<Resultaat 72 van 2349

>

p1
Cornbrook Park

My Very Dear Father Gezelle

Words cannot express my grief at the perusal of your dear letter concerning My poor passionate Child, whatever has come over him I cannot immagine[1] I hope you or some of the superiors made him beg Pardon most sincerely for such outrageous Conduct as that, if I had seen such a thing as that, I would have flogged him than he laid himself down upon the ground, but when he returns I will watch him very closely you may depend, If I could blot it out of the memory of one so dear to me and mine, and so be loved I would willingly give the halfp2of what I possess, there is nothing so base as ingratitude, But if please God you are spared to come to England I will try to make up the deficiency by a Mothers Love and attention to you when you are with us, but when I think of such insults as you have recieved from a Child of mine I feel (I know not what) but I really wish that you had taken him and punished most severely, after all the Fatherly Love you have shewn him, to treat you in such a manner, his best Friend, But for the future you will be still more dear to me than ever, My Home shall welcome you with more than a thousand welcomes if you as spared as yet to us, I had no idea you had endured so much or it would have brought me over to Belgiump3again, but however let us turn the subject for it is too painful to dwell upon, Tell me how your dear Parents[2] and sister are I hope they are as well as usual, and how is your own dear health, how do you bear the fatigue of attending to the Class of Poets[3] I fear it leaves you very little time for anything else, let me have a line or two when you have a little time to spare, and allow me in returne[4] to try to heal a wounded Heart by the love and affection of a fond and addopted[5] Mother which (if I ever have the happiness) I will show to you not in words only, I wish you could only see our letters (of Late) from Lisbon[6] how very different, from George William, The Proffessors[7] have given him Charley the sole direction of the Choir, and arep4bringing the first masters in Lisbon in singing for his benefit and wish to bear the Expense but we could not think of that, he is filling the Place of Dr Richmond who is now in Norwich in England on Missionary Duty[8] I have had the pleasure of dining twice with Mr Fredric Harford you may be sure I asked every particular about you and all in the College, he is with Mr Crombleholme for a short time, we are going to Tea on wednesday next here he is a very great Friend of ours, but you will say what a gossiping letter this is I have not time to read so much unteresting[9] stuff, Well then I will say good bye for the present, only do give my most Dutiful and affectionate Regards to dear Mr Algar, Mr Roose and the superiors[10] if you please, then to your own dear self the love of a fond Mother*p1I have not yet told his Father for at present I think it better not, but poor Lizzy shed Tears when she read it, You know she is My Companion and Confident, I keep very little from her, she felt it very much indeed and was very grieved indeed about it, whilst I am writing to you those dear Boys are now on the water[11] I hope recieving the benefit of a short Prayer from your kind and generous heart, Something tells me so

Adieu Good Night
ten O Clock

Noten

[1] Foutief voor ’imagine’.
[2] Pieter Jan Gezelle en Monica De Vriese.
[3] Gezelle was op 17/11/1857 benoemd tot titularis van de poësisklas.
[4] Foutief voor ’return’.
[5] Foutief voor ’adopted’.
[6] Charles Gadd studeerde aan het Engels College te Lissabon.
[7] Foutief voor ’Professors’.
[8] Lawrence Richmond vertrok in 1858 voor een zevenjarige missieopdracht naar Engeland.
[9] Foutief voor ’uninteresting’.
[10] August Frutsaert en Felix Bethune.
[11] George William Gadd en Charles Hill maakten de overtocht naar Engeland voor de vakantie.

Register

Correspondenten

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHulme (Manchester)

Naam - persoon

NaamAlgar, Joseph Cox
Datums° Hume-Bristol, 12/12/1819 - ✝ Roeselare, 21/12/1881
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioJoseph Algar was de zoon van een vooraanstaande dominee. Hij studeerde theologie aan het Magdalen College te Oxford en behaalde er de graad van Master of Arts. Om gezondheidsredenen moest hij zijn studies staken en werd hij een rondtrekkende privé-leraar. Hij gaf les aan de zonen van de anglicaanse aartsbisschop van Dublin en aan de kinderen van de Engelse ambassadeur in Stockholm. Onder invloed van diens vrouw dacht hij aan bekering tot het katholicisme. Terug in Engeland zocht hij John Henry Newman (1801-1890) op, zelf een bekeerling en toekomstig kardinaal. Die stuurde hem naar Faict, anglofiel en professor aan het grootseminarie te Brugge (1847-'48). Nadat Faict superior was geworden te Roeselare (1849), kwam Algar ook naar het kleinseminarie (april 1850) om er leraar Engels te worden (1851). In 1854 werd hij professor voor de afdeling van de Engelsen. Algar werd er de goede vriend van Gezelle, wie hij raad gaf voor alles wat de Engelse letterkunde betrof. Samen gingen ze te Brugge het Engels College leiden (oktober 1860 - maart 1861). Na de mislukking van dat experiment keerde Algar naar Roeselare terug waar hij tot aan zijn dood verantwoordelijk was voor de Engelse afdeling. Gezelle droeg hem postuum zijn vertaling van Longfellows Song of Hiawatha (1886) op.
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamCrombleholme, William Joseph
Datums° Chipping (Lancashire), 28/01/1825 - ✝ Boston, 17/01/1884
GeslachtMannelijk
Beroepbroeder; leraar; priester; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioAls achttienjarige werd William Crombleholme een katholieke broeder in de orde van La Salle. Hij gaf vanaf 1843 les te Bolton en te Liverpool, eerst in „the Catholic School", Copperas-hill en later in „the Ragged School for Boys", Spitalfields, opgericht door Father James Nugent. In 1853 kwam hij via bisschop Turner van Salford naar het kleinseminarie te Roeselare, waar hij in 1854 als eerste Engelsman de afdeling filosofie volgde. Van 1855 tot 1857 studeerde hij theologie aan het grootseminarie te Brugge. Voor het beëindigen van zijn studies wijdde bisschop Turner hem tot priester op 27/09/1857. Hij keerde terug naar Salford. In 1858 werd hij overgeplaatst naar St. Anne's, Ashron-under-Lyne. Na voortdurende financiële moeilijkheden, o.a. door het bouwen van St. Anne's Hall en scholen te Denton en te Hooley Hill, ging hij in 1873 op bedeltocht naar de V.S. en Canada. Van 1878 tot 1883 kon hij een groot gedeelte van zijn schulden te Salford afbetalen. In 1883 ondernam hij een tweede bedeltocht naar Noord-Amerika, waar hij na een ernstige ziekte onverwacht overleed.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://sites.google.com/site/crumbleholmefamilyhistory/father-crumbleholme
Naam(de) Béthune, Félix-Achille-Laurent
Datums° Kortrijk, 01/04/1824 - ✝ Brugge, 17/01/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; econoom; ondersuperior; leraar
BioBaron Felix-Achille-Laurent (de) Béthune was de zoon van Félix-Antoine-Joseph (de) Béthune en Julia Renty. Hij werd econoom van het kleinseminarie te Roeselare in september 1849. Op 22 december 1849 werd hij te Brugge tot priester gewijd door bisschop Malou. Op 18 oktober 1856 werd hij door superior Faict benoemd tot ondersuperior van het kleinseminarie van Roeselare. Vervolgens werd hij in oktober 1859 leraar oudheidkunde aan het grootseminarie, dit tot 1873. Op 8 december 1859 werd hij benoemd tot erekanunnik en privé-secretaris van de bisschop en in september 1861 tot econoom aan grootseminarie te Brugge. Achtereenvolgens werd hij kerkmeester van de hoofdkerk Sint-Salvator (30/03/1870), geheim kamerheer van paus Pius IX (14/05/1873), titulair kanunnik (02/06/1876), kanunnik-cantor, huisprelaat van de paus (13/01/1882) en aartsdiaken van het kapittel van de Sint-Salvatorskathedraal (18/03/1891). Hij was ook examinator-prosynodalis en lid van de bisschoppelijke raad, erevoorzitter van de Société Royale de Numismatique de Belgique, voorzitter van de Société Archéologique en van de Commission du Musée te Brugge en officier in de Leopoldsorde.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFrutsaert, Augustin
Datums° St.-Omaars, 22/06/1822 - ✝ Brugge, 17/06/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; superior
BioAugustin Frutsaert werd priester gewijd te Brugge op 19 december 1846. Hij was leraar (1846) en superior (1853) aan het college van Poperinge. In 1856 werd hij superior van het kleinseminarie te Roeselare, waar Gezelle les gaf. Daarna was hij achtereenvolgens pastoor te Ploegsteert (1859), Dottenijs (1864) en van St.-Walburga, Brugge sinds 25/06/1868. Daar vond hij Gezelle terug als onderpastoor. Frutsaert was er tevens bestuurder van de zwarte zusters. Hij stierf te Brugge op 17 juni 1897.
Links[odis]
Relatie tot Gezellesuperieur; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGadd, Charles Joseph
Datums° Salford, 17/05/1838 - ✝ Manchester, 01/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; hulppredikant; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioCharles Gadd was de zoon van Thomas Gadd en Anne Hill. Hij ging naar het Engels college te Lissabon (01/08/1851) en ontving er de 'alumnus' (07/12/1859). Hij vertrok naar St. Cuthbert's college, Ushaw (02/01/1860) en werd door bisschop Turner op 22/12/1861 te Salford priester gewijd. Vervolgens werd hij hulppredikant aan St. John's Cathedral en in 1872 privé-secretaris van bisschop Vaughan. Hij vergezelde Vaughan en Pieter Benoit naar Amerika (1875). Hij reisde ook naar Spanje, Portugal, Canada en Zuid-Afrika. Hij werd monsignor (1880) en 'canon of Salford' (30/03/1884), rector van St. Chad's, Cheetham Hill (1891) en vicaris-generaal ( 1892 ). In 1899 werd hij rector van All Saints' te Barton-on-Irwell, Manchester. Hij was zeer actief, o.a. als lid van 'the Salford School Boards' en 'the Salford Board of Guardians'. Hij leidde een tijdlang de 'Dublin Review', was stichter van 'The Salford Diocesan Almanac' en een van de stichters van St. Bede's college, Alexander Park.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://en.wikisource.org/wiki/Historical_account_of_Lisbon_college/Appendix_3/F-H
NaamGadd, George William
Datums° Pendleton (Salford), 28/12/1842 - ✝ Zanesville (Ohio), 12/06/1921
GeslachtMannelijk
Beroepingenieur
VerblijfplaatsEngeland; Amerika
BioGeorge William Gadd werd geboren op 28 december 1842 in Pendleton, Salford. Hij was leerling aan het kleinseminarie van 1856 tot en met 1859. Zijn naam komt niet voor op de bekende ledenlijsten van de 'Confraternity'. Toch is hij lid geweest. Dit bewijst de slotzin van Gezelles brief van 15/07/1857 (brief 45): "I remain ever your faithful confessor and fellow member of our little confraternity". In augustus 1859 verliet hij Roeselare om opgeleid te worden als ingenieur in 'The Regent Iron Works' van zijn vader. Al vroeg moest hij samen met zijn moeder Anne Gadd de leiding van het bedrijf overnemen toen zijn vader Thomas op 05/12/1859 overleed. In 1862 kwam hij nog eens naar Roeselare voor de proclamatie. Hij huwde op 11 september 1866 met Mary Jane Brennan. Hij week later uit naar de Verenigde Staten en overleed er op 12 juni 1921 in Zanesville, Muskingum, Ohio.
Relatie tot Gezellecorrespondent; confraternity; leerling kleinseminarie Roeselare
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGadd, Thomas
Datums° Manchester, 04/11/1810 - ✝ Manchester, 05/12/1859
GeslachtMannelijk
Beroepmechanien; ingenieur; machinebouwer
VerblijfplaatsEngeland
BioThomas Gadd was de zoon van George Gadd (Manchester, 1780 - Chorlton, 01/1858) en Elizabeth Newton (+ Chorlton, 07/1858). De jonge ingenieur trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met Anne Hill. Het echtpaar kreeg vijf zonen en drie dochters, waaronder George William Gadd, oud-leerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie. In 1841 staat een Thomas Gadd vermeld als mecanicien in Edge Place in Salford. In 1843 richtte hij een eigen metaalverwerkend en machinebouwbedrijf op in 32 Lower Mosley Street, Manchester onder de naam ‘Thomas Gadd’. Hij produceerde kleinere machines en mechanische werktuigen. In 1851 stelde hij er zestig man te werk. Later associeerde hij zich met zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – 16/09/1857, Eccles, Salford, Manchester), de broer van Anne, in het machinebouwbedrijf Gadd & Hill (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford). Zowel Richard als Thomas stierven vroegtijdig op 49-jarige leeftijd. Anne Gadd en Co zetten het bedrijf verder.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamHarford, Frederic
Datums° Grenade,
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioLeerling aan het kleinseminarie van 19/04/1853 tot en met het schooljaar 1856-57, van de cours spécial des élèves anglais.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamHill, Charles
Datums° Pendleton, 1845 - ✝ Salford, 1873
GeslachtMannelijk
Beroepmecanicien
VerblijfplaatsEngeland
BioCharles Hill was de zoon van Richard Hill en Mary Ann Bayley en het neefje van Ann Hill (Gadd). Hij werd geboren in het voorjaar van 1845 in Pendleton, Lancashire. Met de census van 1861 woonde hij in Clifton, Salford, Lancashire bij zijn oom en tante William en Esther Proctor, landbouwers aan de Clifton Rake Lane. Charles Hill was op dat moment ook 16 jaar. Na het overlijden van zijn vader op 16 juli 1857 werd hij leerling van het kleinseminarie, waar hij verbleef tot 1859. Hij werd mecanicien en huwde op 12 februari 1866 in Manchester met zijn nicht Elizabeth Ann Proctor. Hij overleed op 28-jarige leeftijd in Salford in het voorjaar van 1873.
Relatie tot Gezelleleerling kleinseminarie Roeselare
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamRichmond, Lawrence; Richmond, Laurence
Datums° Wyersdale, 26/01/1813 - ✝ Lissabon, 07/02/1872
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; vicerector
VerblijfplaatsPortugal; Engeland
BioLawrence Richmond werd geboren in Wyersdale, Lancashire op 26 januari 1813. Vanaf 27 januari 1828 was hij leraar theologie, kerkgeschiedenis, bijbelstudie en Hebreeuws in het Engels College te Lissabon. Hij vertrok in 1858 voor een zevenjarige missieopdracht naar Engeland en kwam in 1865 terug naar het Engels College te Lissabon als vicerector. Hij had muzikaal talent en schreef verschillende composities waarvan "Responsories for the Tenebrae Office in Holy Week" een van zijn meesterwerken was. Hij stierf in Lissabon op 7 februari 1872.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamRoose, Bruno Ludovicus; Rose Harmonium
Datums° Klerken, 16/04/1824 - ✝ Klerken, 21/10/1861
GeslachtMannelijk
Beroepsurveillant; priester; leraar
BioBruno Roose was de zoon van Leonardus, Ludovicus, onderwijzer en Maria, Cecilia De Tollenaere. Hij werd surveillant aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge in oktober 1848. Hij werd priester gewijd op 26/07/1849. Hij was leraar van de vijfde klas en directeur van de muziekvereniging aan het kleinseminarie van oktober 1849 tot aan zijn dood. Hij overleed in het ouderlijk huis te Klerken na een korte ziekte.
Links[odis]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGadd, Elizabeth Alice
Datums° Pendleton, 1835 of 1836 - ✝ Elham, 24/08/1901
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioElizabeth Alice Gadd werd geboren in 1835 in Pendleton Lancashire (Manchester), als oudste dochter van Thomas Gadd en Ann Hill. Ze trouwde op 28 november 1862 in Chorlton, Lancashire, Engeland met machinemaker William Seed. Ze overleed op 24 augustus 1901 in Elham, Kent.

Naam - plaats

NaamLissabon
NaamHulme (Manchester)
NaamNorwich

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Roeselare
BeschrijvingHet klein seminarie werd opgericht onder het Frans bewind en herstartte officieel in 1830 als bisschoppelijk college. In 1846 werden de Latijnse klassen aangevuld met een handelsafdeling Saint-Michel, waaraan ook een lagere basisschool verbonden was. Dit Sint-Michielsinstituut fungeerde als een voorbereiding op de humaniora. Het klein seminarie trok heel wat katholieke leerlingen uit Engeland en Ierland aan. In 1849 werd hiervoor een aparte Engelse afdeling opgericht. Vanaf hetzelfde jaar werd ook een filosofieafdeling ingericht als voorbereiding op de priesteropleiding. Gezelle volgde er secundair onderwijs van 1 oktober 1846 tot 19 augustus 1850. Vanaf 21 maart 1854 tot 21 augustus 1860 kwam hij er terug als leerkracht. Zijn eerste drie bundels waren nauw verbonden met deze periode. Ook nadien hield hij een intens contact met zijn oud-leerlingen.
Datering1830
Links[odis], [wikipedia]
NaamEngels College, Lissabon
BeschrijvingHet Engels College te Lissabon (Convento dos Inglesinhos) was een rooms-ratholiek seminarie dat bestaan heeft van de 17de tot de 20ste eeuw en dat bedoeld was om Engelse katholieke studenten op te leiden als priesters voor Engeland, Schotland en Ierland. Het werd gesticht in 1624 door Pedro Coutinho en kreeg dezelfde status van ‘pontificaal college’ (onder controle van de paus) als het Engels College te Rome. Het werd in de beginjaren o.m. gesteund door het Engels College van Douai. Het college had te lijden onder de aardbeving van 1755. Het sloot uiteindelijk in 1973.
Datering1624-1973

Titel18/08/1858, Hulme (Manchester), [Anne Hill =] [Anne Gadd] aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Hill, Anne]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum18/08/1858
VerzendingsplaatsHulme (Manchester)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift en toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.126-127
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 211x135
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 1 kruiselings beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3877
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10155
Inhoud
IncipitWords cannot express my grief
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.