Zie mynheere dat ik alzoo die brieven[2] vergeten hebbe! het weegt op myn herte; en daer ik van den avond zitte te werken en kome 'k nieverst[3] op uit. Ik hope dat gy zult inzien dat het toch geheel buiten wete en zonder schuld is dat ik ze bygehouden heb. Ik zou ze morgen uchtend tyêlyk[4] met de priesters die gaen messe lezen weggezonden hebben: maer Edmond Hicks heeft my 'nen brief geschreven, en der staet daer in dat hy morgen weggaet[5] naer Roomen. Alzoo en wete ik niet wat er meê gedaen, en daerom zende ik ze weêre naer U. Wist gy hoe spytig[6] ik zelf ben op myn eigen, gy ge en zoudt niet meer spytig zyn. 'k Verhope algelyk[7] dat ge zult peizen dat het vergeten boven eens magt[8] is. t En is maer van den avond, met myn porte feuille uit myn kasse te pakken om ver-p2zen te corrigeren, dat ik de brieven gevonden hebbe. De verzen liggen daer lyk of ze van te vooren waren. Ik zou ze geern naer Ú zenden maer 'k en durve alby[9] niet. Nogthans daer Duclos nu haestig[10] moet ik het doen. Bidde U mynheere dat gy ze wat zoudt willen herkleeden voor uwen student[11] van poësies
p1++
My dear Sir[1]
Hugo
Noten
[1] Het is niet duidelijk waarom Verriest hier een Engelse aanhef gebruikt. Mogelijk omdat Gezelle op dat ogenblik vice-rector van het Engels Seminarie was.
[2] Het is niet bekend om welke brieven het gaat of wat de brieven met E. Hicks te maken hebben. Waren ze voor Hicks bestemd, voordat hij naar Rome vertrok?
[3] nergens
[4] vroeg
[5] Edmond Hicks vertrok in november 1862 naar het Engels college te Rome om er te gaan studeren.
[6] misnoegd en bedroefd tevens…. Hij was zoo spijtig (De Bo, Westvlaamsch Idioticon)
[7] toch
[8] boven eens magt is: buiten de macht van iemand zijn, men kan daar niets aan doen
[9] bijna
[10] haestig is: haast wil maken, snel wil voortdoen. Duclos was toen (1862) nog seminarist. Blijkbaar wacht Duclos op enkele gedichten van Verriest, wellicht voor een of andere publicatie.
[11] Verriest was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare (1854-1859). Hij kreeg er in 1857 gedurende negen maanden les van Guido Gezelle in de poësisklas. In 1862 is hij seminarist in het grootseminarie van Brugge.