Uw geacht schrijven van lichtmisavond was mij hoogst welkom en aangenaam. Ik heb, dadelijk, lastgegeven U en uwe leerlingen de gevraagde almanakken te zenden. Het stel bij elkander nemende, is de prijs minder, en dat heeft mij moed gegeven den uitgever de waarschijnlijkheid bij te stemmen, dat er vijf, niet een stel bedoeld zij.
't Is mij een aanmoedigend bericht, dat de vlaamsche jongelingschap zulke goede uitzichten opent voor de bevordering van vaderlandsche taal, kunst, zeden en Godsdienst. Ik zou het zeer betreuren, indien het denkbeeld veldwon, dat men, door de aankweeking der fransquiljonnerie onder het vlaamsche en brabantsche volk, 't Protestantismus het beste bestrijden kon. Men mag bedenken, dat men daarmede de deur niet sluit voor de vrijmetselarij en dat mannen als: Roussel en Monod niet minder gevaarlijk zijn met hunne fransche boeken dan onze dominees met hunne leerredenen.
Hooggeachte Professor! Geloof mij: ik ken den stijl en p2trant onzer predikanten en tamelijk wel den geest der Vlamingen: en ik ben zeker, dat de vlaamsche katholieken niets van den hollandsch protestantschen invloed te vreezen hebben: daartoe zijn de hollandsche protestantsche traktaatjens veel te vervelend. Daarbij bedenke men 1°, dat men door het nederlandsche gevoel en de nederlandsche taal in Belgiën te verwaarlozen het geheele schoone katholieke verleden der Vlamingen - dat een neêrlandsch verleden was, - op den achtergrond en uit het gezicht stelt; 2°, dat het katholieke element hier in Holland, en dat zich van nederlandsche vormen in alles bedient, lang niet te minachten valt. Wij zijn, Goddank, twee vijfden van de bevolking; hier, in Amsterdam, zijn we 55.000 zielen sterk en we hebben 18 vertegenwoordigers in de 2e Kamer. Het hindert mij dus altijd zeer als ik (bijv. den Zeer Eerw. Heer De Haerne) altijd over Holland hoor spreken alsof daarvandaan niets dan Protestantismus te wachten was, en of onze gemeenschappelijke oud nederlandsche taal slechts een voertuig kon zijn van kettersche en ongodistische denkbeelden. Op de taal komt het niet aan; en op de achterlijkheid der vlaamsche letterkunde ook niet, dat is geen waarborg voor het behoud van de Godsdienst der p3vaderen: maar op de scherping van echt nederlandsche wapens, om daarmeê het nederlandsch en fransch rationalisme, beide, te keer te gaan.
Ik zie met vreugde, dat UwZEerw. mede ijvert voor den bloei onzer nederlandsche nationaliteit in al haren omvang - met taal, kunst, en wat er aan vast is. Laat ons dat voortzetten! We hebben aan onze, katholieke, zijde een verleden in Noord- en Zuid van acht of negen eeuwen; daarbij komt, in Belgiën, de eeuw van Rubbens, Poirters en anderen, in Holland de heldenfiguur van Vondel, met velen die hem omringden: en we hebben nu de katholieke restauratie sedert 1798. Laten we dat schoone nederlandsche katholieke element bearbeiden en trachten nu en dan een vaan onzer kerk te planten op de wallen der kalvinisitische en deïstische metropolen.
Gaarne zal ik van uw verlof gebruik maken - om U nu en dan berichten enz. ter verspreiding door de leerlingen toe te zenden, en met hoogachting en dankbaarheid teeken ik mij