<Resultaat 461 van 2050

>

p1
9 Rue Wallonne, Bruges.

My dear Mr. Gezelle,

Although the years that have passed since our last meeting may have weakened your recollection of us and ours, still, in the hope that you have not quite forgotten us, Mrs Woodlock and I venture to send you a card commemorating the for us important event of our Golden Wedding. Mrs. Woodlock heartily joins me in thus seeking to recal our existence to your memory; we have not forgotten your goodness to members of our family. And we ask you to accept this card, and hope it may revive in your mind a kind remembrance of us, and induce you to give us now and then a short prayer for the happy ending of our long journey together.

We should have sent this earlier, but the first supply of the cards that we got from Munich, where they were printed, was exhausted, chiefly in dispatches to members of our family, and it is only recently we have received a second supply.

We trust you are well and happy, and we add the expression of

our[1]p2 sincere hope that if any circumstances should bring you, even for a short visit, to Bruges, you will not refuse to honour us with a call. It will indeed give much pleasure to us and and our family here to receive you as an old friend whom we truly respect.

Believe me to be, Dear Mr. Gezelle, most sincerely & faithfully yours
William Woodlock
The Rev. G. Gezelle
Courtrai

Noten

[1] Het woord “out” staat dubbel geschreven bij de paginaovergang.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWoodlock, William
Datums° Dublin, 10/11/1801 - ✝ Brugge, 30/05/1883
GeslachtMannelijk
Beroeprechter correctionele rechtbank; rentenier
VerblijfplaatsIerland
BioWilliam Woodlock werd geboren te Dublin op 10/11/1801. Zijn ouders waren William Woodlock en Mary Cleary. Hij was rechter op de correctionele rechtbank te Dublin. Ook onderhield hij goede contacten met Daniel O'Connell (1775-1847), die de politieke leider was van de rooms-katholieke meerderheid in Ierland. Daarvan getuigt de bewaarde briefwisseling uit de jaren 1830. In 1829 huwde William met Catharine Teeling. Ze hadden negen kinderen: William (1832-1890), Luke (1834-1838), Kate (1837-1920), Henry (1838-1905), Mary (1841-1896), Frances (1843-1914), Joseph Louis (1846-1918), Christine (1848-1915) en Arthur (°1850-1919). Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Hij overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge op 30 mei 1883.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Engelse kolonie te Brugge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://books.google.be/books?id=BKseeY_lJlsC&pg=RA1-PA74&dq=Woodlock+daniel+oconnell&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwifsZq83bj-AhW4xAIHHdbnABwQ6AF6BAgDEAI#v=onepage&q=Woodlock%20daniel%20oconnell&f=false; https://historiek.net/daniel-oconnell-vrijheidsstrijder-van-de-ierse-katholieken/54543/

Briefschrijver

NaamWoodlock, William
Datums° Dublin, 10/11/1801 - ✝ Brugge, 30/05/1883
GeslachtMannelijk
Beroeprechter correctionele rechtbank; rentenier
VerblijfplaatsIerland
BioWilliam Woodlock werd geboren te Dublin op 10/11/1801. Zijn ouders waren William Woodlock en Mary Cleary. Hij was rechter op de correctionele rechtbank te Dublin. Ook onderhield hij goede contacten met Daniel O'Connell (1775-1847), die de politieke leider was van de rooms-katholieke meerderheid in Ierland. Daarvan getuigt de bewaarde briefwisseling uit de jaren 1830. In 1829 huwde William met Catharine Teeling. Ze hadden negen kinderen: William (1832-1890), Luke (1834-1838), Kate (1837-1920), Henry (1838-1905), Mary (1841-1896), Frances (1843-1914), Joseph Louis (1846-1918), Christine (1848-1915) en Arthur (°1850-1919). Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Hij overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge op 30 mei 1883.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Engelse kolonie te Brugge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://books.google.be/books?id=BKseeY_lJlsC&pg=RA1-PA74&dq=Woodlock+daniel+oconnell&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwifsZq83bj-AhW4xAIHHdbnABwQ6AF6BAgDEAI#v=onepage&q=Woodlock%20daniel%20oconnell&f=false; https://historiek.net/daniel-oconnell-vrijheidsstrijder-van-de-ierse-katholieken/54543/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWoodlock, William
Datums° Dublin, 10/11/1801 - ✝ Brugge, 30/05/1883
GeslachtMannelijk
Beroeprechter correctionele rechtbank; rentenier
VerblijfplaatsIerland
BioWilliam Woodlock werd geboren te Dublin op 10/11/1801. Zijn ouders waren William Woodlock en Mary Cleary. Hij was rechter op de correctionele rechtbank te Dublin. Ook onderhield hij goede contacten met Daniel O'Connell (1775-1847), die de politieke leider was van de rooms-katholieke meerderheid in Ierland. Daarvan getuigt de bewaarde briefwisseling uit de jaren 1830. In 1829 huwde William met Catharine Teeling. Ze hadden negen kinderen: William (1832-1890), Luke (1834-1838), Kate (1837-1920), Henry (1838-1905), Mary (1841-1896), Frances (1843-1914), Joseph Louis (1846-1918), Christine (1848-1915) en Arthur (°1850-1919). Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Hij overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge op 30 mei 1883.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Engelse kolonie te Brugge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://books.google.be/books?id=BKseeY_lJlsC&pg=RA1-PA74&dq=Woodlock+daniel+oconnell&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwifsZq83bj-AhW4xAIHHdbnABwQ6AF6BAgDEAI#v=onepage&q=Woodlock%20daniel%20oconnell&f=false; https://historiek.net/daniel-oconnell-vrijheidsstrijder-van-de-ierse-katholieken/54543/
NaamTeeling, Catharine
Datums° Dublin, 14/06/1808 - ✝ Brugge, 03/03/1885
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenierster
VerblijfplaatsIerland
BioCatharine Teeling werd geboren in Dublin op 14 juni 1808. Haar ouders waren Luke Teeling en Thérèse Fogart. In 1829 huwde ze met William Woodlock. Samen hadden ze negen kinderen: William, Luke, Kate, Henry, Mary, Frances, Joseph Louis, Christine Maria en Arthur. Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Catharine overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge als weduwe op 3 maart 1885.
Relatie tot GezelleEngelse kolonie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://nl.geneanet.org/; https://www.ancestry.co.uk/

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamMünchen

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Woodlock, William

Correspondenten

Gezelle, Guido
Woodlock, William

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Woodlock, William
Teeling, Catharine

Naam - plaats

Brugge
Kortrijk
München

Plaats van verzending

Brugge

Titel19/06/1879, Brugge, William Woodlock aan Guido Gezelle
EditeurBirgit Ampe
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWoodlock, William
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum19/06/1879
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.174-175
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x135
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 3 met adres, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5140
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11439
Inhoud
IncipitAlthough the years that
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.