Eerweerde Heer en Vriend,
Daar is nog iets dat ik gister vergeten hebbe.
Gij vraagt of de Gilde geen nieuwe collectie R. d. H. en kan geven. Met welk geld? Wij zitten tot over 't hoofd in krotte. Daarbij 't 8st jaar is bijna uitgeput.
Weet gij van 't Sinte Pieters vier? te Brugge brandde men er hoorns en beenen in, en de gebeurs dansten errond nog over 60 a 70 jaar. men zong een bijzonder liedje. Kent gij het? en waarom die hoorns? is dit heidensch en waarmêe ligt dit in verband? Waarom zegt men dan ze branden hoorns als 't vriest dat de steenen bersten? Is 't bij antiphrasis? Daar men 't S. Pieters vier ontsteekt als 't warm is dat de kraaien gapen?[1]
Gij zoudt een bewijs geven van uwe genegentheid tot R. d. h., met mij uitleg daarover te zenden tusschen hier en twee of drie dagen. En wacht ook niet van te antwoorden aan mijnen brief van gister.[2]p2't Gene gij van Nolet vertelt en die vrouwe daar wist ik.
verwandelen, schalte en 't liegt aan u staan in debo's antwoorde,[3] die ik u zal zenden zoodra ik ze ontvangen zal hebben.
'k En weet niet voor wien Eug. van Damme de Gramatick van Grimm zou gevraagd hebben.
De boek van Rohault de Fleury is te krijgen bij Beyaert te Brugge en kost geloof ik 40 fr.
Ik verlange om de nos Warande te hebben. Alb. Thijm wilt ze mij completeeren.[4] Laat mij ten minste weten wat gij hebt.
Toegenegen in Christo