<Resultaat 163 van 2349

>

p1
Monsieur Gheselle

Avez la bonté de mettre entre les mains du porteur l'adresse de Mr Van de Putte Curé à Liverpool. Je la remettrai à mon frère qui la passera à Mr Van Kuekelberg partant la semaine prochaine pour l'Amérique. Il compte aller visiter ce Mr à Liverpool.

Recevez Mr mes salutations sincères.
Louis Brondel

Register

Correspondenten

NaamBrondel, Louis Ferdinand
Datums° Brugge, 06/04/1839
GeslachtMannelijk
Beroepkopergieter
BioLouis Ferdinand Brondel werd op 6 april 1839 geboren in Brugge. Hij was de zoon van Carolus Brondel, stoelmaker en van Isabella Becquet. Het was een groot gezin met zeven kinderen. Drie ervan werden religieus. Louis koos het vakmanschap. Na enkele korte passages in Parijs en Molenbeek vestigde hij zich definitief in Brugge in de Boeveriestraat in het ouderlijke huis. Op 17 januari 1871 trouwde hij met Anne Marie Declercq. Hij werd vroeg weduwnaar in 1876 door haar overlijden kort na de geboorte van hun derde kind. Een sterfdatum is niet gekend. Toen zijn zoon huwde in 1900 woonde hij te Aartrijke. Hij stond geregistreerd als kopergieter, maar oefende geen zelfstandige activiteit uit. Waarschijnlijk werkte hij mee in het gekende bedrijf van zijn broer Frans in de Wijngaardstraat. Hij komt voor in de briefwisseling als tussenpersoon voor Gezelle en zijn broers.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenArchiefbank Brugge
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBrondel, Louis Ferdinand
Datums° Brugge, 06/04/1839
GeslachtMannelijk
Beroepkopergieter
BioLouis Ferdinand Brondel werd op 6 april 1839 geboren in Brugge. Hij was de zoon van Carolus Brondel, stoelmaker en van Isabella Becquet. Het was een groot gezin met zeven kinderen. Drie ervan werden religieus. Louis koos het vakmanschap. Na enkele korte passages in Parijs en Molenbeek vestigde hij zich definitief in Brugge in de Boeveriestraat in het ouderlijke huis. Op 17 januari 1871 trouwde hij met Anne Marie Declercq. Hij werd vroeg weduwnaar in 1876 door haar overlijden kort na de geboorte van hun derde kind. Een sterfdatum is niet gekend. Toen zijn zoon huwde in 1900 woonde hij te Aartrijke. Hij stond geregistreerd als kopergieter, maar oefende geen zelfstandige activiteit uit. Waarschijnlijk werkte hij mee in het gekende bedrijf van zijn broer Frans in de Wijngaardstraat. Hij komt voor in de briefwisseling als tussenpersoon voor Gezelle en zijn broers.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenArchiefbank Brugge

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamBrondel, Jean- Baptiste
Datums° Brugge, 24/02/1842 - ✝ Helena (Montana, VS), 03/11/1903
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris; leraar; rector; bisschop
VerblijfplaatsNoord-Amerika (Vancouver)
BioJean-Baptiste Brondel ging in Brugge naar school in het Franciscus-Xaveriusinstituut. In 1852 begon hij zijn studies aan het Sint-Lodewijkscollege voor 10 jaar lang. Hij was geïnspireerd door de werken van Pieter-Jan Desmedt en besloot missionaris te worden. Hij ging naar het Amerikaans seminarie te Leuven op 01/10/1861 en studeerde er filosofie en theologie. Hij werd te Mechelen op 17/12/1864 tot priester gewijd. Hij vertrok op 17/09/1866 naar Noord-Amerika en kwam op 30/10/1866 aan te Fort Vancouver, British Columbia, Canada. Na een jaar als leraar aan het Holy Angels College in Vancouver diende hij 10 jaar als rector van de kerk van Stellacoom (Washington Territory, VS) en haar missieposten. Hij werd in 1877 overgeplaatst naar Walla Walla maar keerde in 1879 terug naar Stellacoom. Op 26/09/1879 benoemde Paus Leo XIII hem tot de derde bisschop van Vancouver Island. Op 7 april 1883 werd hij benoemd tot apostolisch vicaris in Montana (VS) en op 7 maart 1884 werd hij daar de eerste bisschop van het nieuwe diocees Sint-Helen. Hij reisde veel en zette zich in voor de kerstening van de indianen, bij wie hij een aanzienlijke populariteit genoot. Hij is begraven in de kathedraal van Helena (Montana).
Links[wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; (geboortedatum: https://www.archiefbankbrugge.be/Archiefbank)
NaamBrondel, Louis Ferdinand
Datums° Brugge, 06/04/1839
GeslachtMannelijk
Beroepkopergieter
BioLouis Ferdinand Brondel werd op 6 april 1839 geboren in Brugge. Hij was de zoon van Carolus Brondel, stoelmaker en van Isabella Becquet. Het was een groot gezin met zeven kinderen. Drie ervan werden religieus. Louis koos het vakmanschap. Na enkele korte passages in Parijs en Molenbeek vestigde hij zich definitief in Brugge in de Boeveriestraat in het ouderlijke huis. Op 17 januari 1871 trouwde hij met Anne Marie Declercq. Hij werd vroeg weduwnaar in 1876 door haar overlijden kort na de geboorte van hun derde kind. Een sterfdatum is niet gekend. Toen zijn zoon huwde in 1900 woonde hij te Aartrijke. Hij stond geregistreerd als kopergieter, maar oefende geen zelfstandige activiteit uit. Waarschijnlijk werkte hij mee in het gekende bedrijf van zijn broer Frans in de Wijngaardstraat. Hij komt voor in de briefwisseling als tussenpersoon voor Gezelle en zijn broers.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenArchiefbank Brugge
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVandepitte, Richard
Datums° Menen, 03/04/1814 - ✝ York, 01/04/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsEngeland
BioRichard Vandepitte werd geboren op 3 april 1814 in Menen, als zoon van goudsmid Louis Vandepitte en Eulalie Rembry. Hij werd op 8 juni 1838 priester gewijd in Brugge. Na een korte loopbaan als leraar begon hij in 1840 zijn parochiewerk in Nieuwkerke en Harelbeke, waarna hij in 1842 onderpastoor werd in Kortrijk. Hij bleef in Kortrijk actief als directeur van het klooster van Sint-Niklaas, van het klooster der zwarte zusters, het godshuis Sint-Jozef, en aalmoezenier van de gevangenis. In 1853 vertrok hij naar Liverpool, waar hij de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette bouwde. In 1868 zette hij zijn missie voort in Market Harborough in het bisdom Nottingham, waar hij opnieuw een kerk en school bouwde, om vervolgens onderpastoor te Whitwick te worden. In 1884 zette hij zijn loopbaan verder in York, waar hij het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid stichtte en directeur werd van de arme Claren. Richard Vandepitte overleed 1 april 1888 in York. Richard Vandepitte had geen rechtstreeks contact met Gezelle, in de brieven komt hij ter sprake als tussenpersoon voor de Engelse en Amerikaanse missie.
Links[odis]
NaamVan Quekelberghe, Carolus Ludovicus; Van Quekelberge, Carolus Ludovicus
Datums° Eeklo, 06/08/1836 - ✝ Ocean Springs, Jackson County, Mississippi, 10/08/1878 of 10/09/1878
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsVS
BioCarolus Ludovicus Van Quekelberghe werd geboren te Eeklo op 6 augustus 1836 als zoon van landman Petrus Van Quekelberghe en Maria Theresia De Reu. Volgens De Godsdienstige Week van Vlaanderen was hij 17 jaar actief als missionaris in Mississippi voor hij daar overleed aan de gele koorts in 1878. Dat betekent dat hij hier vertrok in 1861. Zijn zus Rosalia Van Quekelberghe was de moeder van priester Alois Van Waesberghe die eveneens als missionaris actief was in Mississippi. Carolus stierf in Ocean Springs, Jackson County, Mississippi op 10 augustus of 10 september 1878.
BronnenFind a Grave; De Godsdienstige Week va, Vlaanderen: 18 (5 juni 1885) 6 ; Geneanet

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLiverpool

Titel30/10/1861, Brugge, Louis Brondel aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBrondel, Louis Ferdinand
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum30/10/1861
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 210x133
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: Bath
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4298
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10096
Inhoud
IncipitAyez la bonté de mettre
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.