<Resultaat 508 van 2608

>

p1

+

Eerweerde Heer en vriend,

Ik en kan u niet genoeg aanmoedigen om seffens aan uwen spel- en liederenboek voor vlaamsche gezelschappen &c te beginnen. Gij en moet er maar opzetten Bibliotheke rond den heerd no 18, gelijk op de Doolaards, en 'k zou u verzoeken mij eene epreuve van titel en couverte te zenden, opdat ik zou kunnen zien of alles goed is.

Begint dan maar seffens: gij en moet hem niet al te dikke maken; later kunt gij een tweeden spel- en liederenboek &c uitgeven, enz. naar mate gij stoffe vergaard hebt.

Ik zal u eene collectie bibl. R. d. H. toestieren met 10 doolaards. Tracht mij eenige S. Ursula te verkoopen aan 1 fr. 25. deze weke zal ik er kunnen verzenden.

De epreuven der conferentie[1] zal ik u zenden; een geheelen pak t'eenegader. Wilt zoo goed zijn mij telkens niet lange erachter te doen wachten. 't Zal al gelijk nog wel 1 maand zijn eer dat ik drukke. Eerst ga ik ze klappen t'Oostende, en dan op 't papier brengen.

Als ik den spiritus drukke, hoe zal ik weten welke stukken van de heilige schrifture... hola! van u zijn en welke van K. De Waele?[2]

Voor den ogenblik en kan ik niet zoeken achter Curtr-ac; want 'k zitte tot over de ooren in den ac van de vlaamsche kuste.p2Pastor de man's reliquie[3] zal ik zaterdag 22 dezer zenden met de Boosere.

Van 't Idioticon moet ik spreken alsook van de Liederen uitgegeven te Rousselaere door Hugo en flamen. Maar 'k en kan geen oogenblik vinden. Gij zoudt mij grooten dienst bewijzen met iets daarover te maken. 't En moet niet lang zijn: iets van de langde van uwen laatsten brief is genoeg. Als 't u belieft doet toch wat: 't is toch om uwe gedachten te doen inbreken dat ik zoo werke om uwe conferentie weder aaneen te brengen.

Ik zal vragen dat men u een exemplaar van den dagb. der Heiligen zende.

Gij zegt dat gij bezig zijt met Cortracena te vergaderen. Als 't u belieft geeft er de primeur van aan Rond den Heerd. Telkens zal ik u wat numeros meer doen trekken en ze u zenden om uit te deelen. Dit zal deugd doen aan R. d. H. en de historie van Kortrijk leeren kennen aan uw volk, dat er zeker al niet vele van en weet.

Paul en Isabelle liggen op de perse. Dezuttere heeft de drukkerije van VDCasteele overgenomen, en is drukker van de soc. d'Emulation.p3Van Marcus ab Aviano en durve ik aan de capucinen niet spreken: immers omdat zij nooit het printje wedergekregen hebben dat gediend heeft om 't portrait in photographie af te trekken. Daarbij 'k en wete van niemand die naar Weenen gaat, en ten 3° ben overlast van te maken boeken en boekskens.

Verwachte met gelegentheid uwe antwoorde op de vragen die in 't voorgaande uitgedrukt zijn, en verzoeke u nogmaals te willen eene recensie van Idioticon en van Liederen maken om bin de 14 dagen te verschijnen.

Ulieden toegenegene

Ad.D. presbyter

Noten

[1] Adold Duclos gaf op 10 maarte 1873 een lezing in Oostende voor de ’Kring der goede vrienden’, die uitgegeven zou worden onder de titel De oude kuste van Vlaanderen (1873). Hij vroeg Guido Gezelle om de drukproeven na te zien.
[2] Guido Gezelle liep met plannen rond om een compilatie te maken van de liederen en vertellingen, die in kranten als Reinaert de Vos en ’t Jaer 30 verschenen waren. Hij had deze verzameld in een plakboek en dacht aan de titel ’Spiritus’. Adolf Duclos had hem gevraagd om die uit te geven in de reeks Bibliotheke Rond den Heerd.
[3] De pastoor van de Onze-Lieve Vrouwkerk te Kortrijk had via Gezelle een relikwie gevraagd van de heilige Margareta Maria Alacoque.

Register

Correspondenten - personen

NaamDuclos, Adolf Juliaan
Datums° Brugge, 30/08/1841 - ✝ Brugge, 06/03/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; pastoor; kanunnik, ere-kanunnik, leraar; historicus; auteur, redacteur; diocesaan inspecteur
BioAdolf Duclos, zoon van Desiderius Duclos, apotheker en een van de stichters van de katholieke partij in 1860, en Hortencia Bogaert, wier vader en grootvader de stichters waren van de 'Gazette van Brugge', werd geboren in de Kuipersstraat te Brugge. Hij liep school in het atheneum te Brugge, het college te Ieper en het Brugse Sint-Lodewijkscollege. In oktober 1860 ging hij naar het kleinseminarie in Roeselare (filosofie 1861), en volgde een jaar later een priesteropleiding aan het grootseminarie in Brugge. Daar ontmoette hij Guido Gezelle. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 10/06/1865 van Mgr. Faict. Hij ging lesgeven aan het college van Torhout (17/09/1865), en werd vanaf 1868 ondersecretaris en bewaarder van de relikwieën in het bisdom. In 1871 volgde hij Guido Gezelle op als redacteur van het tijdschrift Rond den Heerd. In 1874 was hij stichtend voorzitter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. In 1875 was hij ook betrokken bij de stichting van het Brugse Davidsfonds. Belangrijk was ook zijn betrokkenheid als bestuurslid en voorzitter van de Société Archéologique de Bruges, de voorloper van het Brugse Gruuthusemuseum. Hij was ook de auteur van historische werken en actief bij de organisatie van Brugse stoeten en processies. Vervolgens werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal (29/08/1884), pastoor in Pervijze (25/11/1889) en pastoor in Ieper (21/07/1897). Op 20 mei 1903 keerde hij naar Brugge terug als kanunnik van de Brugse kathedraal. Op 13 december 1910 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges, en was ten slotte werkzaam als kanunnik-cantor (13/12/1911).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker en uitgever van Rond den Heerd; Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDuclos, Adolf Juliaan
Datums° Brugge, 30/08/1841 - ✝ Brugge, 06/03/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; pastoor; kanunnik, ere-kanunnik, leraar; historicus; auteur, redacteur; diocesaan inspecteur
BioAdolf Duclos, zoon van Desiderius Duclos, apotheker en een van de stichters van de katholieke partij in 1860, en Hortencia Bogaert, wier vader en grootvader de stichters waren van de 'Gazette van Brugge', werd geboren in de Kuipersstraat te Brugge. Hij liep school in het atheneum te Brugge, het college te Ieper en het Brugse Sint-Lodewijkscollege. In oktober 1860 ging hij naar het kleinseminarie in Roeselare (filosofie 1861), en volgde een jaar later een priesteropleiding aan het grootseminarie in Brugge. Daar ontmoette hij Guido Gezelle. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 10/06/1865 van Mgr. Faict. Hij ging lesgeven aan het college van Torhout (17/09/1865), en werd vanaf 1868 ondersecretaris en bewaarder van de relikwieën in het bisdom. In 1871 volgde hij Guido Gezelle op als redacteur van het tijdschrift Rond den Heerd. In 1874 was hij stichtend voorzitter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. In 1875 was hij ook betrokken bij de stichting van het Brugse Davidsfonds. Belangrijk was ook zijn betrokkenheid als bestuurslid en voorzitter van de Société Archéologique de Bruges, de voorloper van het Brugse Gruuthusemuseum. Hij was ook de auteur van historische werken en actief bij de organisatie van Brugse stoeten en processies. Vervolgens werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal (29/08/1884), pastoor in Pervijze (25/11/1889) en pastoor in Ieper (21/07/1897). Op 20 mei 1903 keerde hij naar Brugge terug als kanunnik van de Brugse kathedraal. Op 13 december 1910 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges, en was ten slotte werkzaam als kanunnik-cantor (13/12/1911).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker en uitgever van Rond den Heerd; Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Waele, Karel
Datums° Roubaix, 15/02/1824 - ✝ Klerken, 05/05/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor pastoor
VerblijfplaatsFrankrijk
BioKarel De Waele, zoon van Charles en Colette Samaille, werd geboren te Roubaix op 15 februari 1824. Op 6 juni 1850 begon hij zijn carrière als leraar aan het college van Menen. Op 21 december 1850 werd hij tot priester gewijd te Brugge. Vervolgens diende hij als onderpastoor in Dudzele bij de Sint-Pietersbandenkerk vanaf 12 september 1851 en in Ledegem bij de Sint-Pieterskerk vanaf 3 december 1859. Op 17 december 1875 werd hij pastoor in Noordschote bij de Sint-Barnabaskerk en op 23 april 1884 pastoor in Houthulst bij de Sint-Janskerk. Hij overleed te Klerken op 5 mei 1894. De Waele correspondeerde met Guido Gezelle en maakte deel uit van diens zantersnetwerk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
NaamDuclos, Adolf Juliaan
Datums° Brugge, 30/08/1841 - ✝ Brugge, 06/03/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; pastoor; kanunnik, ere-kanunnik, leraar; historicus; auteur, redacteur; diocesaan inspecteur
BioAdolf Duclos, zoon van Desiderius Duclos, apotheker en een van de stichters van de katholieke partij in 1860, en Hortencia Bogaert, wier vader en grootvader de stichters waren van de 'Gazette van Brugge', werd geboren in de Kuipersstraat te Brugge. Hij liep school in het atheneum te Brugge, het college te Ieper en het Brugse Sint-Lodewijkscollege. In oktober 1860 ging hij naar het kleinseminarie in Roeselare (filosofie 1861), en volgde een jaar later een priesteropleiding aan het grootseminarie in Brugge. Daar ontmoette hij Guido Gezelle. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 10/06/1865 van Mgr. Faict. Hij ging lesgeven aan het college van Torhout (17/09/1865), en werd vanaf 1868 ondersecretaris en bewaarder van de relikwieën in het bisdom. In 1871 volgde hij Guido Gezelle op als redacteur van het tijdschrift Rond den Heerd. In 1874 was hij stichtend voorzitter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. In 1875 was hij ook betrokken bij de stichting van het Brugse Davidsfonds. Belangrijk was ook zijn betrokkenheid als bestuurslid en voorzitter van de Société Archéologique de Bruges, de voorloper van het Brugse Gruuthusemuseum. Hij was ook de auteur van historische werken en actief bij de organisatie van Brugse stoeten en processies. Vervolgens werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal (29/08/1884), pastoor in Pervijze (25/11/1889) en pastoor in Ieper (21/07/1897). Op 20 mei 1903 keerde hij naar Brugge terug als kanunnik van de Brugse kathedraal. Op 13 december 1910 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges, en was ten slotte werkzaam als kanunnik-cantor (13/12/1911).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker en uitgever van Rond den Heerd; Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamFlamen, Gustaaf Hendrik
Datums° Brussel, 24/025/1837 - ✝ Brugge, 26/03/1920
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor; directeur; dichter; schrijver
BioGustaaf Flamen, zoon van Charles Flamen, handelaar, en Anne Marcus, studeerde aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege (1851-1857). Onder invloed van zijn leerkrachten, zoals L.L. De Bo en Verraes ontwikkelde hij daar al een vorm van flamingantisme. Zijn muziekleraar Hyacinthe Labbe liet hem zijn muzikale talenten ontdekken.Hij speelde o.a. viool. In 1857 startte hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie te Roeselare. De opleiding duurde vier jaar en hij had er Guido Gezelle als leraar Nederlands. Vervolgens ging hij naar het grootseminarie te Brugge. Hij ontving er op 09/07/1862 zijn priesterwijding. Hij werd leraar aan het college te Kortrijk (20/03/1862) en aan het kleinseminarie te Roeselare (15/09/1867), waar hij samen met zijn collega Hugo Verriest een grote invloed had op Albert - later Albrecht Rodenbach, als wiens "ontdekker" hij beschouwd wordt. Hij was onderpastoor te Ruiselede (06/08/1873) en pastoor te Meetkerke (07/04/1893), waar Gezelle vaak aan huis kwam. Hij nam ontslag te Meetkerke op 08/06/1906 en op 07/12/1906 werd hij directeur van Sint-Trudo te Brugge. Hij schreef redevoeringen in de Handelingen der gilde van St. Luitgaarde te Brugge, artikels in Rond den Heerd en in andere tijdschriften. Hij publiceerde ook ander werk zoals toneelstukken en historische drama's.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
NaamVerriest, Hugo
Datums° Deerlijk, 25/11/1840 - ✝ Ingooigem, 27/10/1922
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; auteur; leraar; directeur kloostergemeenschap; schooldirecteur; pastoor
BioHugo Verriest was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare (1854-1859). Hij kreeg er gedurende negen maanden les van Gezelle. Hij volgde filosofie in 1860 en zijn priesterwijding volgde op 17/12/1864. Hij werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege (09/06/1864) en aan het kleinseminarie te Roeselare (19/09/1867). Hij onderwees zijn leerlingen in de geest van Gezelle. Hij figureerde als spilfiguur binnen de Blauwvoeterij, dit ook als redacteur van het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge, het medium van de Blauwvoeterij. Vervolgens was hij directeur van de Zusters van Liefde in Heule (25/08/1877) en superior van het college te leper (13/06/1878). Hij was pastoor te Wakken (19/09/1888) en Ingooigem (19/06/1895). In 1906 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde. Hij was een spilfiguur in de Vlaamse Beweging en een zeer vurig spreker. Als auteur schreef hij romantisch-impressionistische gedichten, talrijke artikels en biografieën o.m. van Guido Gezelle, Stijn Streuvels en Albrecht Rodenbach.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; medestichter van Biekorf; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamDe Boosere; Booser
GeslachtMannelijk
BioTransportfirma "voerman" in opdracht van bisdom (?) Komt voor in brieven van Van de Putte (Kortrijk) en Van Hove (Roeselare) misschien is de firma van Ardooie (?).
NaamDe Zuttere, Aimé Joseph
Datums° Stalhille, 18/06/1846 - ✝ Antwerpen, 15/11/1934
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever
BioAimé Joseph De Zuttere werd geboren in Stalhille op 8 juni 1846. Zijn vader, Charles Louis De Zuttere, was gemeenteonderwijzer en hielp mee aan het Westvlaamsch Idioticon van De Bo. Zijn moeder was Sophie Colette Vandenberghe. Het gezin verhuisde op 13 oktober 1869 naar de Pottenmakersstraat 26 in Brugge, samen met zijn broers Alphonse en Charles Louis. Anderhalve maand later overleed zijn vader. Aimé was toen al actief als drukker. In 1871 startte hij een zelfstandige uitgeverij op het thuisadres. Vanaf 3 juni 1871 was hij de uitgever van Rond den Heerd, en later ook van andere publicaties zoals die van de Gilde van Sint Luitgarde, het Archeologisch Genootschap van Brugge en het Davidsfonds. Hij nam ook de uitgave van de Société d'Emulation over als opvolger van Vandecasteele-Werbrouck. Op 3 augustus 1880 trouwde Aimé in Koolkerke met Jeanne Vankersschaever, geboren in Lissewege op 24 april 1852. Zij trok op 19 augustus van dat jaar bij hem in. Het echtpaar verhuisde op 2 juli 1881 naar Rozendal 14/16, waar ze drie kinderen kregen: René, Joseph en Etienne. Onder de naam De Zuttere-Van Kersschaever bleven ze in Brugge actief tot 1886. Op 10 maart 1887 vertrok het gezin naar Lille en later naar Laken, waar in 1890 hun vierde zoon George werd geboren. Vervolgens verhuisden ze naar Antwerpen, waar ze zich definitief vestigden. Aimé overleed daar op 15 november 1934. Aimé had contact met Guido Gezelle over Rond den Heerd, nadat Gezelle het redacteurschap had overgedragen aan Duclos. Via deze samenwerking drukte De Zuttere de tweede editie van Gezelles Kleengedichtjes en afzonderlijke werken zoals Uitstap in de Warande en De Kleene Hertog.
Relatie tot Gezelledrukker
NaamCristofori, Carlo Domenico; Marcus van Aviano; Marcus d'Aviano
Datums° Aviano, 17/11/1631 - ✝ Wenen, 13/08/1699
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; prediker
VerblijfplaatsItalië; Oostenrijk
BioMarcus van Aviano was de geestelijke naam van Carlo Domenico Cristofori, een Italiaanse kapucijnerbroeder uit de 17e eeuw. In 1676 voerde hij een mirakelgenezing uit, waarna zijn faam groeide. Zo werd hij adviseur van keizer Leopold I van het Heilig Roomse Rijk. Voorts oefende hij grote invloed uit als begeesterend prediker, maar ook op politiek vlak door te bemiddelen bij conflicten. In 2003 werd hij zalig verklaard.
Links[wikipedia]
BronnenNieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 9, p. 35 (https://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=9&page=25&view=imagePane)
NaamDe Man, Albert Joseph
Datums° Veurne, 11/01/1816 - ✝ Brugge, 13/04/1885
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor; pastoor; kanunnik
BioAlbert De Man werd op 11 januari 1816 te Veurne geboren als zoon van leraar Albertus Josephus De Man en Maria Theresia Ryckeboer. In 1840 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. In 1841 werd hij coadjutor te Klerken en even later onderpastoor te Ieper. Daar nam hij ontslag op 7 april 1851 om de maand erop in Diksmuide aan de slag te gaan. Vanaf 12 september 1851 was hij bestuurder van de zusters redemptoristinnen te Brugge. Tien jaar later werd hij pastoor te Zerkegem, gevolgd door pastoorsposten in Poperinge (1864) en Kortrijk (11/12/1872). Op 17 september 1874 werd hij kanunnik van de kathedraal te Brugge. Vanaf 31 mei 1876 was hij penitencier, en op 13 april 1885 overleed hij in zijn huis in de Mariastraat.
Links[odis]
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank;
NaamVandecasteele, Auguste Joannes
Datums° Brugge, 17/11/1808 - ✝ Luik, 30/04/1878
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever
BioAuguste Joannes Vandecasteele werd op 17 november 1808 te Brugge geboren van Hendryk Vandecasteele en Sophia Aerts. Auguste was drukker en uitgever. Hij huwde op 27/07/1835 met Florentina Barbara Werbrouck (1795-1875), waarmee hij twee zonen kreeg: Hector (1837-1864) en Désiré (1839-1917). Op 31 december 1856 stond het gezin ingeschreven in de Braambergstraat 16 (B15/11), waarvandaan ze in september 1873 weggingen om naar Luik te verhuizen. Eerder dat jaar had hij de drukkerij overgelaten aan Aimé De Zuttere, die daarbij ook de uitgaven van de ‘Société d’Emulation’ overnam. Op het moment dat Florentina overleed, woonden ze in de Rue d’Harscamp 26. Bij Augustes overlijden op 30 april 1878 was zijn adres Place Saint-Lambert 22.
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamOostende
GemeenteOostende
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare
NaamWenen

Naam - instituut/vereniging

NaamGenootschap voor Geschiedenis te Brugge (Société d'émulation)
BeschrijvingHet genootschap voor geschiedenis werd opgericht in 1839 met het oog op het uitvoeren en valoriseren van historisch onderzoek in de provincie West-Vlaanderen en het oude graafschap Vlaanderen. Hoewel Gezelle niet persoonlijk betrokken was bij het genootschap had hij veel contact met prominente leden als Charles Carton, Joseph-Olivier Andries, Hendrik Rommel.
Datering1839
Links[odis], [wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelDe doolaards in Egypten
Links[gezelle.be]
TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelWestvlaamsch idioticon
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijk
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverGailliard
TitelDagboek der heiligen behelzende een kort begrijp van de levens der heiligen en kortbondige meditatiën voor al de dagen van het jaar
AuteurDe Corte, J.B.
Datum1872
PlaatsBrugge
UitgeverVandenberghe-Denaux
TitelDe oude kuste van Vlaanderen
AuteurDuclos, Adolf
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverDezuttere
TitelDe martelie van Sinte Ursula en van hare elf duist maagden
AuteurGuillaume Beetemé
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverDezuttere
TitelLiederen. Den Zeer Eerweerden Heer Kanonik Hendrik Delbar superior van het Kleen Seminarie te Rousselaere eerbiedig opgedregen
AuteurHugo Verriest; Gustaaf Hendrik Flamen
Datum1873
PlaatsRoeselare
UitgeverStock & Zusters
TitelPaul en Isabelle
AuteurK.B. Callebert
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverAimé Dezuttere

Titel20/02/1873, Brugge, [Adolf Juliaan Duclos] aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenKoen Calis; Universiteit Antwerpen, Duclos Adolf Juliaan aan Gezelle Guido, Brugge (Brugge), 20/02/1873 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
Verzender[Duclos, Adolf Juliaan]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum20/02/1873
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 211x136
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4964
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10949
Inhoud
IncipitIk en kan u niet genoeg aanmoedigen om seffens
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.