<Resultaat 64 van 2074

>

p1+
Monsieur l’Abbé,

La publication de votre Messeboekske m’a fait penser que vous étiez au courant de ce qui se passait dans les missions arctiques.

C’est ce qui m’a poussé à prendre la liberté de m’adresser à vous, pour vous demander certains renseignements que votre bonté ne saurait me refuser.

D’abord, quelle est la meilleure méthode à suivre pour apprendre la langue norwégienne? & à cet effet quels sont les livres les plus utiles pour le prêtre? –

Comme il y a chez vous un jeune homme[1] qui se destine aux missions du nord, il sait probablement quel avenir l’attend. Ainsi ne pourriez-vous pas me dire quels sont les moyens de subsistance pour le missionnaire dans ces règions arctiques? – Est-il abandonné à lui-même, ou bien annonce-t-il l’Evangile en compagnie d’un collègue? -

Voilà autant de questions dont la solution m’intéresse à un haut degré.

Si donc vous pouviez, comme je l’éspère, mep2donner quelques renseingements, en répondant aux questions que je vous ai faites, vous obligeriez beaucoup celui qui se nomme respectueusement

Votre humble seviteur en Jésus ChristX
C Thoma.
persbyter

NB.. Veuillez ne donner communication de tout ceci à personne.

Noten

[1] Mogelijk gaat het over Emiel Maria Dekiere.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamThoma, Constantin
Datums° Oostende, 05/12/1836 - ✝ Oostende, 07/01/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderdirecteur; pastoor; subregent
BioConstantin Thoma was de zoon van Petrus, herbergier, en Ernestine de Coninck. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 02/06/1860. Hij werd in 1861 eerst leraar en na een jaar subregent aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. In 1864 ging hij een jaar aan de slag als leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Vervolgens was hij er ook onderdirecteur van de zusters van Sint-Jozef. Op 27/09/1882 werd hij pastoor te Roeselare. Hij kreeg de burgerlijke decoratie voor daden van moed, toewijding en menselijkheid en kreeg de onderscheiding ridder in de Leopoldsorde. Hij overleed te Oostende na een lange en pijnlijke ziekte.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefschrijver

NaamThoma, Constantin
Datums° Oostende, 05/12/1836 - ✝ Oostende, 07/01/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderdirecteur; pastoor; subregent
BioConstantin Thoma was de zoon van Petrus, herbergier, en Ernestine de Coninck. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 02/06/1860. Hij werd in 1861 eerst leraar en na een jaar subregent aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. In 1864 ging hij een jaar aan de slag als leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Vervolgens was hij er ook onderdirecteur van de zusters van Sint-Jozef. Op 27/09/1882 werd hij pastoor te Roeselare. Hij kreeg de burgerlijke decoratie voor daden van moed, toewijding en menselijkheid en kreeg de onderscheiding ridder in de Leopoldsorde. Hij overleed te Oostende na een lange en pijnlijke ziekte.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDekiere, Emiel Maria
Datums° Roeselare, 11/06/1840 - ✝ Noord-Amerika (Virginia),
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris
BioEmil Dekiere trok na zijn lagere school in 1853 naar het kleinseminarie van Roeselare. Tijdens het schooljaar 1857-58 had hij er Gezelle als leraar. De missionaris in spe was er lid van Gezelles Confraternity, een eucharistisch broederschap opgericht door Gezelle. In 1860 ging Dekiere filosofie studeren aan het grootseminarie te Brugge. Drie jaar later werd hij op 4 juni diaken. Zijn priesterwijding kreeg hij op 19 december 1863. Dekiere voelde zich geroepen tot een missionariscarrière in de Noordpoolgebieden. Van zijn oversten kreeg hij de toestemming om een opleiding te volgen in Engeland. Mgr. Faict stuurde een aanvraag op 22 april 1864 naar Rome, zodat Emil nog hetzelfde jaar naar de Noordpoolmissie kon vertrekken. In 1866 kwam hij voor een eerste bezoek naar België. Zijn tweede verblijf in 1869 was om gezondheidsredenen. Een jaar later bevond hij zich nog steeds in België. Van zijn verdere leven vinden we alleen terug dat hij in 1873 nog in Tromsö verbleef en dat hij daarna waarschijnlijk op de dool geraakte in Amerika. Hij overleed, volgens een missionaris, in de bergen van Virginia. Dekieres brieven dateren uit de periode 1864-1867. Gezelle bewerkte ze ter publicatie in '"t Jaer 30".
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; 't Jaer 30
BronnenE. Depuydt, Gezelles correspondentie uit de Noordpoolmissie aanwezig in het Provinciaal Cultuurarchief te Brugge. In: Gezelliana: (1996) 2, p.9
NaamThoma, Constantin
Datums° Oostende, 05/12/1836 - ✝ Oostende, 07/01/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderdirecteur; pastoor; subregent
BioConstantin Thoma was de zoon van Petrus, herbergier, en Ernestine de Coninck. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 02/06/1860. Hij werd in 1861 eerst leraar en na een jaar subregent aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. In 1864 ging hij een jaar aan de slag als leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Vervolgens was hij er ook onderdirecteur van de zusters van Sint-Jozef. Op 27/09/1882 werd hij pastoor te Roeselare. Hij kreeg de burgerlijke decoratie voor daden van moed, toewijding en menselijkheid en kreeg de onderscheiding ridder in de Leopoldsorde. Hij overleed te Oostende na een lange en pijnlijke ziekte.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - instituut/vereniging

NaamGrootseminarie Brugge
BeschrijvingHet Grootseminarie van Brugge was het seminarie voor priesterkandidaten van het bisdom Brugge. Het bevindt zich aan de Potterierei in Brugge, waar de gemeenschap van de cisterciënzerabdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen in Koksijde in 1627 naartoe verhuisd was en in 1628 was begonnen met de bouw van een nieuwe abdij binnen Brugge. In 1796 confisqueerden de Franse bezetters de abdij en richtten haar in als Ecole centrale (1798-1803) van het Leiedepartement, met een bibliotheek bestaande uit in beslag genomen West-Vlaamse abdijbibliotheken. In 1804 werd de Ecole Centrale opgeheven en de bibliotheek overgemaakt aan de stad Brugge, meteen de kiem van de huidige Openbare Bibliotheek. Nadien fungeerde de abdij nog als Lycée impérial (1808-1814), militair ziekenhuis en atheneum. In 1833 stelde het Brugse stadsbestuur de gebouwen ter beschikking van het heropgerichte bisdom Brugge. Op 1 oktober van dat jaar startte het eerste academiejaar voor de priesteropleidingen, die daar sindsdien bijna onafgebroken plaats vonden tot 2018. Ook Guido Gezelle was er seminarist (oktober 1850-juni 1854). Gezelle had er vele contacten met oud-leerlingen en leerkrachten.
Datering1833
Links[odis], [wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelEen Noordsch en Vlaemsch messeboekske

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Thoma, Constantin

Correspondenten

Gezelle, Guido
Thoma, Constantin

Naam - instituut/vereniging

Grootseminarie Brugge

Naam - persoon

Dekiere, Emiel Maria
Thoma, Constantin

Plaats van verzending

Brugge

Titel - werk van Guido Gezelle

Een Noordsch en Vlaemsch messeboekske

Titel28/07/1860, Brugge, Constantin Thoma aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderThoma, Constantin
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum28/07/1860
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 206x133
blauw, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4025
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10341
Inhoud
IncipitLa publication de votre Messeboekske m'a
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.