<Resultaat 2608 van 2616

>

p1+
Eerweerde en achtbare Heer,

Hertelijken danke voor uwe inlichtingen over Sant-Elmo.[1] In onze bibliotheek hebben wij niets van P.P. Bacherius; bij de EE. PP Jezuieten ook niemendalle.[2]

In de Bibliotheek der Universiteit, daar heb ik ten uiterste gelukkig geweest; ge zult gaarn hooren! Daar is:

1. Dialogus novus inter Cœnophilum et conjugem ejus, Eulaliam. (waarin sprake is van Calvinisten) - Gandavi, P. Lapidanus 1585 - in 40

2. Homiliæ in Evangelia dominicalia. - Lovanii 1576 .

3. Hortulus precationum, dat is: Het hofken der bedinghen. - Inhoudende vele schoone ende costelycke ghebeden, ghetrockenp2uut diversche heylighe ende gheleerde mānen, Met sommighe ghebeden op die Evangelien vāden vastene. Door F. Petrum Bacherium Predickare van Ghendt.

-Gheprent tot Loven, bij Ian Boogaerts, in den gulden Bijbel 1566. (Kleen in 4o, met inlijstinge, uit der mate schoone en wel bezorgd)

4. In omnes epist. quadragesimales homeliæ.

- Lovanii 1572 (in 8o)

5. Iurgium conjugale inter Iherosylum et Eusebiam ejus conjugem: - Gandavi 1585

6. Het geestelijk cleyn spongiken.

- Bruesel 1589 (in 12o)

- Gij moogt niet laten de “Bibliographie nationale”* Pierre Bacherius (of de Backere) poète flamand, te gaan nazien, die men te Brussel nu aan ‘t uitgeven is, en die gij voorzeker te Kortrijk moet hebben.

- Ik heb eenen Pater Jezuiet, Gerste, die meêwerkt met de Bolandisten[3] gaan spreken en die heeft mij beloofd binnen de 3 dagen te gaan zien naar de “Bibliotheek nationaal”. - Ik zal het u weten te zeggen als hij iets gevonden heeft. - Tot Gent, in ons Klooster, is er eene wonderschoone Bibliotheek en tot Thienen hebben ze vele boeken, over ‘t geen het order aangaat;

*Daar staan al zijne werken aangehaald (den titel allen wel te verstaan)p3Ik zal zoeken te weten of er daar niets bezonders is.

- Nu, ziehier wat gij doet: om de boeken der Bibliotheek van de Universiteit te kunnen raadplegen moet gij naar Leuven komen (ze worden buiten Stad niet gezonden) maar Ik zal ze naar het Klooster halen en ge kunt ze op uw eeuwig gemak onderzoeken: met plezier zal men U hier (Klooster) eten, slapinge en wat gij ook begeeren moogt, geven. Het leven van de Zalige Margriete van Iper is zoo goed of gedaan. Maar ik zal het nog aanstonds niet kunnen uitgeven, ‘k ben overlast van ander werk. Ik heb gelukkiger geweest als met mijn leven van Sant-Elmo. Indien gij, bij gevalle, iets tegenkwâmt - over de salighe Margriete, dat niet staat in een leven ex professo geschreven over haar, gij zoudt mij groot plezier doen met het te zenden. - (Thomas Cantipratanus, L. de Huvettere Kan. van S. Maertens tot Ipre 1622, Choquetius, P S. Ord. Belgii; P. Aerts, Bilius, Leenaard van Iassenberg[4] enz... die ex professo van haar spreken, heb ik te rade gegaan.)

Ik heb al twee of drij keeren te wege geweest U te komen spreken, maar nooit den tijd gehad: moeder houdt mij altijd te Rolleghem vast. - Ik had gelezen dat er sprake was van Prêker - Predickhare - Predikheeren - in den nummer van Zondag 25 Sept. 1880 (Gaz. van Kortrijk[5]) in Loquela;[6] in de Vlagge; in R.D.H.;[7] in ‘t manneke uit de Mane; - Heer A. Vincke raadde mij laatsmaalp4mijne opzoekingen daarover mede te deelen;[8] maar ‘t is zoo moeilijk voor ons! ‘t moet zoovele handen passeeren: zoo dat ik het uitstelde tot later... en er u van zou spreken.... Ik heb nievers kunnen opvisschen waar en wie eerst Predikheer schreef. Ziehier 4 boeckens die ik onder handen heb en weinig later zijn als dat van P. Bacherius en al schrijven Predick-heeren: ik heb ze aan A. Vincke getoogd, die er verslegen op zag te kijken. onder ander dees:

Licht ende Krachtigh middel om nooit te sondighen met seker boecxken, wiens titel is: vermaledijdt is den mensch die sondicht op d’Hope. Bernardus. in Ps. qui habitat. Waer in te lesen is / dat den duyvel met dese vermetighe hope, menighte van Menschen bedrieght / en met hem sleept ter hellen Alles getrocken uyt de H. Schrifture ende H H. Vaders. Bevestight met vele schoone historien Derden druck verbetert en̄ vermeerderd door P.J.G.M. / Predick-heere. (Charles Myleman) te Ghendt Gedruckt bij Bauduyn Manilius, woonende inde Witte Duyve Anno 1664 (Gotischen druk)

Tot Gent zijn er nog vele ouder als dees, met Predik-heere. - Oremus pro invicem.[9] ‘T is altijd met de grootste genegenheid en vreugde dat ik U, Z. Eerweerde dienst bewijs, te meer dat het aan mijnzelven en de xx is ‘t geen ik voor U doe

Uwen Dienaar in Christo
P.X.J.M. Ghequiere[10] Ordo Praedicatorum[11]

Noten

[1] In kader van zijn publicatie over het leven van Sant-Elmo, zie verder in deze brief.
[2] Guido Gezelle vroeg informatie over de werken van Bacherius om die te excerperen voor taalkundige notities. Hij klopte ook aan bij Ferdinand Vander Haeghen, bibliothecaris van de universiteitsbibliotheek Gent naar Bacherius. Gezelle bezorgde hem de lijst met titels opgesteld door Ghequiere ter aanvulling of nazicht. Zie brief van Ferdinand Vander Haeghen aan Guido Gezelle.
Potloodnotities in de brief verwijzen naar het exemplaar in de Universiteitsbibliotheek van Gent: G.000427 Schenking Vander Haeghen, Ferdinand François Ernest 00/05/1873.
[3] De Bollandisten zijn een groep Jezuïeten en andere geleerden die zich sinds de 17e eeuw bezighouden met het bestuderen en publiceren van heiligenlevens, ook wel hagiologie genoemd.
[4] Vermoedelijk schrijffout voor Leonardus Janssenboy, auteur van De heylighen ende salighe in Nederlandt van het oorden der predick-heeren dat een hoofdstuk over de zalige Margareta van Ieper bevat vanaf p. 170.
[5] Verklaring waarom men predikere schrijft in plaats van predikheere. Onder de rubriek: Onze Lieve Vrouw Kerke te Kortrijk. In: Gazette van Kortrijk: 5 (25/09/1880) 39, p.2-3.
[6] Er verscheen enkel een verwijzing naar woord uit werk van Bacherius met verklaring in: Guido Gezelle, Bleevelingen. Blv. n° 4. - Weghand. In: Loquela: 3 (Jaarmesse 1884.) 9, p.71-72.
[7] Enkel het boek Iets over Sant-Elmo van A. Ghequiere wordt er gepromoot. In: Rond Den Heerd: 17 (10/09/1882) 42, p.335.
[8] Amaat Vyncke raadde aan om hierover te publiceren in de opgesomde tijdschriften, maar dit gebeurde niet.
[9] Vertaling (Latijn): Laten wij voor elkaar bidden.
[10] Na de handtekening staat een x met vier puntjes.
[11] Orde der Predikheren.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGhequiere, Augustinus Marcellus; Père Jacobus Maria
Datums° Rollegem, 12/02/1856 - ✝ Brussel, 18/05/1914
GeslachtMannelijk
Beroepdominicaan; priester; auteur
BioAugustinus Ghequiere trad toe in de Orde van de Dominicanen en begon het noviciaat in het Dominikanenklooster van La Sarte - Hoei op 2 oktober 1877. Hij legde daar zijn eerste geloften af op 15 oktober 1878 en zijn eeuwige geloften op 15 oktober 1881 in het klooster te Leuven. Zijn kloosternaam was Jacobus Maria. Zijn priesterwijding ontving hij op 23 december 1882. Verder was hij werkend lid bij de Dominicanen - Belgische Provincie, van 15 oktober 1878 tot 6 juli 1902. In 1902 trad hij uit de Orde omwille van onbekende moeilijkheden. Hij bekwam op 6 juli 1902 een secularisatie-indult en won een proces tegen de Orde. Hij was de auteur van volgende werken en artikels: "Iets over Sint-Elmo, (dat is: zalige Petrus Gonzales) Preekheer, Patroon der schippers" (Leuven 1882), "Leven van Fra Angelico van de Orde van de H. Dominicus" (Brugge 1884), "Iets over de zalige Margriete van Ieper, Preekheeres" (Leuven 1885), "Het wondere leven van den heiligen Vincentius Ferrerius der Predikheren-orde" (Brugge 1894), "De zalige Margriete van Ieper, derde-ordelingen van den H. Dominicus" (artikel in de "Rozenkrans" 1885) en "De moeder Gods en de H. Vincentius Ferrerius" (artikel in "De Rozenkrans" 1894). Hij vertaalde ook H. Iweins uit het Frans: "Koord van den heiligen Thomas van Aquinen of Engelachtigen Strijd" (Leuven 1893).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; katholieke studenten
BronnenFamiliemagazine G(h)ekiere – G(h)esquiere en aanverwante schrijfwijzen: nr. 9, (maart 1995) 9 Claude Gekiere, 25 verbazend opmerkelijke verhalen van 25 gedenkwaardige naamgenoten. In: Familiekundetijdschrift Deinze: (2018).

Briefschrijver

NaamGhequiere, Augustinus Marcellus; Père Jacobus Maria
Datums° Rollegem, 12/02/1856 - ✝ Brussel, 18/05/1914
GeslachtMannelijk
Beroepdominicaan; priester; auteur
BioAugustinus Ghequiere trad toe in de Orde van de Dominicanen en begon het noviciaat in het Dominikanenklooster van La Sarte - Hoei op 2 oktober 1877. Hij legde daar zijn eerste geloften af op 15 oktober 1878 en zijn eeuwige geloften op 15 oktober 1881 in het klooster te Leuven. Zijn kloosternaam was Jacobus Maria. Zijn priesterwijding ontving hij op 23 december 1882. Verder was hij werkend lid bij de Dominicanen - Belgische Provincie, van 15 oktober 1878 tot 6 juli 1902. In 1902 trad hij uit de Orde omwille van onbekende moeilijkheden. Hij bekwam op 6 juli 1902 een secularisatie-indult en won een proces tegen de Orde. Hij was de auteur van volgende werken en artikels: "Iets over Sint-Elmo, (dat is: zalige Petrus Gonzales) Preekheer, Patroon der schippers" (Leuven 1882), "Leven van Fra Angelico van de Orde van de H. Dominicus" (Brugge 1884), "Iets over de zalige Margriete van Ieper, Preekheeres" (Leuven 1885), "Het wondere leven van den heiligen Vincentius Ferrerius der Predikheren-orde" (Brugge 1894), "De zalige Margriete van Ieper, derde-ordelingen van den H. Dominicus" (artikel in de "Rozenkrans" 1885) en "De moeder Gods en de H. Vincentius Ferrerius" (artikel in "De Rozenkrans" 1894). Hij vertaalde ook H. Iweins uit het Frans: "Koord van den heiligen Thomas van Aquinen of Engelachtigen Strijd" (Leuven 1893).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; katholieke studenten
BronnenFamiliemagazine G(h)ekiere – G(h)esquiere en aanverwante schrijfwijzen: nr. 9, (maart 1995) 9 Claude Gekiere, 25 verbazend opmerkelijke verhalen van 25 gedenkwaardige naamgenoten. In: Familiekundetijdschrift Deinze: (2018).

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLeuven
GemeenteLeuven

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGhequiere, Augustinus Marcellus; Père Jacobus Maria
Datums° Rollegem, 12/02/1856 - ✝ Brussel, 18/05/1914
GeslachtMannelijk
Beroepdominicaan; priester; auteur
BioAugustinus Ghequiere trad toe in de Orde van de Dominicanen en begon het noviciaat in het Dominikanenklooster van La Sarte - Hoei op 2 oktober 1877. Hij legde daar zijn eerste geloften af op 15 oktober 1878 en zijn eeuwige geloften op 15 oktober 1881 in het klooster te Leuven. Zijn kloosternaam was Jacobus Maria. Zijn priesterwijding ontving hij op 23 december 1882. Verder was hij werkend lid bij de Dominicanen - Belgische Provincie, van 15 oktober 1878 tot 6 juli 1902. In 1902 trad hij uit de Orde omwille van onbekende moeilijkheden. Hij bekwam op 6 juli 1902 een secularisatie-indult en won een proces tegen de Orde. Hij was de auteur van volgende werken en artikels: "Iets over Sint-Elmo, (dat is: zalige Petrus Gonzales) Preekheer, Patroon der schippers" (Leuven 1882), "Leven van Fra Angelico van de Orde van de H. Dominicus" (Brugge 1884), "Iets over de zalige Margriete van Ieper, Preekheeres" (Leuven 1885), "Het wondere leven van den heiligen Vincentius Ferrerius der Predikheren-orde" (Brugge 1894), "De zalige Margriete van Ieper, derde-ordelingen van den H. Dominicus" (artikel in de "Rozenkrans" 1885) en "De moeder Gods en de H. Vincentius Ferrerius" (artikel in "De Rozenkrans" 1894). Hij vertaalde ook H. Iweins uit het Frans: "Koord van den heiligen Thomas van Aquinen of Engelachtigen Strijd" (Leuven 1893).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; katholieke studenten
BronnenFamiliemagazine G(h)ekiere – G(h)esquiere en aanverwante schrijfwijzen: nr. 9, (maart 1995) 9 Claude Gekiere, 25 verbazend opmerkelijke verhalen van 25 gedenkwaardige naamgenoten. In: Familiekundetijdschrift Deinze: (2018).
NaamVyncke, Amaat; Ratte Vyncke; Vyncke, Ameet
Datums° Zedelgem, 12/02/1850 - ✝ Kibanga, 17/10/1888
GeslachtMannelijk
Beroepzoeaaf; priester; leraar; onderpastoor; missionaris
VerblijfplaatsAfrika
BioAmaat Vyncke studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare en het college te Menen. Hij onderbrak zijn studies om als 17-jarige pauselijk zoeaaf te worden en verbleef twee jaar in Italië, maar raakte er niet betrokken in gevechten. Bij zijn terugkomst in Roeselare bleef hij zich in de jaren 1870-1871 actief inzetten voor de zoeaven en werd de leider van het plaatselijke studenten-zoeavenkorps. Hij was een van de leidende figuren van de West-Vlaamse studentenbeweging, onder invloed van zijn leraar Hugo Verriest. Zo richtte hij in 1873 mee de Westvlaamsche Gilde op en was hij medestichter van het studentenblad "De Vlaamse Vlagge". Hij werd seminarist in 1875 en gaf korte tijd les aan het kleinseminarie. Op 11/06/1876 werd hij tot priester gewijd en werd hij drie maanden onderpastoor te Adinkerke en op 11 oktober onderpastoor te Dudzele. Hij was er belangrijk voor het sociale en culturele leven en ontving er bezoekers als Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest, Pol De Mont en zijn goede vriend Gezelle. In 1881 was Vyncke een van de oprichters van "'t Manneke uit de Mane". Na een aanvankelijke weigering van bisschop Faict kon hij door tussenkomst van kardinaal Lavigerie naar Afrika vertrekken om er de vierde karavaan Witte Paters te begeleiden. Op 16/07/1881 kwam hij te Algiers aan om er zijn noviciaat aan het Maison Carrée te beginnen. Na zijn proefjaar keerde Vyncke terug en stichtte hij een apostolische school te Rijsel. Hij volgde medische cursussen aan de universiteit om opnieuw naar Algerije te vertrekken op 18/03/1883. Hij vervolmaakte zich in het Swahili en correspondeerde met Gezelle over taalkundige onderwerpen. Op 23/04/1883 vertrok hij aan boord van de Britse driemaster de Patna naar Zanzibar. Na een maand reizen kwam Vyncke aan op Zanzibar waarna hij samen met de karavaan vertrok met eindbestemming Kibanga in Opper-Kongo. Hij begon er aan de opbouw van zijn missie en was er geestelijk leider en ook landbouwer, dokter, fotograaf, leraar, uurwerkmaker en strijder tegen de slavenhandel. Hij stuurde stapels kleurrijke brieven naar het thuisland, waarin hij zijn avontuurlijke leven met een vleugje humor beschrijft. De brieven werden gepubliceerd in 3 delen. Vyncke overleed op 17/10/1888 in Afrika aan leverziekten en moeraskoortsen. Naar aanleiding van zijn plechtige herdenking te Kortrijk op 25/07/1889 schreef Gezelle de verzen "Gij zijt de vriend van God". Ze werden gedrukt op het gedachtenisprentje van zijn goede vriend. Vroeger had Gezelle ook het gedicht geschreven voor zijn priesterwijding en de verzen "Vyncke, Vyncke, Vyncke".
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; vriend; gelegenheidsgedichten
BronnenReizen in den geest; https://nevb.be/wiki/Vyncke,_Amaat
Naamde Backer, Pierre; Bacherius, Petrus
Datums° Gent, 1517 - ✝ Gent, 12/02/1601
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; monnik; redenaar; taalkundige; hoogleraar; auteur
VerblijfplaatsNederland
BioPierre de Backere, pseudoniem Petrus Bacherius, werd benoemd in 1548 tot hoogleraar in de Godsgeleerdheid aan de Universiteit van Leuven. Als prediker was hij actief gedurende bijna zestig jaar in Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven, 's Gravenhage, Dordrecht, Kalkar en Kleef. Op verschillende van deze plaatsen werd hij ook prior van zijn orde. In 1560 werd hij inquisiteur van het geloof en ging in deze functie in zijn preken hevig tekeer tegen de gereformeerden. Hij werd verbannen door de protestanten uit Gent, waarnaar hij pas kon terugkeren na de herovering van de stad door Farnèse in 1584-1585. Hij had een goede kennis van Latijn en Grieks en schreef diverse werken doordrenkt met poëzie.
Links[dbnl]
Bronnen https://estampesdominicaines.com/non-saints/bacher-francois-pierre/
NaamGonzales, Petrus; Sant-Elmo; Sint-Elmo
Datums° Frómista, 14/10/1190 - ✝ Tui, 14/04/1246
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; dominicaanse monnik (predikheer)
VerblijfplaatsSpanje
BioPetrus Gonzales, geboren in 1190 te Frómista, was een Castiliaanse kanunnik en deken die na een incident waarbij hij van een verguld paard viel zich bekeerde. Hij trad toe tot de Dominicanen en kreeg later een hoge functie aan het hof van koning Ferdinand III. In deze functie zorgde hij binnen de context van de reconquista voor een humane behandeling van de Moorse krijgsgevangenen en voorkwam hij de plundering van Córdoba. Nadat zijn diensten van minder belang werden richtte Gonzales zich op het bekeren van armen en zeelieden langs de Spaanse kust tot zijn dood in 1246 te Tui. Acht jaren na zijn dood werd hij voor de mirakels die aan hem toegeschreven werden, in het jaar 1254 officieel zalig verklaard door Paus Innocentius IV. Kort daarna vormde zich een cultus rond de figuur en werd hij ook aanschouwd als de patroonheilige van zeelieden, vissers en de marine. De naam Sant-Elmo is een afgeleide van de heilige Sint-Erasmus, de twee figuren worden vaak als één dezelfde persoon vereerd. Christenen vieren hem op zijn officiële feestdag die valt op 14 april.
Links[wikipedia]
Bronnen https://books.google.be/books?id=ftuiUrL_drQC&pg=PA3&dq=leven+van+sant+Elmo&hl=nl&newbks=1&newbks_redir=0&sa=X&ved=2ahUKEwiFqenZ-8yLAxUAUaQEHfuFBh8Q6AF6BAgGEAM#v=onepage&q=leven%20van%20sant%20Elmo&f=false
NaamMargareta van Ieper
Datums° Ieper, 1216 - ✝ Ieper, 09/12/1237
GeslachtVrouwelijk
BioMargareta van Ieper werd geboren in 1216 in Ieper, in een welgestelde familie die tot de burgerij behoorde. Op vierjarige leeftijd overleed haar vader, waardoor haar opvoeding werd toevertrouwd aan een vrouwenklooster. Daar wijdde ze zich al op jonge leeftijd aan het geloof en begon ze, ondanks haar minderjarigheid, met boetedoening. Op achttienjarige leeftijd ontmoette ze een dominicaan genaamd Zeger van Rijsel, die haar aanspoorde om alle aardse genoegens te verzaken. Dit deed ze dan ook: ze legde een gelofte van maagdelijkheid af, schonk al haar bezittingen weg en leefde in voortdurend gebed. Margareta overleed in 1237 na drie jaar te hebben geleden aan verschillende kwalen. Haar begraafplaats is niet bekend. Zowel tijdens haar leven als na haar dood zou ze enkele wonderen hebben verricht, waardoor ze als zalig wordt beschouwd, hoewel ze nooit officieel is zaligverklaard. Tegenwoordig wordt ze nog enkel vereerd in de Sint-Jacobskerk in Ieper. Haar feestdag valt op 20 juli.
Links[wikipedia]
NaamAvet, Anne Catherine Colette
Datums° Rollegem, 24/04/1824
GeslachtVrouwelijk
Beroeplandbouwster
BioAnne Catherine Colette Avet werd geboren in Rollegem op 24 april 1824 als dochter van François Avet en Marie Catherine Coussement. Ze was landbouwster en trouwde op 23 februari 1848 in Rollegem met Louis François Ghequiere (Rollegem, 1796-1873). Ze was de moeder van Augustinus Marcellus Ghequiere. Haar overlijdensdatum en -plaats zijn niet bekend, maar ze overleed na 1892.
BronnenGeneanet
NaamGerste, Achille
Datums° Ieper, 02/07/1854 - ✝ Rome, 27/11/1920
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris; filoloog; linguist
VerblijfplaatsMexico
BioAchille Gerste was een priester die geboren werd in 1854 te Ieper. In 1873 trad hij toe tot de orde van de Jezuïeten waar hij na 10 jaar tot priester gewijd werd. Enkele jaren later werd hij als missionaris gestuurd naar Mexico, eerst naar Puebla en daarna Mexico-Stad. Naast zijn taak om studenten vorming te geven, deed hij er ook etnografisch onderzoek naar pre-Spaanse culturen. Hierover publiceerde Gerste verschillende werken waardoor hij later tot lid werd verkozen van de Academia Mexicana de la Lengua. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in Rome waar hij overleed in 1920 op 66 jarige leeftijd.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamLeuven
GemeenteLeuven
NaamRollegem
GemeenteKortrijk
NaamTienen
GemeenteTienen

Naam - instituut/vereniging

NaamKoninklijke Bibliotheek van België (KBR)
BeschrijvingDe Koninklijke Bibliotheek van België (sinds 2019: KBR) is de nationale wetenschappelijke bibliotheek van België. Ze verwerft en beheert publicaties die in België verschijnen en publicaties van Belgische auteurs die in het buitenland verschijnen. De Librije van de Bourgondische hertogen vormt de oudste kern van de verzameling. De collectie omvat boeken, handschriften, oude drukken, kaarten, munten, tijdschriften, prenten, muziek...
Datering1837-heden
Links[wikipedia]
NaamUniversiteitsbibliotheek van Leuven
BeschrijvingIn 1636 richtte de latinist Erycius Puteanus (1574-1646) een centrale bibliotheek op in het oude auditorium van de faculteit geneeskunde in de oude Lakenhal aan de Naamsestraat, de huidige Universiteitshal. Deze bibliotheek groeide tijdens de volgende eeuwen, en na de afschaffing van de Leuvense universiteit in 1797 werd ze in haar geheel door de Franse bezetter overgebracht naar de École centrale van Brussel. De meest waardevolle boeken en manuscripten werden naar Parijs en de Bibliothèque nationale (vroegere Bibliothèque Royale) overgebracht. In 1816 opende koning Willem I (1772-1843) rijksuniversiteiten in Gent, Luik én Leuven. De stad Leuven stond de bibliotheek af aan de nieuwe universiteit, er werd een nieuwe hoofdbibliothecaris aangesteld en belangrijke aankoopbudgetten werden ter beschikking gesteld. Na Belgische onafhankelijkheid in 1830 werd na de (her)oprichting van een katholieke universiteit in Leuven (1835) werk gemaakt van het oprichten van een nieuwe bibliotheek. Ze kwam tot stand door aankopen en schenkingen en werd al snel een van de belangrijkste van het land. Een grote bloeiperiode brak nu aan. Tijdens beide wereldoorlogen brandde de bibliotheek volledig uit. Na de wederopbouw kon de bibliotheek pas in 1951 terug volledig in gebruik genomen worden. Het gebouw zelf werd vrijwel volledig hersteld volgens de originele plannen. De splitsing van de universiteit leidde begin jaren ’70 tot een splitsing van de bibliotheekcollectie tussen de Katholieke Universiteit en de Université catholique de Louvain, gehuisvest in Louvain-la-Neuve.
Datering1636-heden
NaamDominicanenklooster, Gent
BeschrijvingHet Dominicanenklooster in Gent kent een rijke geschiedenis. In het begin van de dertiende eeuw vestigden de Dominicanen zich voor het eerst in de stad. Dit gebeurde in 1228 in Het Pand, dat aan de Leie grenst. Hier bleef de orde gevestigd totdat ze kortstondig werd weggejaagd door de calvinisten ten tijde van de Gentse Republiek in 1578. Al voordien werd het klooster slachtoffer van de Beeldenstorm in 1566, waarbij hun rijke bibliotheekcollectie werd vernietigd. Toen de Republiek op zijn einde liep in 1584, betekende dit ook dat de Dominicanen hun woonst terugkregen. Later, in de Franse periode, werd de orde opnieuw verjaagd, aangezien alle kloosters werden afgeschaft. In 1845 verhuisden ze naar het voormalige klooster van het Rijke Gasthuis, dat zijn ingang had in de Hoogstraat. Ze breidden er hun bezittingen uit met de aankoop van enkele aangrenzende huizen, die vervolgens dienden als grond voor een nieuwe kerk, die in 1854 werd ingewijd in de Holstraat. Uiteindelijk verlieten de laatste Dominicanen hun thuis in 1999, waarna ze hun intrek namen in het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg.
Datering1228-1999
Links[wikipedia]
NaamJezuïetenklooster, Leuven
BeschrijvingDe jezuïeten zijn al sinds de 16e eeuw aanwezig in Leuven. In eerste instantie hadden ze geen vaste locatie om financiële redenen. Na verloop van tijd slaagden ze er echter in om in de 17e eeuw enkele gronden aan te werven, waaronder een college, die zich bevonden tussen de toenmalige ’s Meyersstraat, de Kattenstraat en de Naamsestraat. Daar bouwden ze ook hun eigen kerk. Hun orde werd echter opgeheven in 1773 door keizer Jozef II tijdens de Oostenrijkse periode, en hun kerk werd omgedoopt tot de Sint-Michielskerk. In de 19e eeuw vond de orde opnieuw onderdak in het oude Minderbroedersklooster in de Minderbroederstraat, waar ze vervolgens enkele huizen opkochten en een college stichtten. In de jaren 50 bleek hun klooster te klein en verhuisden ze voor de laatste maal naar Heverlee, waar ze een nieuw klooster lieten bouwen
Datering16e eeuw-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]
TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelIets over Sant-Elmo
AuteurGhequiere, Aug. Jac. M.
Datum1882
PlaatsLeuven
UitgeverPeeters
TitelIets over de zalige Margriete van Iper preêkheeres
AuteurGhequiere, J.
Datum1885
PlaatsLeuven
UitgeverPeeters
TitelGazette van Kortrijk (periodiek)
AuteurGezelle, G; Soenen, E.
Datum1876-1918
PlaatsKortrijk
UitgeverBeyaert
Links[odis]
Titelt Manneke uit de mane : volksalmanak voor alle Vlamingen (periodiek)
Datum1881-
PlaatsBrugge
UitgeverModest Delplace; L. Gevaert-van Mullem
Links[odis], [wikipedia]
TitelDe Vlaamsche Vlagge (periodiek)
Datum1875-1933
PlaatsBrugge
UitgeverDelplace
TitelLicht ende krachtigh middel om noyt te sondighen, met seker boecxken, wiens titel is: vermaledijdt is den mensch die sondicht op d'hope
AuteurMyleman, Carolus
Datum1664
PlaatsGent
UitgeverBauduyn Manilius
TitelBiographie Nationale
AuteurAcadémie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique
Datum1866-
PlaatsBruxelles
UitgeverBruylant
TitelHomiliæ in evangelia dominicalia a Paschate vsqve ad Adventvm, ad populum diuersis temporibus declamatæ, partim Gandaui, partim Bruxellæ & Louanij, partim etiam Antuerpiæ.
AuteurBacherius, Petrus
Datum1578
PlaatsLeuven
UitgeverRutger Velpius
TitelHortvlvs precationvm Dat is, Het hofken der bedinghen : inhoudende vele schoone ende costelijcke ghebeden, ghetrocken vut diuersche heylighe ende gheleerdde mannen, met sommighe ghebeden op die Euangelien vanden vastene
AuteurBacherius, Petrus
Datum1566
PlaatsLeuven
UitgeverJan Boogaerts
TitelIn omnes epistolas qvadragesimales homiliae
AuteurBacherius, Petrus
Datum1572
PlaatsLeuven
UitgeverJean Bogard
TitelDialogus novus, inter caenophilum et conjugem ejus eulaliam, in quo secta Calvinistarum Christi pellix, Ecclesia verò Romana Christi Sponsa appelatur.
AuteurBacherius, Petrus
Datum1585
PlaatsGent
UitgeverIohannis Lapidani
TitelIvrgivm conivgale inter Iherosylum & Eusebiam ejus conjugem. Interloquentibus Eubula Nutrice, & Hieronymo filiofamilias. Colloquium est recens natam Reformatorum gentem acriter perstringens
AuteurBacherius, Petrus
Datum1885
PlaatsGent
UitgeverIohannis Lapidani
TitelHet geesteliick cleyn spongiken: waer mede men alle smetten ende onreyne vlecken des dronckenschaps ende ouerdaets [...] sal leeren afwasschen
AuteurBacherius, Petrus
Datum1589
PlaatsBrussel
UitgeverJan Mommaert
TitelHet leven der heylighe Margareta van Ipre
AuteurCantipratanus, Thomas; deHuvettere, L. (vertaler)
Datum1622
Plaats[s.l.]
Uitgever[s.n.]
TitelSancti Belgii ordinis Praedicatorum. Collegit et recensuit ejusdem ordinis F. Hyacinthus Choquetius
AuteurChoquet, François Hyacinthe
Datum1618
PlaatsDuaci
UitgeverB. Belleri
TitelLegnde der levens, ende gedenck-weerdige daeden vande voor-naemste heylige, salige ende lof-weerdige maeghden ende weduwen susters van de derde-orden der penitentie van dominicus. By een vergadert door P.F. Eduardus Bilius Cantor..
AuteurByl, Edouard
Datum1661
PlaatsAntwerpen
UitgeverCornelis Woons
TitelGheestelicken schat vande derde orde S. Dominici : soo wel voor die cloosterlijck als voor die in haerliever bysondere huysen in ootmoedige penitentie leven willen.
AuteurAerts, Phillipus
Datum1663
PlaatsGent
UitgeverMaximiliaen Graet
TitelDe heylighen ende salighe in Nederlandt van het oorden der predick-heeren
AuteurChoquet, François Hyacinthe (redacteur); Janssenboy, Leonardus (vertaler)
Datum1644
PlaatsAntwerpen
UitgeverGuilliam Lesteens

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Ghequiere, Augustinus Marcellus

Correspondenten - personen

Gezelle, Guido
Ghequiere, Augustinus Marcellus

Naam - instituut/vereniging

Koninklijke Bibliotheek van België (KBR)
Universiteitsbibliotheek van Leuven
Dominicanenklooster, Gent
Jezuïetenklooster, Leuven

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Ghequiere, Augustinus Marcellus
Vyncke, Amaat
de Backer, Pierre
Gonzales, Petrus
Margareta van Ieper
Avet, Anne Catherine Colette
Gerste, Achille

Naam - plaats

Brussel
Kortrijk
Leuven
Rollegem
Tienen

Plaats van verzending

Leuven

Titel - ander werk

Iets over Sant-Elmo
Iets over de zalige Margriete van Iper preêkheeres
Gazette van Kortrijk
t Manneke uit de mane : volksalmanak voor alle Vlamingen
De Vlaamsche Vlagge
Licht ende krachtigh middel om noyt te sondighen, met seker boecxken, wiens titel is: vermaledijdt is den mensch die sondicht op d'hope
Biographie Nationale
Homiliæ in evangelia dominicalia a Paschate vsqve ad Adventvm, ad populum diuersis temporibus declamatæ, partim Gandaui, partim Bruxellæ & Louanij, partim etiam Antuerpiæ.
Hortvlvs precationvm Dat is, Het hofken der bedinghen : inhoudende vele schoone ende costelijcke ghebeden, ghetrocken vut diuersche heylighe ende gheleerdde mannen, met sommighe ghebeden op die Euangelien vanden vastene
In omnes epistolas qvadragesimales homiliae
Dialogus novus, inter caenophilum et conjugem ejus eulaliam, in quo secta Calvinistarum Christi pellix, Ecclesia verò Romana Christi Sponsa appelatur.
Ivrgivm conivgale inter Iherosylum & Eusebiam ejus conjugem. Interloquentibus Eubula Nutrice, & Hieronymo filiofamilias. Colloquium est recens natam Reformatorum gentem acriter perstringens
Het geesteliick cleyn spongiken: waer mede men alle smetten ende onreyne vlecken des dronckenschaps ende ouerdaets [...] sal leeren afwasschen
Het leven der heylighe Margareta van Ipre
Sancti Belgii ordinis Praedicatorum. Collegit et recensuit ejusdem ordinis F. Hyacinthus Choquetius
Legnde der levens, ende gedenck-weerdige daeden vande voor-naemste heylige, salige ende lof-weerdige maeghden ende weduwen susters van de derde-orden der penitentie van dominicus. By een vergadert door P.F. Eduardus Bilius Cantor..
Gheestelicken schat vande derde orde S. Dominici : soo wel voor die cloosterlijck als voor die in haerliever bysondere huysen in ootmoedige penitentie leven willen.
De heylighen ende salighe in Nederlandt van het oorden der predick-heeren

Titel - werk van Guido Gezelle

Rond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Loquela

Titel[xx/05/1881 t.p.q. - 16/07/1881 t.a.q.], [Leuven], Augustinus Marcellus Ghequiere (= Pater Jacobus) aan [Guido Gezelle]
EditeurJoppe Werbrouck; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenJoppe Werbrouck; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen, Ghequiere Augustinus Marcellus aan Gezelle Guido, Leuven (Leuven), [xx/05/1881 t.p.q. - 16/07/1881 t.a.q.] . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderGhequiere, Augustinus Marcellus
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[xx/05/1881 t.p.q. - 16/07/1881 t.a.q.]
VerzendingsplaatsLeuven (Leuven)
AnnotatieT.p.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst: verwijzing naar Loquela, gestart xx/05/1881; t.a.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst: ontmoeting met Amaat Vyncke in Vlaanderen: aankomst Vyncke in Algiers op 16/07/1881; plaats gereconstrueerd op basis van de brieftekst.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 213x137
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 4 met adres, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: [Einde 1880] (inkt, beide hand P.A.); op zijde 1 notities en correcties die verwijzen naar de corresponderende titels van Bacherius in de Universiteitsbibliotheek Gent (potlood, onbekende hand); op zijde 4 beneden in de linkermarge: adres, verticaal geschreven (potlood): Heer Dr Gezelle // 19 Handboogstr. // Kortryk (potlood, onbekende hand)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5180
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11482
Inhoud
IncipitHertelijken danke voor uwe inlichtingen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.