Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
92x138
recto: blauw; verso: wit
papiersoort: recto met adres; verso verticaal beschreven, inkt
volledig
op adreszijde: nationaal teken en gedrukte postzegel, afgestempeld
De briefwisseling van Guido Gezelle.
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.
Privé-URI's met het
brief
prefix verwijzen naar andere brieven in de editie. De URI
brief:gg.10184
verwijst bijvoorbeeld naar
https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.10184
.
Privé-URI's met het
record
prefix verwijzen naar recordnummers in de catalogus van de Openbare Bibliotheek Brugge. De URI
record:1322
verwijst bijvoorbeeld naar
https://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|1322
.
Bij deze brenge ik U mijn' herteliken dank voor d'aenteekening Winkler schrijft hier ‘ae’ in de plaats van ‘aa’, dit naar aanleiding van de brief van Gezelle van 09/09/1881. Daarin liet hij weten dat hij ‘aa’ naar de oude spelling ‘ae’ aanpast bij publicatie van Winklers brieven in Loquela. Winkler zelf verkoos ook de oude spelling ‘ae’ boven de ‘Hollandse’ ‘aa’. Dit blijkt uit de brief die hij schreef tussen 01/11/1882 en 03/11/1882. Doorheen de correspondentie gebruikt Winkler afwisselend beide schrijfwijzen. De verbeteringen die hij vaak nog moest doorvoeren tijdens het schrijven tonen aan dat het voor hem in de praktijk een hele aanpassing was om de oude spelling te hanteren. Dit is niet aanwezig in het Guido Gezellearchief in Brugge. goedgunstigheid In Tegenkomsten brieven etc. In Loquela: 2 (Pietmaand 1882) 5, p.36-37 spreekt Gezelle zijn ongenoegen uit over de publicatie van een stuk uit Loquela in T. van Lingen, Sprokkelingen door T. v. L.. In: Noord en Zuid: 5 (1882), p.155-156. Het ging om een woordverklaring die van Lingen gaf bij het woord ’kave’: ”kave = kevie, cage”. Volgens Gezelle is hier niets van aan: ”Al die Winklers reizen naar Java als scheepsdokter dateren van het begin van de jaren 1860, na de oproep van de Nederlandse regering om burgerdokters tijdelijk hun troepen naar Oost-Indië te laten begeleiden. Gezelle publiceerde van ”Wat ”kaafijzer” aengaet” tot ”vinde ik het even min.” Onder Tegenkomsten brieven etc in Loquela: 2 (Pietmaand 1882) 5, p.36-37. kapijzer, grote scheepsbeitel In het artikel Verloren Vlaamsch in Loquela: 2 (Meimaand 1882) 1, p.1-8. vraagt Gezelle zich af of er ooit een Vlaams woord bestond voor een geheel brood, zoals je in het Engels ”a loaf of bread” hebt. In het Vlaams zou dit volgens Gezelle als ”een leef (van) brood” klinken. Vervolgens verwijst hij expliciet naar een oude Vlaamse bijbelvertaling van Willem Gaillaerdt uit 1578 en integreert het citaat van Oudemans uit deze Bijbel: "Ende liet hem des daechs- een leefbroot gheven". Gezelle vraagt zich af of er oorspronkelijk een spatie tussen ”leef” en ”broot” stond.kaven, tot die lange kaven van de vlaamsche spinderijen toe, en zijn noch keviën noch veugelhuizen, en, als wij cage zeggen, dan wéten wij dat wij fransch spreken en een vogelbuur, of eenig ander gevang beteekenen, maar neen, geen kave." Hij verwees hierbij onder andere naar het ”WestVlaamsch Idioticon” van L. L. de Bo, p .474: KAAFIJZER, o. Schoorsteenplaat, een dik ijzeren blad dat tegen den veurster staat in den heerd, fr. plaque de cheininee. Te lande neemt men het kaafijzer uit, en, na het gereinigd te hebben, legt men het plat op den heerd, om er palullen op te bakken. Noord-nooit voorgekomen. Wij kennen hier slechts den form schouw, oorspronkelik een en 't zelfde woord als kave? Kave, kaue, skaue, skouwe, schouw, schou. Het doet mij meer leed dan Gij wel geloven zoudt, dat ik kaafijzer U onverklaerd laten moet. Niettemin, ik blijf het in gedachten houden, zoo wel als "leefbrood"