<Resultaat 467 van 2349

>

p1
6, Hereford Square,
London. S.W.

My dear Father

What would have become of me last Wednesday night without the assistance of the Angels and the Saints and the prayers on earth, I cannot imagine, for we had one of the roughest voyages we ever experienced. What a wonderful thing prayer is! I believe it can effect anything. Instead of being the only malade on board which is my usual destiny, I was one of the few who escaped. We were tossed about very much, and the sea dashed over the boat in such style that I was soon completely wet through, but that was nothing, nor did I mind being ill directly we landed. Dear Old England looked very peaceful and beautiful, like a large garden, in the early morning, and we were glad to arrive at ourp2comfortable little nest. The Angels have taken great care of it in our absence and of the servants too, so that there are no signs of my purgatory beginning for the present. On our return I found one of dear Fr Christie's kind little notes to tell me that he would be in retreat, so that I shall not be able to see him and give your little book for a week probably. It is tantalizing to be unable to read it, which I endeavoured to do with the aid of a dictionary, but it is hopeless; I can only make out something about putting the cross on the top. I asked St. Francis Xavier, as he had the gift of tongues, to help me, but I suppose he thinks it better that my desire should be mortified. We had a delightful week in Brussels. M. and Mme Flanneau were so very kind. Still it was not the same enjoyment as that of Bruges, because we were inp3the world again. I love Bruges because the people are so devout; it is very edifying to see them in the churches, it made me often wish that I could pray as they do. Prayer seems to be the chief business of life in Bruges, and that is just what it should be, since we were created for that purpose. Here in London it is not so easy, because we do not seem to be always in the Presence of Our Lord, the distractions are so many and so great, and the churches so far apart. The half mile to the Oratory[1] seems very long before breakfast, and I am obliged to come down again to only two communions a week. I always miss it so much at first coming home. I had almost forgotten to tell you of our expedition to Anderlecht. It was two days before the festival of St. Guido,[2] and the church was being prepared for the occasion. We werep4shown a relic of him, which I kissed for you and asked him to pray for your intention. I shall put up some candles for it in the Lady Chapel in the Oratory on Thursday. Who are your other patron Saints? and how soon are you coming to pay us a visit? I hope soon to have a letter from you telling me to have your room prepared. I am sure the change would do you a great deal of good, and you could be as quiet here in our house as you could possibly wish to be, you shall do just as you like when you come.

We have had a charming holiday, and are now very busy again, there are always so many little things to be attended to after a 6 weeks absence from home, and when these are concluded I have always my church embroidery and the translation, and as they are both Ad Majorem Dei Gloriam[3] it does not much signify which takes up my time. It is a good thing to be well occupied, as it keeps one out of mischief.

Adieu dear Father,
*p1
my husband sends his kindest regards to you.
Your Child in Christ,
Mary Buckler.

Enfant de Marie[4]

Noten

[1] The Church of the Immaculate Heart of Mary, beter gekend als ‘Brompton Oratory’ waar de Archconfraternity of the Most Precious Blood samenkomt.
[2] De naamdag van de heilige Guido van Anderlecht valt op 12 september. Rond deze dag wordt in Anderlecht een kermis met jaarmarkt gehouden.
[3] Vertaling Paul Thoen (Latijn): Tot meerdere eer van God. Een lievelingsuitdrukking van Ignatius van Loyola en aldus een motto van de Jezuïeten.
[4] Door zich ‘kind van Maria’ te noemen, toont Mary een speciale devotie voor Maria en/of een bijzondere deugdzaamheid, vroomheid en vriendelijkheid na te streven. De titel wordt ook gebruikt door leden van Mariacongregaties, maar het is niet geweten of Mary hiertoe behoorde.

Register

Correspondenten

NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLonden

Naam - persoon

NaamBuckler, Charles Alban
Datums° Londen, 25/09/1824 - ✝ Londen, 14/06/1905
GeslachtMannelijk
Beroeparchitect; auteur; uitgever; topograaf; kunstschilder; heraldicus
VerblijfplaatsEngeland
BioCharles Alban Buckler werd geboren op 25 september 1824 in Bermondsey, Londen als zoon van architect John Chessel Buckler (1793-1894) en Esther Fair (1797-1882). Ook zijn grootvader John Buckler was architect. Charles Alban Buckler bekeerde zich in 1844 tot het katholicisme en werd een van de belangrijkste architecten van katholieke kerken in Engeland. Hij was een aanhanger van de neogotische stijl. Buckler was daarnaast auteur (soms ook samen met zijn vader) en uitgever van boeken over architectuur, geschiedenis en heraldiek. Hij was ook topograaf, kunstschilder en heraldicus. In de jaren 1870 gaf Henry Fitzalan-Howard, 15th Duke of Norfolk, hem de opdracht om Arundel Castel te heropbouwen. Drie van zijn broers werden dominicaan. Buckler trouwde op 29 april 1851 in Headington, Oxford met Mary Louisa Farbrother (1828-1892). Het huwelijk bleef kinderloos. Hij overleed op 14 juni 1905 te Brentford, Londen.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamFarbrother, Mary Louisa; Farbrother, Mary Aloysia; Buckler, Mary
Datums° Oxford, 03/05/1828 - ✝ Londen, 29/05/1892
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Louisa Farbrother werd op 3 mei 1828 in Oxford geboren als tweede dochter en derde kind van onderwijzer John Farbrother (Cirencester, Gloucestershire, 1797 – Reading, Berkshire, 13/07/1866) en zijn eerste vrouw Mary Wheeler. Haar ouders trouwden op 21 april 1817 in Marylebone, Londen. Het echtpaar kreeg vier kinderen. John Farbrother hertrouwde op 26 september 1832 met Mary Dibbin (1807-1867). Dit echtpaar kreeg vijf kinderen. Mary Louisa Farbrother huwde zelf in juni 1851 in Buckinghamshire, Oxfordshire met architect Charles Alban Buckler (1824-1925). Ze kregen geen kinderen. Met de censussen van 1851 en 1861 woonden ze in Oxford en met de censussen van 1871, 1881 en 1891 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen. Mary en haar man ondernamen vele reizen naar het continent en verbleven in Frankrijk en België bij kennissen. Tijdens hun reis in België verbleven ze bij een bevriend koppel in Brussel en in Brugge in de Moerstraat 34 in het huis van priester Lodewijk Van Haecke. Tijdens het verblijf in Brugge werd Guido Gezelle de biechtvader van Mary Louisa. Haar biechtvader in Engeland was Father Albany Christie. Mary Louisa Farbrother overleed op 29 mei 1892 in 6, Hereford Square, South Kensington, Londen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Ancestry
NaamChristie, Albany James
Datums° Southwark, 18/12/1817 - ✝ Londen, 02/05/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; academicus; jezuïet
VerblijfplaatsEngeland; Italië; Malta
BioChristie Albany James was de zoon van Albany Henry Christie uit Chelsea, Londen. Hij studeerde aan King's College, Londen en ging op 2 juli 1835 naar Oxford om er verder te studeren aan het Oriel College. Hij kwam er onder invloed van de Oxford Movement en John Henry Newman. Vanaf 1844 tot 1846 studeerde hij geneeskunde te Londen. In oktober 1846 werd hij door Dr. Doyle van St.-George's, Southwark, opgenomen in de Katholieke Kerk en ging hij ook naar het College (medische school) van Bart's. In 1847 sloot hij zich als novice aan bij de jezuïeten. Hij begon theologie te studeren aan het College of St. Beuno's (Wales), een onderkomen voor tal van priesters van het Collegium Romanum die voor de revolutie van 1848 hadden moeten vluchten. Hij studeerde verder te Rome en werd in 1852 tot priester gewijd. Hij keerde voor zijn laatste jaar naar St. Beuno's terug en werd in 1855 leraar aan het Engels College van The Society at Valetta te Malta. Van 1856 tot 1860 was hij leraar te Stonyhurst, Saint Mary’s Hall. In 1858 werd hij op zending gestuurd en in 1862 ging hij naar de Farm Street Church in Londen, waar hij ook de biechtvader was van Mary Buckler. Christie werd later bekend als een katholieke toneelschrijver en dichter. Hij stierf in Londen, op 2 mei 1891.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFlanneau, Eugène
Datums° Brussel, 07/10/1821 - ✝ Elsene, 08/10/1891
GeslachtMannelijk
Beroeparchitect
BioEugène Flanneau was de zoon van Julien Joseph Flanneau, directeur van het Ministerie van Oorlog, en Marie Joseph Brice. Eugène Flanneau was sedert 1854 actief als architect in Brussel en stond bekend als vertegenwoordiger van de Empirestijl. Hij woonde vanaf 7 mei 1871 in de Napelsstraat 29 in Elsene. Hij was getrouwd met Elvire Englebert. Samen hadden ze drie kinderen: Maurice Eugène Paul (1858-1863), Octave Eugène Paul Marie Louise (1860-1937) en Paul Eugène Felix Marie (1865-1910). Het koppel was bevriend met Mary Buckler.
Links[wikipedia]
Bronnen https://nl.geneanet.org
NaamEnglebert, Elvire
Datums° Glimes, 12/04/1824 - ✝ Elsene, 15/11/1894
GeslachtVrouwelijk
BioElvire Englebert was gehuwd met architect Eugène Flanneau. Ze woonden vanaf 7 mei 1871 in de Napelsstraat 29 in Elsene. Samen hadden ze drie kinderen: Maurice Eugène Paul (1858-1863), Octave Eugène Paul Marie Louise (1860-1937) en Paul Eugène Felix Marie (1865-1910). Het koppel was bevriend met Mary Buckler.
Bronnen https://nl.geneanet.org

Naam - plaats

NaamAnderlecht
GemeenteAnderlecht
NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamLonden

Naam - instituut/vereniging

NaamConfraternity of The Precious Blood, London Oratory
BeschrijvingDe Archconfraternity of the Most Precious Blood kwam en komt samen in de kapel van Our Lady of Dolours in London Oratory, ook wel Brompton Oratory genoemd. Genootschappen die van de aanbidding van het bloed van Christus hun voornaamste doelstelling maakten, doken voor het eerst op in Spanje. In Engeland werd een dergelijk genootschap opgericht in de kerk van St.-Wilfrid in Staffordshire (1847) onder impuls van Newman en Faber. In 1850 werd de broederschap overgeheveld naar Londen, eerst in William Street, een viertal jaar later naar Brompton. Dit verklaart waarom de huidige kerk, die in 1884 werd gewijd, bekend staat als Brompton Oratory, maar eigenlijk de Church of the Immaculate Heart of Mary heet. De Oratory doet dienst als parochiekerk voor het rooms-katholieke diocees van Westminster.
Datering1850-heden
Links[wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelMet ‘t Kruis in top
PublicatieKleengedichtjes (Verzameld dichtwerk, deel II), p. 177

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelKleengedichtjes
Links[gezelle.be]

Titel17/09/1872, Londen, Mary Louisa Farbrother (= Mary Louisa Buckler) aan [Guido Gezelle]
EditeurGuido Spyns; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderFarbrother, Mary Louisa
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum17/09/1872
VerzendingsplaatsLonden
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.133-135
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 207x135
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 1 in twee richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4939
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11270
Inhoud
IncipitWhat would have become of me last
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.