<Resultaat 524 van 2349

>

p1
S. JOSEPH'SMISSIONARY COLLEGEOF THESACRED HEART.Mill Hill, London, N.W.
My dear Father Guido,

For a good many years past, the English Bishops are averse to admitting Priests who have served in other dioceses: & if, by way of exception, they do admit any one, on account of being in want of Priests, they usually place such a new comer in some out of the way place, calculated to make the Priest discontended even though he was determined to do his best.

We must expect that your Friend would fare in the same way were he to come over to England. Moreover at his age the question becomes more difficult, as he most probably could not p2be admitted into the society which provides for aged & infirm Priests, in most dioceses.

Hence I should dissuade him from coming. If however he be still anxious to come, either the Oblates of S. Charles or the Order of charity (Rosminians) would probably suit him best. Should both you & your Friend be of that opinion I shall be happy to forward your letter to either, since it gives a clear statement of the case.

May I trouble you to send the enclosed to its address?

Yours truly in Christo
P. Benoit.

Register

Correspondenten

NaamBenoit, Pieter
Datums° Kuurne, 02/11/1820 - ✝ Salford, 05/09/1892
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor; vicaris-generaal; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioPieter Benoit was van 1834 tot 1840 leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en tot 1842 student aan het grootseminarie te Brugge. Van oktober 1842 tot augustus 1846 was hij klasseleraar van de vijfde Latijnse aan het Duinencollege, annex van het grootseminarie langs de Potterierei, later Sint-Leocollege, waar hij Gezelle nog als leerling heeft gekend. Toen het Duinencollege in oktober 1845 onder de naam Sint-Lodewijkscollege naar de Noordzandstraat in Brugge verhuisde, bleef Benoit in het grootseminarie om zich voor te bereiden op zijn priesterschap. Hij werd op 29 mei 1847 tot priester gewijd en vertrok op 27 september 1847 naar Salford, Manchester. Hij was eerst onderpastoor en later pastoor van de St.-Augustinuskerk te Salford. In 1851 was hij kanunnik-penitencier en secretaris van Mgr. Turner, bisschop van Salford, in 1854 vicaris-generaal en in 1855 grootvicaris van het bisdom Salford. In 1872 volgde hij Herbert Vaughan op als rector van het missiehuis Holcombe House te Mill Hill bij Londen. Voor de Gezellestudie is hij vooral van belang, omdat hij er rond 1860 diverse keren bij Gezelle op aandrong, naar Engeland te komen. Gezelle aarzelde en Benoit schakelde monseigneur Turner in, een goede vriend van de Brugse bisschop Malou. Hij moest Malou ervan overtuigen, dat Gezelle een uitstekende missionaris voor Engeland zou zijn. Faict echter liet Gezelle niet vertrekken, maar stuurde hem samen met Algar naar het Engels College in Brugge (september 1860).
Links[odis]
Relatie tot Gezelleadressenlijst Cordelia Van De Wiele; adressenlijst Ons Oud Vlaemsch; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. De Muelenaere, Canon Pieter Benoit, In: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis Brugge: 105 (1968) 1
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBenoit, Pieter
Datums° Kuurne, 02/11/1820 - ✝ Salford, 05/09/1892
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor; vicaris-generaal; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioPieter Benoit was van 1834 tot 1840 leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en tot 1842 student aan het grootseminarie te Brugge. Van oktober 1842 tot augustus 1846 was hij klasseleraar van de vijfde Latijnse aan het Duinencollege, annex van het grootseminarie langs de Potterierei, later Sint-Leocollege, waar hij Gezelle nog als leerling heeft gekend. Toen het Duinencollege in oktober 1845 onder de naam Sint-Lodewijkscollege naar de Noordzandstraat in Brugge verhuisde, bleef Benoit in het grootseminarie om zich voor te bereiden op zijn priesterschap. Hij werd op 29 mei 1847 tot priester gewijd en vertrok op 27 september 1847 naar Salford, Manchester. Hij was eerst onderpastoor en later pastoor van de St.-Augustinuskerk te Salford. In 1851 was hij kanunnik-penitencier en secretaris van Mgr. Turner, bisschop van Salford, in 1854 vicaris-generaal en in 1855 grootvicaris van het bisdom Salford. In 1872 volgde hij Herbert Vaughan op als rector van het missiehuis Holcombe House te Mill Hill bij Londen. Voor de Gezellestudie is hij vooral van belang, omdat hij er rond 1860 diverse keren bij Gezelle op aandrong, naar Engeland te komen. Gezelle aarzelde en Benoit schakelde monseigneur Turner in, een goede vriend van de Brugse bisschop Malou. Hij moest Malou ervan overtuigen, dat Gezelle een uitstekende missionaris voor Engeland zou zijn. Faict echter liet Gezelle niet vertrekken, maar stuurde hem samen met Algar naar het Engels College in Brugge (september 1860).
Links[odis]
Relatie tot Gezelleadressenlijst Cordelia Van De Wiele; adressenlijst Ons Oud Vlaemsch; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. De Muelenaere, Canon Pieter Benoit, In: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis Brugge: 105 (1968) 1

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLonden

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamBenoit, Pieter
Datums° Kuurne, 02/11/1820 - ✝ Salford, 05/09/1892
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor; vicaris-generaal; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioPieter Benoit was van 1834 tot 1840 leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en tot 1842 student aan het grootseminarie te Brugge. Van oktober 1842 tot augustus 1846 was hij klasseleraar van de vijfde Latijnse aan het Duinencollege, annex van het grootseminarie langs de Potterierei, later Sint-Leocollege, waar hij Gezelle nog als leerling heeft gekend. Toen het Duinencollege in oktober 1845 onder de naam Sint-Lodewijkscollege naar de Noordzandstraat in Brugge verhuisde, bleef Benoit in het grootseminarie om zich voor te bereiden op zijn priesterschap. Hij werd op 29 mei 1847 tot priester gewijd en vertrok op 27 september 1847 naar Salford, Manchester. Hij was eerst onderpastoor en later pastoor van de St.-Augustinuskerk te Salford. In 1851 was hij kanunnik-penitencier en secretaris van Mgr. Turner, bisschop van Salford, in 1854 vicaris-generaal en in 1855 grootvicaris van het bisdom Salford. In 1872 volgde hij Herbert Vaughan op als rector van het missiehuis Holcombe House te Mill Hill bij Londen. Voor de Gezellestudie is hij vooral van belang, omdat hij er rond 1860 diverse keren bij Gezelle op aandrong, naar Engeland te komen. Gezelle aarzelde en Benoit schakelde monseigneur Turner in, een goede vriend van de Brugse bisschop Malou. Hij moest Malou ervan overtuigen, dat Gezelle een uitstekende missionaris voor Engeland zou zijn. Faict echter liet Gezelle niet vertrekken, maar stuurde hem samen met Algar naar het Engels College in Brugge (september 1860).
Links[odis]
Relatie tot Gezelleadressenlijst Cordelia Van De Wiele; adressenlijst Ons Oud Vlaemsch; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. De Muelenaere, Canon Pieter Benoit, In: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis Brugge: 105 (1968) 1
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamLonden

Naam - instituut/vereniging

NaamSaint Joseph's Missionary Society of Mill Hill
BeschrijvingDit missieseminarie werd in 1866 opgericht in Mill Hill (Londen) door Herbert Alfred Vaughan met de steun van kardinaal Wiseman met het oog op het uitzenden van katholieke missionarissen in de Engelstalige wereld. Gezelles oud-leraar Pieter Benoit was er rector.
Links[wikipedia]
NaamOblates of Saint Charles
BeschrijvingEen religieuze vereniging van lekenbroeders opgericht door Carolus Borromeus in 1578. Kardinaal Wiseman en Manning richtten de Engelse tak "Oblates of Saint Charles" opnieuw in. Ze voerden allerlei administratieve en ondersteunende taken uit.
Links[wikipedia]
NaamRosminians
BeschrijvingThe Rosminians, officieel The Institute of Charity, is een religieuze liefdadigheidsvereniging opgericht in 1828 door Antonio Rosmini. Deze van oorsprong Italiaanse vereniging kwam de katholieke kerk in Engeland ondersteunen.
Datering1838
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Benoit, Pieter

Correspondenten

Benoit, Pieter
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

Saint Joseph's Missionary Society of Mill Hill
Oblates of Saint Charles
Rosminians

Naam - persoon

onbekend
Benoit, Pieter
Gezelle, Guido

Naam - plaats

Londen

Plaats van verzending

Londen

Titel25/01/1877, Londen, Pieter Benoit aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBenoit, Pieter
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/01/1877
VerzendingsplaatsLonden
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef en toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 192x117
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden briefpapier: S. Joseph's // Missionary College // of the // Sacred Heart. // Mill Hill, London, N. W. // ... 187 .
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5083
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11389
Inhoud
IncipitFor a good many years
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.