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHarford, Henry Edwin Aloïsius
Datums° Manchester, 13/01/1837 - ✝ Londen, 28/12/1896
GeslachtMannelijk
Beroepjezuïet; subregent; leraar; priester
VerblijfplaatsEngeland; Indië
BioHenry Harford was de zoon van bootmeester Henry Harford en Eliza Harford. Hij werd geboren op 13 januari 1837 in Manchester en werd er Anglicaans gedoopt op 5 februari 1837. Hij werd in maart 1849 in Manchester in de katholieke Kerk opgenomen. Hij kwam vermoedelijk door tussenkomst van kanunnik Benoit op 09/08/1855 te Roeselare aan. Hij volgde er de vierde klas (1855-1856), de derde klas (1856-1857) en de poësis (1857-april 1858). Hij zat dus in de klas van Gezelle maar wordt nergens vermeld (noch in de palmares, noch door Gezelle zelf). Hij leerde te Roeselare vlot Frans, Italiaans en Latijn spreken. Op 27/04/1858 trad hij in bij de jezuïeten te Drongen. Op 15/11/1860 kreeg hij de tonsuur te Gent. Hij volgde tweede en derde jaar filosofie te Namen (1862-1864) en eerste jaar theologie te Leuven (1864-1865). Hij was subregent en leraar Engels in het college van Brussel (1865-1866) en Gent (1866-1868). Na een verblijf in St. Bruno's (Engeland) studeerde hij drie jaar theologie te Leuven (1869-1872). Op 10/09/1871 werd hij tot priester gewijd te Leuven. Zijn derde proefjaar volgde te Drongen (1872-1873). Vervolgens werd hij leraar Engels als titularis van het derde jaar (1873-1874) en van de poësis (1874-1875) aan het college te Gent. Op 11/12/1875 vertrok hij naar Calcutta, St. Francis Xavier's College (1876-1879) en Sacred Heart Church (1879-1886). In 1886 keerde hij naar Engeland terug en doceerde Frans in Stonyhurst. Hij was eveneens leraar te Liverpool en te Preston. Hij werd op 12/06/1888 in de Engelse provincie opgenomen en verbleef één jaar te Accrington ( 1890). Vervolgens werd hij leraar zedenleer in Mary's Hall (1891). In september 1894 kwam hij naar Roehampton. Hij overleed in Londen op 28 december 1896 op 57-jarige leeftijd.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamSale, John Bradshaw
Datums° Manchester, 12/1843 - ✝ Manchester, 31/01/1863
GeslachtMannelijk
Beroephandelsklerk
VerblijfplaatsEngeland
BioJohn Bradshaw Sale was de zoon van Mary Hilton (Manchester, 1819-1868) en John Joseph Sale (Manchester, 1814-1873), drukker, graveur en kantoorboekhandelaar te Manchester. Hij werd geboren te Manchester in december 1843. Net als zijn broer Thomas was hij leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Dit van 1857 tot en met 1859. Na zijn terugkeer naar Engeland werd hij handelsklerk (census 1861). Hij bleef ongehuwd. Hij overleed te Manchester op 20-jarige leeftijd op 31 januari 1863.
Relatie tot Gezellekleinseminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamHill, Richard
Datums° Pendleton, 1808 - ✝ Eccles, 16/09/1857
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar
VerblijfplaatsEngeland
BioRichard Hill werd geboren in Pendleton, Lancashire in 1808. Hij was de broer van Ann Hill (Gadd). Hij trouwde in september 1844 in Salford, Lancashire met Mary Ann Bayley. Het echtpaar had twee kinderen: Charles en Agnes. Richard overleed op 16 september 1857 in Eccles, Salford, Lancashire op 50-jarige leeftijd. Met de census van 1851 - Richard en zijn gezin wonen op dat moment in Hulme, Lancashire - staat hij vermeld als "cashier (merchant)". Hij was verbonden aan het metaalverwerkende bedrijf Gadd & Hill, Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford. Hij was vermoedelijk geassocieerd met Thomas Gadd, de echtgenoot van Ann Hill (Gadd).

Naam - plaats

NaamHulme (Manchester)

Titel07/09/1857, Hulme (Manchester), [Anne Hill =] Anne Gadd aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderHill, Anne
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum07/09/1857
VerzendingsplaatsHulme (Manchester)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; Cornbrook Park ligt in Hulme, Manchester.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.74-75
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 213x135
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 1 kruiselings beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3825
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10039
Inhoud
IncipitMr Gadd desires me
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.