Indien ik tot heden nalatig ben geweest in de beantwoording uwer voorlaatste letteren - wijt dit dan alleen aan den drang van bezigheden, die zich voor mij hebben opgedaan in de behandeling en dagelijkschen dienst der ons-beider zoo dierbare zaak van de katholieke en dietsche hervorming der waereldlijke wetenschap - in zonderheid historie en aesthetiek.
Eerstdaags verschijnt N° 4 der "Warande", dat ik bijna alleen heb moeten volschrijven en de "Almanak" voor 1859, die weder ruim vierd'halfhonderd bladzijden beslaat. Er is geen bladzij in het bundeltjen, die de redakteur niet min of meer bewerken moet. Voeg daarbij vele familiezaken die mij op de handen liggen; mijne handelsbehartiging, en de talloze bezoeken, waar ik mij niet altoos aan onttrekken kan.
Geloof mij, ik tel mijne betrekking tot U en de instelling, die uw onderwijs geniet, tot mijne p2zoetste banden. Ik verwacht van het vaster strengelen dier banden de schoonste gevolgen. Als ons katholiek en nederlandsch zelfbewustzijn allengskens sterker wordt op het gebied van kunst en letteren, zal dit niet anders dan gunstig op het eene noodige kunnen terugwerken, en vaak heeft een schoone ogivale boog of een schoon stichtend XIIIe eeuwsch beeld warmer tot het ontvankelijk gemoed gesproken dan de korte bewijzen der dogmatische didaktiek of de vermaningen der door niemant betwiste zedeleer.
Ik kan U in de opgaven van hollandsche leerboeken weinig dienst doen - allerminst voor de klassieke studiën. Ik beweeg mij in een vrij grooten, mijne zwakke vermogens in aanmerking genomen zelfs al te ruimen kring: maar die kring is niet paedagogiesch en door mijn kanaal zoû men slechts met te grooten omslag tot de kennis der beste leerboeken kunnen komen. 't Is jammer dat wij hier eigenlijk geen een fikschen roomschen boekhandelaar hebben. vLangenhuysen is de beste nog; en ik noodig U uit aan hem de mij gedane vragen te herhalen. Niet-te-min doe ik U hier een paar kleine opgaven p3wegends de beste en "goedkoopste" duitsch-nederl. woordenboeken
I. Neues vollständiges Deutsch-Holl. Wörterbuch, nach den besten Quellen, Amsterdam, Tielkemeyer.. 1851 - 2 dln...[1] 4.10.-
II. Woordenb. der Nederd. fr. hoogd. & eng. Talen- S Gravenhage, K. Fuhri ... 1 dik deel.. 4.80
Hartelijk zeg ik U dank voor den ontvangen dichtbundel. Ik zal zeer zeker een goed woordtjen daarover in de "Warande" spreken. Gij, Eerwaarde vriend! breekt met alle geleerdheid, die zijn grond niet vindt in God en in het heerlijk volksleven! Dat verdient de luidste toejuiching aller Anti-akademisten. O, dat wij er nog eens in slagen konden een einde te maken aan "cette éducation payenne sapondrée de Christianisme", die nog bij zoo vele onderwijsinstellingen op den voorgrond staat. Dat men meer en meer onze eigen katholieke klassieken, de filosofen en dichters die men de Vaderen noemt, in beoefening nam, en eerst in later tijd met de Heidenen kennis maakte - als het oordeel genoeg gerijpt, het hart genoeg gesterkt is, om niet van mythologisme tot sensualisme en ongeloof te worden gebracht.
De brave Bisschop en dichter Vida, die een heldendicht op den Heiland zoû vervaardigen (de Christiade) liet zich zelf zoodanig door den geest der Renaissance meesleepen, dat hij de H. Eucharistie de "imago" van den "held" (Christus) noemde! Lees p4dit en aldergelijke schandalen bij Mgr Gaume in zijn werk La Renaissance, hetwelk, ondanks eenige overdrijving, bestemd schijnt de ogen aller weldenkenden over de horreurs deze zoo lang gevierde Renaissance te openen. Ik betreur dat mijn vriend Ph. Vander Haeghen zich heeft laten bewegen op zulke hoogst onvoegzame wijze de welgemeende argumenten van Mgr Gaume te bestrijden.
In mijn "Almanak” heb ik uw "Kranke"[2] en het stukjen "Moed en betrouen"[3] geplaatst. Ik zal v.Langenhuysen opgeven wat Ge nog verlangt te ontvangen. Het beste voor uw bundel zoû zijn, dat uw uitgever aan v.Langenh. eenige exempl. in dépôt zond - ik zal het boek dan in ons kath. dagblad ter sprake brengen.