<Resultaat 116 van 2614

>

p1
+
Theuerster Herr Gezelle.![1]

Mehrere Gründe bewegten mich Ihrer Hochwürden noch einige Zeilen bevor meiner Abreise nach Brügge zu schreiben. Zuerst die Angelegenheit in Betreff meines Vetters, der gern einige Auskunft von Ihnen hätte über das Institut, welches Sie zu etabliren im Begriffe sind. Im Falle, dass Sie keine Flamänder annehmen dürfen, schreiben Sie mir doch gütigst, ob Eugen, wennicht in diesem, so doch im nächsten Jahre Ihr Insitut wird frequentiren können, oder ob Sie denken, dass es auch im nächsten Jahre nicht gestattet werden wird. Ich denke, dass, wenn am nächsten Herbste mehr Schüler das Gymnasium zu Roulers besuchen, man nicht viel nach dem Verluste eines Schülers sehen wird.p2Ihr Vater, sowie Joseph waren am vorigen Donnerstage[2] hier und wir packten alle Bücher etc. ein.[3] In meiner Kiste befinden sich auch noch einige Bücher der Ihrigen, z. B. Ida Gräfin Hahn-Hahn etc. welche ich in meine Kiste steckte um sie zu füllen. Wenn Ihnen noch etwas fehlt, dann schreiben Sie mir darüber gefälligst, und ich will mich danach erkundigen und womöglich nächsten Freitag[4] mitbringen. Die Bücher des Herrn Algar waren bereits alle eingepackt, als ich, das Zettelchen von Joseph, Ihrem Bruder empfing, und ich wusste nicht mehr, welche ich zu Roulers lassen sollte, ausgenommen ungefähr 30-40 Erzählungsbücher, welche sich im Schranke unter der Bibliothek befanden und welche ich hier liess. Jedoch, befanden sich noch im Zimmer des Herrn Algars nach der Aussage des Herrn Lefevres ein paar Bände der Auslegung und Erklärung der heiligen Schrift, sowie ein oder zwei p2Bände von "Rohrbacher" [5]dem Gymnasium zugehörig, welche der Herr Algar die Güte haben wird per Gelegenheit sammt Bergier[6] wieder nach Roulers zu senden. Ich weiss auch nicht, ob Ihr Vater Ihre Schuhe mitgenommen hat und ob er Ihnen meine zwei Briefe[7] übergeben hat. Auch weiss ich nicht, ob die Adresse an Kirby richtig ist. Fragen Sie doch gefälligst Herrn Algar darüber. - Ich sah neulich Bergman Bonte Devos und Nono, sowie auch Gustav Verriest und Callewaert. Sie befinden sich alle recht wohl. Freitag[8] komme ich nach Brügge, denn ich muss doch noch wahrscheinlich meinen langen Rock[9] angemessen bekommen. Bis dahin verlangere ich Sie wiederzusehen. Die andern Sachen in Betreff meiner, überlasse ich ganz Ihrem weisen Gutdünken und Ihrer gütigsten Fürsorge, der ich mich ganz unterwerfe, und mein Glück, sowie das meiner dürftigen Familie anvertraue. Für Ihre bisherigen Wohlthaten p3genehmigen Sie gütigst meinen, sowie aller meiner Angehörigen herzlichsten und brennensten Dank.

Ihr ganz ergebener
Gustav

NB. Sie würden Eugen und seiner Mutter sicherlich viel Spass machen, wenn Sie für Ihn ein paar Worte beilegten.

Meine Adresse ist:
Gustave Saffenreuter bei Herrn Ed. Rodenbach-Mergaert zu Roulers.

Noten

[1] Vertaling (Duits) Nel Top:

Roeselare 26 feb. 1860

Zeer Eerwaarde heer Gezelle.!

Meerdere redenen bewogen me ertoe om nog enige lijnen vóór mijn vertrek naar Brugge te schrijven. Eerst de aangelegenheid die mijn neef betreft, die graag enige uitkomst van u zou krijgen over het intituut, dewelke u van plan bent te vestigen. In het geval dat zij geen Vlamingen mogen aannemen, schrijft u me dan vriendelijk, of Eugen, wanneer niet dit jaar, dan toch in het volgende uw instituut zal kunnen bezoeken, of dat u denkt dat het ook in het komende jaar niet mogelijk zal zijn. Ik denk dat, wanneer in de komende herfst meer leerlingen het gymnasium in Roeselare bezoeken, men niet echt naar de tekorten van een enkele leerling zal kijken.

Uw vader, alsook Joseph waren vorige donderdag hier en we hebben alle boeken etc. ingepakt. In mijn koffer bevinden zich ook nog een aantal boeken van u, vb. Ida Gräfin Hahn-Hahn etc., dewelke ik in mijn koffer stak om ze te vullen. Als u nog iets ontbreekt, schrijft u me daar dan alstublieft over, en ik wil er navraag naar doen en waar mogelijk volgende vrijdag meebrengen. De boeken van de heer Algar waren al allemaal ingepakt toen ik het briefje van Joseph, uw broeder, ontvangen heb, en ik wist niet meer welke ik in Roeselare zou moeten laten, behalve ongeveer 30-40 verhalende boeken, welke zich in kasten onder de Bibliotheek bevonden en die ik hier lees. Dan nog bevonden zich nog in de kamer van Deheer Algar naar de verklaring van Deheer Lefevre een paar werken van de Interpretatie en uitlegging van het heilige Schrift, alsook één of twee boeken van “Rohrbacher” (die het gymnasium toebehoren), welke Deheer Algar de goedheid zal hebben per gelegenheid samen met Bergier terug naar Roeselare te zenden. Ik weet ook niet of uw vader uw schoenen meegenomen heeft en of hij u mijn twee brieven heeft gegeven. Ook weet ik niet, of het adres aan Kirby correct is. Vraagt u alstublieft Deheer Algar ernaar. - Ik zag kortleden Bergman Bonte Devos en Nono, alsook Gustav Verriest en Callewaert. Met hen allen gaat het zeer goed. Vrijdag kom ik naar Brugge, want ik moet toch nog waarschijnlijk mijn soutane op maat laten aanpassen. Tot dan verlang ik ernaar u terug te zien. De andere zaken die mij betreffen, laat ik over aan uw wijze goeddunken en uw beste zorg, aan dewelke ik mij volledig onderwerp, en mijn geluk, dat ik ook aan mijn bescheiden familie toevertrouw. Voor uw goede daden tot hiertoe verkrijgt u vriendelijk mijn, alsook dat van mijn verwanten, hartelijkste en vurigste dank.

Uw volledig toegewijde

Gustav

P.S. U zou Eugen en zijn moeder zeker een groot plezier doen, als u voor hem een paar woorden bij zou voegen.

Mijn adres is: G.S. bij Herrn. Ed. Rodenbach-Mergaert te Roeselare.

[2] Donderdag 20 september 1860.
[3] In kader van G. Gezelles en J. Algars verhuis naar Brugge waar het nieuw opgerichte Engels College zal openen in oktober 1860.
[4] 28 september 1860.
[5] Saffenreuter verwijst waarschijnlijk naar Vies des Saints, pour tous les jours de l'année à l'usage du clergé en du peuple fidèle (6 delen), of Histoire universelle de l'Eglise catholique (29 delen).
[6] Het is niet duidelijk over welke werken het gaat. Mogelijk gaat het over zijn werken uit de jaren ’50: Dictionnaire de théologie of Traité historique et dogmatique de la vraie religion.
[7] In het Guido Gezellearchief is 1 brief van 18/09/1860 bewaard waarin het ook over de verhuis gaat naar Brugge.
[8] 28 september 1860. Op deze datum trad hij binnen in het Engels Seminarie te Brugge bestemd voor het bisdom Salford.
[9] Zijn soutane om als leerling te starten aan het Engels Seminarie.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamSaffenreuter, Gustave Willibrord
Datums° Koblenz, 25/12/1840 - ✝ Aken, 30/10/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; deken
VerblijfplaatsDuitsland; Engeland
BioGustavus Willibrordus Theophanes Saffenreuter werd op 25 december 1840 te Koblenz geboren als zoon van de hypotheekhoudershulp Albert Joseph Saffenreuter (°1813, Andernach) en Gertrudis Selig (°1818, Koblenz). Hij werd op 27 december 1840 gedoopt in de katholieke Liebfrauenkerk. Hij was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare (1856-1860). Op 28 september 1860 trad hij binnen in het Engels Seminarie te Brugge bestemd voor het bisdom Salford. Op 18 december 1862 ontving hij de tonsuur. Hij werd tot subdiaken gewijd op 19 december 1863 en tot diaken op 2 juli 1864. Hij ontving zijn priesterwijding op 17 december 1864 in het Brugse grootseminarie. Daarop werd hij priester te St. Wilfred's Hulme-Manchester (1865-1870) en was hij werkzaam als deken en rector van St. James, Pendleton (1870-1899), waar hij de eerste steen legde van de nieuwe kerk in Weaste. Volgens de census van 1881 woonde zijn zus Agnes (°ca. 1846) bij hem in. In de census van 1891 komt ze niet meer voor, maar wel zijn 19 jaar oude nichtje Mary. Van 1899 tot 1900 was hij met ziekteverlof, waarna hij van 1900 tot 1904 deken was van St. Anne's in Fairfield. Daarnaast was hij kanunnik van Salford. Hij overleed op 30 oktober 1911 in Aken.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. de Mûelenaere, Over Gezelles Confraternity. in: Gezelliana: 5 (1874) 1-4, p.14; https://www.ancestry.co.uk/; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.51-52

Briefschrijver

NaamSaffenreuter, Gustave Willibrord
Datums° Koblenz, 25/12/1840 - ✝ Aken, 30/10/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; deken
VerblijfplaatsDuitsland; Engeland
BioGustavus Willibrordus Theophanes Saffenreuter werd op 25 december 1840 te Koblenz geboren als zoon van de hypotheekhoudershulp Albert Joseph Saffenreuter (°1813, Andernach) en Gertrudis Selig (°1818, Koblenz). Hij werd op 27 december 1840 gedoopt in de katholieke Liebfrauenkerk. Hij was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare (1856-1860). Op 28 september 1860 trad hij binnen in het Engels Seminarie te Brugge bestemd voor het bisdom Salford. Op 18 december 1862 ontving hij de tonsuur. Hij werd tot subdiaken gewijd op 19 december 1863 en tot diaken op 2 juli 1864. Hij ontving zijn priesterwijding op 17 december 1864 in het Brugse grootseminarie. Daarop werd hij priester te St. Wilfred's Hulme-Manchester (1865-1870) en was hij werkzaam als deken en rector van St. James, Pendleton (1870-1899), waar hij de eerste steen legde van de nieuwe kerk in Weaste. Volgens de census van 1881 woonde zijn zus Agnes (°ca. 1846) bij hem in. In de census van 1891 komt ze niet meer voor, maar wel zijn 19 jaar oude nichtje Mary. Van 1899 tot 1900 was hij met ziekteverlof, waarna hij van 1900 tot 1904 deken was van St. Anne's in Fairfield. Daarnaast was hij kanunnik van Salford. Hij overleed op 30 oktober 1911 in Aken.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. de Mûelenaere, Over Gezelles Confraternity. in: Gezelliana: 5 (1874) 1-4, p.14; https://www.ancestry.co.uk/; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.51-52

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamAlgar, Joseph Cox
Datums° Hume-Bristol, 12/12/1819 - ✝ Roeselare, 21/12/1881
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioJoseph Algar was de zoon van een vooraanstaande dominee. Hij studeerde theologie aan het Magdalen College te Oxford en behaalde er de graad van Master of Arts. Om gezondheidsredenen moest hij zijn studies staken en werd hij een rondtrekkende privé-leraar. Hij gaf les aan de zonen van de anglicaanse aartsbisschop van Dublin en aan de kinderen van de Engelse ambassadeur in Stockholm. Onder invloed van diens vrouw dacht hij aan bekering tot het katholicisme. Terug in Engeland zocht hij John Henry Newman (1801-1890) op, zelf een bekeerling en toekomstig kardinaal. Die stuurde hem naar Faict, anglofiel en professor aan het grootseminarie te Brugge (1847-'48). Nadat Faict superior was geworden te Roeselare (1849), kwam Algar ook naar het kleinseminarie (april 1850) om er leraar Engels te worden (1851). In 1854 werd hij professor voor de afdeling van de Engelsen. Algar werd er de goede vriend van Gezelle, wie hij raad gaf voor alles wat de Engelse letterkunde betrof. Samen gingen ze te Brugge het Engels College leiden (oktober 1860 - maart 1861). Na de mislukking van dat experiment keerde Algar naar Roeselare terug waar hij tot aan zijn dood verantwoordelijk was voor de Engelse afdeling. Gezelle droeg hem postuum zijn vertaling van Longfellows Song of Hiawatha (1886) op.
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamBerghman, Hendrik
Datums° Ieper, 29/04/1841 - ✝ Dundalk, 22/04/1920
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; redemptorist
VerblijfplaatsEngeland; Schotland; Ierland; Australië: o.a. Singleton, Warabah, Ballarat
BioHendrik Louis Albert Alphonsus Berghman werd geboren te Ieper op 29 april 1841 als zoon van advocaat Louis Augustin Berghman (Ieper, 1796-1863) en Marie Joséphine Malou (Ieper, 1808-1873), nicht van de Brugse bisschop Malou. Hij groeide op in een gezin van dertien kinderen, waaronder zijn broer Alexander Berghman, onderpastoor van Sint-Gillis te Brugge, waar ook Ernest Rembry actief was, en zijn zus Adelaide. Hendrik was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare (1858-1860). Op 2 oktober 1860 startte hij zijn studies aan het Engels Seminarie te Brugge maar verliet het Seminarie op 13 augustus 181 om binnen te treden bij de redemptoristen te Bishop Eton (Liverpool, Engeland) op 25 oktober 1861. Hij ontving het habijt op 8 december 1861 en zijn professie volgde op 8 december 1862. Vervolgens studeerde hij theologie in Wittem (Nederland) en werd er tot priester gewijd op 22 oktober 1865. In 1866 keerde hij terug naar Engeland en was er werkzaam in Bishop Eton van 1866 tot 1869 als prefect van de studenten en vanaf 8 november 1867 als docent in dogmatische theologie en kerkgeschiedenis. Van 1869 tot 1872 was hij werkzaam in St. Mary’s Church in Clapham, Londen, waar hij zich bezighield met parochiewerk en missionering. Daarna keerde hij terug naar Liverpool, waar hij van 1872 tot 1874 opnieuw doceerde aan Bishop Eton en vanaf 23 september 1872 lesgaf in de moraaltheologie. Perth (Schotland) en Limmerick (Ierland). Berghman was van 1874 tot 1875 werkzaam in Kinnoull, Perthshire, en vervolgens van 8 september 1875 tot 1880 in Mount Alphonsus, Limerick, waar hij de Mannenconfraterniteit van de Heilige Familie leidde en openbare processies organiseerde. Daarna keerde hij op 31 augustus 1880 terug naar Kinnoull, waar hij tot 1884 verbleef, en vervolgens opnieuw in Limerick van 1884 tot 1885. Op 30 oktober 1885 vertrok hij vanuit Plymouth naar Australië aan boord van de S.S. Potosi. Hij verbleef o.a. te Singleton (Maitland) en hij diende van 1887 tot 1890 in Newcastle, New South Wales, en van 1890 tot 1895 in Ballarat (Victoria). In 1895 keerde hij terug naar Limerick. Toen de Anglo-Ierse provincie in 1898 werd opgesplitst in twee afzonderlijke jurisdicties, koos hij ervoor om in de Ierse provincie te blijven. Hij was vervolgens actief in Limerick en Esker (Athenry, County Galway), waar hij de zijaltaren en altaarleuningen ontwierp. Later werkte hij in Clonard, Belfast, waar hij verantwoordelijk was voor het ontwerp van het hoogaltaar en de zijkapellen van het Heilig Hart en Onze Lieve Vrouw, en in Dundalk. Zijn handschrift is bewaard gebleven in manuscripten en wordt gekenmerkt door een artistieke stijl. Daarnaast bestudeerde hij de geschiedenis van de Mariaverering in Ierland. In zijn latere jaren ging zijn gezondheid achteruit. Hij overleed op 22 april 1920 in St. Joseph’s in Dundalk en werd bijgezet in de crypte van de kloosterkerk.
Relatie tot Gezellecorrespondent; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; Engels Seminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. de Mûelenaere, Over Gezelles Confraternity. in: Gezelliana: 5 (1874) 1-4, p.8; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.5-6; Eric Derluyn, Betrekkingen tussen het Brugse Bisdom en de Engelse in de 19de eeuw, Leuven, 1966, Deel I, p.320.
NaamBonte, Frederik; Bonté, Frederik
Datums° Hooglede, 19/05/1839 - ✝ Wirral (Cheshire), 27/11/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; kapelaan
VerblijfplaatsEngeland
BioFrederik Bonte werd geboren in Hooglede op 19 mei 1838 als zoon van Louis Bonte en Sophie Delporte. Hij was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare in Gezelles eerste poësisjaar (1857-1858). Hij trad op 2 oktober 1860 tot het Engels Seminarie te Brugge. Hij bekwam reeds op 31/10/1862 een exeat voor Liverpool. Hij werd op 18 december 1862 tot subdiaken gewijd, op 4 juni 1863 tot diaken, en ontving zijn priesterwijding op 29 maart 1864 door bisschop Goss in het St. Edward's College in Liverpool. Hij diende van 1864 tot 1867 in de pro-Cathedraal van Liverpool. Van 1867 tot 1871 was hij kapelaan bij de Kikdale Industrial Schools, waar hij woonde op 220 Westminster Road (1867-1868) en 173 Westminster Road (1868-1871). Vervolgens diende hij als kapelaan van zowel de Kirkdale Goal als de Kikdale Industrial Schools van 1871 tot 1883, met woonadressen op 11 Sandringham Terrace (1871-1877), 11 Rumney Road (1877-1881) en 34 Rumney Road (1881-1883). Van 1883 tot 1892 was hij kapelaan van Kirkdale Prison, waar hij verbleef op 34 Rumney Road. In 1892 ging hij met pensioen en woonde hij van 1892 tot 1895 op 34 Rumney Road, waarna hij in 1895 naar 11 Acacia Road, West Kirby verhuisde. In 1896 vervolgde hij zijn pensioen in België. Na zijn terugkeer naar Roeselare bekeerde hij zich tot het protestantisme. Later keerde hij terug naar Engeland, waar hij op 27 november 1909 overleed in Cheshire.
Relatie tot Gezelleoud-leerling; Engels Seminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.7; Ancestry
NaamCallewaert, Jan
Datums° Zwevegem, 15/02/1841 - ✝ Zwevegem, 30/04/1910
GeslachtMannelijk
BioJan Callewaert werd geboren op 15 februari 1841 in Zwevegem, als zoon van Antonius Callewaert (1803–1882) en Amelia Decoene (1811–1881). Van 1857 tot 1861 was hij leerling aan het kleinseminarie, waar hij jaargenoot was van Gustave Saffenreuter. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij werd priester gewijd te Brugge op 17 december 1864. Vervolgens was hij achtereenvolgens hulppriester in Westnieuwkerke en St. Pieters-op-de-Dijk, en onderpastoor in Zwevezele, Beveren en Hoogstade. Op 16 mei 1886 werd hij pastoor van het Sint-Amandsgesticht in Zwevegem. Jan Callewaert overleed op 30 april 1910 in zijn geboortedorp Zwevegem.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamDevos, Alfons Desiderius; De Vos, Alfons
Datums° Mesen, 21/04/1840 - ✝ Sanshenggongin, 21/07/1888
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris; bisschop, apostolisch-vicaris
VerblijfplaatsEngeland; China; Mongolië
BioAlfons Desiderius Devos werd geboren op 21 april 1840 in Mesen als zoon van Fidelis Devos en Marie-Theresa Vanhoye. Hij voltooide zijn humaniora aan het college van Menen (1853-1859) en volgde een jaar filosofie aan het kleinseminarie (1859-1860). Op 2 oktober 1860 schreef hij zich in aan het Engels Seminarie, waar hij de tonsuur ontving op 21 december 1861 en de lagere orden op 9 juli 1862. Hij werd onderdiaken op 18 december 1862, diaken op 4 juni 1863 en priester op 19 december 1863. In januari 1864 verliet hij het Engels Seminarie en vertrok naar St. John's in Melton-Mowbray, Nottingham. Van 1865 tot 1868 was hij werkzaam in All Saints, Glossop bij Manchester. In februari 1868 nam hij ontslag en keerde in oktober 1868 terug naar België, waar hij toetrad tot het seminarie van het Onbevlekte Hart van Maria voor de Chinese Missies te Scheut bij Brussel. Zijn jongere broer, Heliodoor, was daar eveneens student. Zijn professie volgde op 5 juni 1870. Daarna reisde hij naar China, waar hij in mei 1872 zwaar werd aangevallen in het district Fengzhen en voor dood werd achtergelaten. In 1874 begon hij te werken in Mongolië. Op 11 december 1883 werd hij benoemd tot titulair bisschop van Abdera en eerste apostolisch-vicaris van het nieuw opgerichte vicariaat Zuid-West Mongolië. Zijn bisschopswijding vond plaats op 18 mei 1884 te Siioan-dze. Hij overleed op 21 juli 1888 in Sanshenggong, in de Sandaohe-regio van Alasan Banner, Mongolië.
Links[odis]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; Engels Seminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. de Mûelenaere, Over Gezelles Confraternity. in: Gezelliana: 5 (1874) 1-4, p.11; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.20
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamLefevre, Eugenius Augustus Antonius
Datums° Bavikhove, 27/04/1826 - ✝ Brugge, 01/05/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; econoom; inspecteur onderwijs; leraar; onderdirecteur; schooldirecteur
BioEugène Lefevre was de zoon van Carolus, landsman, en Coleta Verhaeghe. Hij trad binnen in het grootseminarie op 01/10/1844 en werd te Brugge tot priester gewijd op 23/05/1850. Aan het kleinseminarie was hij leraar van 1849 tot 1859, ondersuperior en huismeester van 1859 tot 1867. Te Menen was hij principaal van het college en geestelijk directeur van de benedictijnen van 1867 tot 1876. Vervolgens werd hij kantonaal inspecteur van het lager onderwijs (1871-1876) voor Wervik en Mesen, erekanunnik van de Brugse kathedraal op 18/08/1876 en lid van de bisschoppelijke commissie voor kloosterzaken op 20/10/1876. Hij was directeur van de Dames van barmhartigheid ( 1876-1897), lid van de kerkraad van de kathedraal op 05/04/1877 en titulair kanunnik op 26/03/1886.
Links[odis]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamNono, Napoleon
Datums° Roeselare, 16/01/1840 - ✝ Birkenhead, Cheshire, 05/05/1866
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsEngeland
BioNapoleon Frederik Charles Nono werd geboren op 16 januari 1840 in Roeselare als zoon van Anthony Nono en Therese Dehuller. Hij was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare van 1853 tot 1856. Op 28 september 1860 ging hij naar het Engels Seminarie. Hij ontving de subdiakonaat op 2 juli 1864 en het diakonaat op 17 december 1864. Hij verliet het Engels Seminarie op 18 april 1864 en werd op 30 april 1865 priester gewijd te Staleybridge door bisschop Brown. Na zijn wijding diende hij in Staleybridge in 1865 en van 1865 tot 1866 in St. Werburgh, Birkenhead. Hij overleed op 5 mei 1866 aan tyfus in Birkenhead en werd begraven op Flaybrick Hill, Birkenhead.
Relatie tot Gezellecorrespondent; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; Engels Seminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.47
NaamSaffenreuter, Gustave Willibrord
Datums° Koblenz, 25/12/1840 - ✝ Aken, 30/10/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; deken
VerblijfplaatsDuitsland; Engeland
BioGustavus Willibrordus Theophanes Saffenreuter werd op 25 december 1840 te Koblenz geboren als zoon van de hypotheekhoudershulp Albert Joseph Saffenreuter (°1813, Andernach) en Gertrudis Selig (°1818, Koblenz). Hij werd op 27 december 1840 gedoopt in de katholieke Liebfrauenkerk. Hij was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare (1856-1860). Op 28 september 1860 trad hij binnen in het Engels Seminarie te Brugge bestemd voor het bisdom Salford. Op 18 december 1862 ontving hij de tonsuur. Hij werd tot subdiaken gewijd op 19 december 1863 en tot diaken op 2 juli 1864. Hij ontving zijn priesterwijding op 17 december 1864 in het Brugse grootseminarie. Daarop werd hij priester te St. Wilfred's Hulme-Manchester (1865-1870) en was hij werkzaam als deken en rector van St. James, Pendleton (1870-1899), waar hij de eerste steen legde van de nieuwe kerk in Weaste. Volgens de census van 1881 woonde zijn zus Agnes (°ca. 1846) bij hem in. In de census van 1891 komt ze niet meer voor, maar wel zijn 19 jaar oude nichtje Mary. Van 1899 tot 1900 was hij met ziekteverlof, waarna hij van 1900 tot 1904 deken was van St. Anne's in Fairfield. Daarnaast was hij kanunnik van Salford. Hij overleed op 30 oktober 1911 in Aken.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. de Mûelenaere, Over Gezelles Confraternity. in: Gezelliana: 5 (1874) 1-4, p.14; https://www.ancestry.co.uk/; Stewart Foster, The English Seminary Bruges : 1858-1873: a biographical register of priests. Brentwood: Brentwood Diocesan Archives, 2018, p.51-52
NaamVerriest, Gustaaf
Datums° Deerlijk, 19/05/1843 - ✝ St. Cloud, Parijs, 25/06/1918
GeslachtMannelijk
Beroeparts
BioGustaaf Verriest was pas 10 jaar oud toen hij ingeschreven werd in het pensionaat van het kleinseminarie te Roeselare. Hij was dan ook de jongste van Gezelles poësisklas in het schooljaar 1858-1859. De levenslang aangehouden briefwisseling en de talrijke gedichten van Gezelle voor Gustaaf getuigen van een bijzonder nauwe band tussen de jonge, nog wat kinderlijke leerling en zijn leraar. Ook de familie Verriest had een grote genegenheid voor Gezelle, die nog met de oudste zoon Adolf gestudeerd had. Hoe licht is toch die sparke vier (07/08/1858) is geschreven naar aanleiding van een nachtmerrie van Gustaaf, maar tevens opgedragen aan zijn oudere broer Hugo Verriest en Eugeen Van Oye. Waarom en kunnen wij niet (04/01/1859) Brief (12/01/1859), O vriend wat schaadt of baat het ons, (02/02/1859) en Nu of nooit! (02/02/1859) zijn persoonlijk gericht aan Gustaaf Verriest. Gezelle wou hiermee de jongen steunen die een mogelijke priesterroeping ernstig nam en naar aanleiding daarvan worstelde met een sterk besef van zwakte en zondigheid. Uiteindelijk besloot Verriest geneeskunde te studeren, eerst in Leuven en later in Wenen. Hij was dokter in Wervik van 1869 tot 1873 en trok daarna naar Duitsland om er verder te studeren. Op 21 september 1876 huwde hij te Münster met Louise Niermann, waarmee hij zes kinderen kreeg. Vanaf 1876 werd hij professor aan de K.U. Leuven tot 1911. Na Gezelles dood ging hij op zoek naar een wetenschappelijke verklaring voor het dichterlijke genie van zijn oud-leraar.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamRodenbach, Edward
Datums° Roeselare, 24/02/1823 - ✝ Roeselare, 28/03/1902
GeslachtMannelijk
Beroepondernemer; brouwer; politicus
BioEdward Rodenbach werd geboren op 24 februari 1823 als zoon van Regina Wauters (1795-1874) en Pedro Rodenbach (1794-1848). Hij was gehuwd met Eugenia Mergaert bij wie hij vier kinderen kreeg. Aanvankelijk was hij ondernemer van de mechanische spinnerij Soenen-Vandekerckhove, die hij in 1855 kocht. In 1864 kreeg hij de leiding over de brouwerij van Rodenbach in Roeselare. Daarnaast was hij onder andere een belangrijke aandeelhouder in de 'S.A. des Bains et des Dunes de Middelkerke et d’Ostende', een immobiliënmaatschappij die inspeelde op het opkomende kusttoerisme.De firmanaam van de brouwerij veranderde hij in 'Brasserie et Malterie Saint Georges, Edouard Rodenbach-Mergaert'. Tussen 1864 en 1877 liet Edward op de terreinen naast de oude brouwerij een volledig nieuw bedrijf oprichten met een moderne mouterij, ast, gisting, brouwzaal en lagerkelder. Wanneer hij in 1878 het beheer overlaat aan zijn zoon Eugeen, beslaan de bedrijfsgebouwen een oppervlakte van 7500 vierkante meter. Eugeen Rodenbach breidde de brouwerij verder uit maar overleed in 1889 plotseling, zonder mannelijke erfgenaam. Edward, die zich in Brussel had gevestigd, nam noodgedwongen opnieuw de leiding van het bedrijf op zich. Voor zijn terugkeer naar Roeselare liet hij een kasteel tegenover de brouwerij bouwen, waar hij in 1891 introk en verbleef tot zijn dood. In 1898 introduceerde hij nog een vooruitstrevend werkreglement met een werkgeversbijdrage voor arbeiders bij ziekte of ongeval. Hij was ook een liberale politicus. Hij stierf op 28 maart 1902 te Roeselare.
Links[wikipedia]
Naamvon Hahn-Hahn, Ida
Datums° Tressow, hertogdom Mecklenburg-Schwerin, 22/06/1805 - ✝ Mainz, 22/01/1880
GeslachtVrouwelijk
Beroepauteur; gravin
VerblijfplaatsDuitsland
BioGravin Ida von Hahn-Hahn was een 19e-eeuwse Duitse schrijfster. Ze was de dochter van Karl von Hahn, die bekend stond omwille van zijn passie voor theater, waaraan hij het grootste deel van het familie fortuin verspeelde. De dubbele naam ‘Hahn-Hahn’ kreeg ze nadat ze met haar neef trouwde. Dit huwelijk was echter bijzonder ongelukkig, waardoor ze uiteindelijk van hem scheidde. Haar literaire werk telt vele sterke vrouwelijke karakters, en ze wordt getypeerd als een voorvechter van vrouwenemancipatie. Ook drukte haar bekering tot het katholicisme in 1850 een belangrijke stempel op haar oeuvre.
Links[wikipedia]
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamKirby, Jospeh; Kerby, Joseph
Datums° Liverpool, 1845
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioJoseph Kirby (of Kerby) werd geboren in Liverpool in 1845, maar woont in 1859 in Londen. Hij was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare tijdens het schooljaar 1859-1860 en staat vermeld in palmares en internaatboek. Zijn naam wordt in de leerlingenlijst van 1859-1860 geschreven als Kerby. Hij volgde in 1859 les Duits als optievak vreemde talen voor Engelse studenten (cours facultatifs). Hij verliet de school op 18 juni 1860. Zijn uitgaven staan in het internaatboek zeer gedetailleerd ingeschreven. Driemaal wordt Guido Gezelle vermeld: 'Livre M. Gez. 14,85, (...), Liv. M. Gez. 7,15, (...), M. Gez. 14,70'. Blijkbaar heeft hij boeken gekocht van Gezelle. Er werden geen verdere gegevens over hem gevonden.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinsemianrie Roeselare
BronnenJosé de Mûelenaere, Gezelle's De humaniorabevolking van 1854 tot 1860 volgens de Palmares. In: Gezelliana: 5 (1874), p.58; archief kleinseminarie
NaamBergier, Nicolas Sylvestre
Datums° Darney, Lorraine, 31/12/1718 - ✝ Versailles, 09/04/1790
GeslachtMannelijk
Beroepkatholiek theoloog; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioNicolas Sylvestre Bergier werd geboren op 31 december 1718 in Darney, Lorraine. Hij studeerde theologie aan de Universiteit van Besançon, waar hij promoveerde en tot priester werd gewijd. Na verdere studies in Parijs keerde hij in 1748 terug naar Besançon, waar hij als pastoor diende en later voorzitter werd van het college van de stad, dat eerder onder leiding van de jezuïeten had gestaan. Hij schreef verschillende werken. Zijn polemische werk Deism Refuted By Itself (1765) maakte hem bekend als een vooraanstaand apologeet. Dit succes leidde ertoe dat hij door de Franse bisschoppen werd vrijgesteld van zijn pastorale taken om zich volledig aan het schrijven te wijden. Bergier richtte zich vooral tegen het atheïsme van invloedrijke denkers zoals Rousseau en d'Holbach, hoewel hij ernaar streefde hun standpunten goed te begrijpen. Hij bekritiseerde de philosophes, onder meer vanwege hun weergave van de Chinese samenleving en het confucianisme, maar bleef actief in intellectuele kringen en was bevriend met Diderot. In 1769 benoemde de aartsbisschop van Parijs, Christophe de Beaumont, hem tot kanunnik van de kathedraal, waarna hij zich in Parijs vestigde. Naast zijn werken over apologetiek en theologie droeg hij bij aan de Encyclopédie, waar hij oorspronkelijk artikelen corrigeerde maar uiteindelijk een eigen Dictionnaire de théologie samenstelde. Bergier overleed op 9 april 1790 in Versailles.
Links[wikipedia]
NaamRohrbacher, René François
Datums° Langatte, 27/09/1789 - ✝ Parijs, 17/01/1856
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; abt; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioRené François Rohrbacher werd geboren op 27 september 1789 in Langatte.. Hij was een vooraanstaand kerkgeschiedkundige. Zijn voornaamste werk is de “Histoire universelle de l'Église Catholique" (Nancy, 1842-49 ; 2e Ed., Paris, 1849-53). Het werk is apologetisch geschreven en droeg bij aan het uitroeien van gallicanisme, een stroming binnen de Franse katholieke Kerk die de onafhankelijkheid van de Franse Kerk ten opzichte van de paus in Rome benadrukte. Ondanks dat het soms kritiekloos is en weinig literair verfijnd, blijft het een waardevolle bron voor onderzoekers van de kerkgeschiedenis. Het werk werd later vertaald in het Duits. Rohrbacher schreef ook nog "Vies des Saints pour tous les jours de l'année" (Paris, Gaume, 1853, 6 volumes). Rohrbacher overleed op 17 januari 1856 in Parijs.
NaamMergaert, Eugenie Marie
Datums° Diksmuide, 09/03/1830 - ✝ Roeselare, 07/10/1913
GeslachtVrouwelijk
BioEugenie Marie Mergaert werd geboren in Diksmuide op 9 maart 1830 als dochter van Franciscus Josephus Mergaert en Juliana Ludovica Vandromme. Op 5 september 1849 trad zij in Roeselare in het huwelijk met Edouard. Hun oudste zoon was Eugène Pierre Henri Rodenbach. Zij overleed in Roeselare op 7 oktober 1913.
BronnenGeneanet
NaamRodenbach, Eugène Pierre Henri
Datums° Roeselare, 24/11/1850 - ✝ Elsene, 07/05/1889
GeslachtMannelijk
Beroepbrouwer
BioEugène Pierre Henri Rodenbach werd geboren in Roeselare op 24 november 1850 als zoon van Eugenie Marie Mergaert en Edouard Rodenbach. Hij volgde zijn opleiding aan het kleinseminarie van Roeselare. Zijn ouders overwogen om hem verder te laten studeren aan het Engels College te Brugge bij Guido Gezelle. Eugène werd brouwer van beroep. Op 8 januari 1879 trad hij in Brugge in het huwelijk met Alice Emma Termote (Brugge, 12/10/1857 – Brussel, 29/09/1932). Hij overleed in Elsene op 7 mei 1889.
BronnenGeneanet

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Roeselare
BeschrijvingHet klein seminarie werd opgericht onder het Frans bewind en herstartte officieel in 1830 als bisschoppelijk college. In 1846 werden de Latijnse klassen aangevuld met een handelsafdeling Saint-Michel, waaraan ook een lagere basisschool verbonden was. Dit Sint-Michielsinstituut fungeerde als een voorbereiding op de humaniora. Het klein seminarie trok heel wat katholieke leerlingen uit Engeland en Ierland aan. In 1849 werd hiervoor een aparte Engelse afdeling opgericht. Vanaf hetzelfde jaar werd ook een filosofieafdeling ingericht als voorbereiding op de priesteropleiding. Gezelle volgde er secundair onderwijs van 1 oktober 1846 tot 19 augustus 1850. Vanaf 21 maart 1854 tot 21 augustus 1860 kwam hij er terug als leerkracht. Zijn eerste drie bundels waren nauw verbonden met deze periode. Ook nadien hield hij een intens contact met zijn oud-leerlingen.
Datering1830
Links[odis], [wikipedia]
NaamEngels College
BeschrijvingAls gevolg van de nauwe contacten met het West-Vlaamse bisdom stuurden heel wat katholieke Engelsen hun kinderen naar Vlaanderen om er een opleiding te volgen. Eerst werden deze leerlingen ondergebracht in een afdeling van het kleinseminarie van Roeselare. In 1860 werd voor hen in Brugge een afzonderlijk college opgericht, gevestigd in de Wijnzakstraat, 1. De leerlingen kregen hun lessen in het Sint-Lodewijkscollege. Gezelle had er samen met Joseph Cox Algar de leiding over de Engelse jongens. De Engelsman Algar was taalleraar in het kleinseminarie van Roeselare en een vriend van Gezelle. Hij was de zoon van een rijke anglicaanse dominee en had in Oxford gestudeerd. Het Engels college werd in april 1861 al gesloten.
Datering10/1860-04/1861

Titel - ander werk

TitelVies des Saints, pour tous les jours de l'année à l'usage du clergé en du peuple fidèle (6 dln)
AuteurRohrbacher, René François
Datum1853-1854
PlaatsParijs
UitgeverGaume Frères
TitelHistoire universelle de l'Eglise catholique (29 dln)
AuteurRohrbacher, René François
Datum1843-1850
PlaatsLuik
UitgeverJ.G. Lardinois
TitelDictionnaire de théologie (6 dln)
AuteurBergier, Nicolas Sylvestre
Datum1852
PlaatsParis
UitgeverLeroux et Gaume
TitelTraité historique et dogmatique de la vraie religion (8 dln)
AuteurBergier, Nicolas Sylvestre
Datum1855
PlaatsDoornik
UitgeverCasterman

Titel26/09/1860, Roeselare, [Gustave Willibrord Saffenreuter] aan [Guido Gezelle]
EditeurNel Top; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenNel Top; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen, Saffenreuter Gustave Willibrord aan Gezelle Guido, Roeselare (Roeselare), 26/09/1860 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
Verzender[Saffenreuter, Gustave Willibrord]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum26/09/1860
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 213x135
groen
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3991
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10308
Inhoud
IncipitMehrere Gründe bewegten mich Ihrer Hochwürden
Tekstsoortbrief
TalenDuits
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.