Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
dubbel vel en enkel vel, 206x133
wit
papiersoort: 6 zijden beschreven, inkt
volledig
op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
De briefwisseling van Guido Gezelle.
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.
Privé-URI's met het
brief
prefix verwijzen naar andere brieven in de editie. De URI
brief:gg.10184
verwijst bijvoorbeeld naar
https://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.10184
.
Privé-URI's met het
record
prefix verwijzen naar recordnummers in de catalogus van de Openbare Bibliotheek Brugge. De URI
record:1322
verwijst bijvoorbeeld naar
https://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|1322
.
Heden morgen heb ik, tot mijn blijdschap, een uurke vrij, en 'k wil dat geerne besteden om U weer eens wat te schrijven, en uwen laatsten brief Deze brief is niet aanwezig in het Guido Gezellearchief in Brugge. Het oorijzer was een onderdeel van de vrouwelijke hoofdtooi in de noordelijke provincies van Nederland en Zeeland. Oorspronkelijk werd deze metalen beugel voor rond het hoofd gebruikt om mutsen of haar op de plaats te houden, maar uiteindelijk groeide het uit tot pronkstuk. Het kreeg de naam ’oorijzer’ doordat het vaak enkel zichtbaar was ter hoogte van de oren. In de 19e eeuw was het oorijzer een kenmerkend onderdeel van de Friese streekdracht. Ook in Vlaanderen werden oorijzers gedragen, doch bescheidener, waaronder in Brugge, waar Gezelle ze opmerkte. Sinds Gezelle hierover schreef in zijn brief naar Winkler van 07/03/1882 (Kortrijk) is het een geliefd onderwerp in hun correspondentie. gunstige gezindheid
Wat is er dus nog veel van hoofdijzers te vinden in uw Vaderland! Hoe veel meer dan ik ooit had kunnen vermoeden! Winkler had deze hoofdtooi al uitvoerig onderzocht, maar gaf in zijn brief van 08/03/1882 aan niet op de hoogte te zijn van het gebruik van oorijzers in Vlaanderen. Sindsdien apprecieerde hij alle informatie die Gezelle hem hierover kon bezorgen en is het een geliefd onderwerp in hun correspondentie. De oude naam voor de Elbe, een van de belangrijkste rivieren van Midden-Europa.
Mij wondert het maar, dat er nog zoo vele van 't hoofdijzer in t?
Ja, dat “oorijzer = pootijzer hier en daar in Noord-Holland" A. J., Poot. In: Noord en Zuid: 5 (1882) p.363. J. Winkler, Eenige bijzonderheden aangaande de kleederdracht der Friesinnen. In: De Vrije Fries: (1881) p.22. Winkler schrijft hier in een voetnoot: "Pootheerneeld, noordhollandsche uitspraak voor poorthaarnaald. Dit woord poot of poort is oorspronkelik het oudfriesche woord porta , voorhoofd, en is in dien zin nog heden in sommige noordhollandsche dorpen, o.a. te Andijk, bij Enkhuizen, in gebruik. Zonderling genoeg, omdat het juist tusschen Flie en Lauers reeds uitgestorven is. Maar in ' t begin dezer eeuw had in den tongval der stad Workum, potte of porte nog de beteekenis van voorhoofd." Winkler zond Gezelle een afdruk van dit opstel bij zijn brief van 08/03/1882. Een overdruk is nu nog aanwezig in Gezelles handbibliotheek in het Guido Gezellearchief van de Openbare Bibliotheek Brugge (GGB 1059). J. Winkler, Poot = Voorhoofd. In: Noord en Zuid: 6 (1883) p.148. Hier schreef Winkler: ”Portte, voorhoofd. Dit vreemde woord schijnt mij toe oud friesch van bewesten Flie te zijn. Immers komt het onder den vorm poot nog voor in den tongval van Andijk in Noord-Holland".hoofdijzer is beter dan oorijzer. In Friesland gebruikt men uitsluitend het laatste woord, in Holland ook wel het eerste. Uwe afleiding van dit verkeerd verstane woord pootijzer van hood-, hoofdijzer kan ik niet aannemen, van hoe veel scherpzinnigheid ze ook moge getugen. Want dit noordhollandsche woord poot is het oudfriesche woord porta = voorhoofd, stern. Zie ook mijn
Wat Gij mij meldt Vermoedelijk verwijst Winkler hier naar een brief van Gezelle die niet aanwezig is in het Guido Gezellearchief in Brugge. Kabylen zijn een Algerijns Berbervolk. Vandalen: Oost-Germaanse stam die in het eerste deel van de vijfde eeuw Afrika binnentrok en daar het Vandaalse Rijk stichtte. In 534 gaven de Vandalen zich over aan de Oost-Romeinse veroveraars en werd het rijk opgeheven. volkenkundigen
Uwe aankondiging en beoordeeling van G.'s Glossarium
Rond den Heerd: 17 (29 October 1882) 49, p.385-387. Gezelle schreef hier vol lof over de Deze beoordeling is uiteindelijk nooit in de Nederlandsche Spectator verschenen. De verontschuldigingen van Winkler voor het niet verschijnen van het stuk volgen in de brief van 23/01/1883. Winklers beoordeling van de Glossaire Flamand van Edward Gailliard.die zelfde week zond mij de Heer terstond plaatsteGlossaire Flamand verscheen in het tijdschrift De Amsterdammer: (19 november 1882) 282, p.4. Het eerste deel van deze beoordeling werd daarna ook gepubliceerd onder de rubriek ”Van hier en van elders” in Rond den Heerd: 18 (3 december 1882) 1, p.6-7.Misschien heeft de redactie van de Misschien, schrijf ik, maar waarschijnliker komt mij voor dat uw opstel toch nog geplaatst worden zal. Want ik zelve heb herhaalde malen ondervonden dat De
In dit werk uitte Rooses zijn kritiek t.o.v. het West-Vlaamse taalparticularisme van Guido Gezelle: ”Dat men de gewestelijke spraakvormen en zegswijzen in de algemeene taal eene matige plaats inruime, om deze meer lokale kleur te geven, is te wettigen; maar dat men uit liefde tot zijne engere geboortestreek zich buiten den wijderen kring der taalverwanten sluit en stelselmatig liever het woord gebruikt, waarvan één man zich bedient, dan datgene, welk door tien verstaan wordt, is eene dwaze niet te rechtvaardigen liefhebberij.” (p.260-261) Daarnaast gaf hij als vrijzinnige en sterke aanhanger van het Vlaamse realisme aan de ”mystieke verzuchtingen” in Gezelles werk niet te kunnen waarderen. In een vorige brief (geschreven tussen 01/11/1882 en 03/11/1882) liet Winkler weten dat hij het Op p.261 schreef Rooses: ”hij zelf noch zijne leerlingen, voor zooveel zij hem trouw bleven, brachten een gedicht voort, dat merkwaardig mag heten”. Uiteindelijk geeft hij wel toe het dichterlijke in Gezelles opvatting en de meeslependheid van diens taal te erkennen.Nieuw Schetsenboek van Rooses zou lezen en Gezelle van zijn oordeel op de hoogte zou brengen.hem, van zijn standpunt, mogelik is. Mij dunkt, Gij kunt te vreden zijn. Hij veroordeelt in 't algemeen de specia in 't bijzonder uwe school. Dat verwondert mij van hem niet. En al laakt hij een en ander, en al zeit hij dat van U noch uwe volgelingen hem nooit een merkwaardig gedicht onder d'oogen kwam (of in dien
Wat dunkt U van Nederduits is een verzamelnaam voor een aantal West-Germaanse dialecten die niet onderhevig waren aan de Hoogduitse klankverschuiving (tweede Germaanse klankverschuiving die plaatsvond tussen de 3e eeuw en 9e eeuw) en die in het noorden van Duitsland en in Nederland gesproken werden. Hansen was leider van de ’Aldietsche beweging’ die een taalkundige versmelting van het Nederlands en Nederduits beoogde, bijvoorbeeld door middel van een gemeenschappelijke spelling.alle nederduitschn tot een hoed te brengen?
Gisteren ontving ik N Foutieve verwijzing van Winkler. Hij doelt hier op Loquela: 2 (Alderheiligen 1882) 7.o 8 van
Gij haalt Gezelle citeert Dodoens aangaande het woord 'wouwe' in de rubriek ”Mede blanden van hoeden” in Loquela: 2 (Alderheiligen 1882) 7, p.63. J. Winkler, Een en ander over Friesche eigennamen. In: De Vrije Fries: 13 (1877). p.149-204 en p.241-343. En J. Winkler, Een en ander over Friesche eigennamen (vervolg). In: De Vrije Fries: 14 (1881) p.111-154. Een overdruk van het gehele opstel is aanwezig in de handbibliotheek van Guido Gezelle (nr.: GGB 1058). Op het schutblad van dit exemplaar schreef Winkler: ”Den wakkeren Vlaming Guido Gezelle, uit vriendschap en hoogachting van den schrijver Johan Winkler. Haarlem, November 1882.” Dodoens stamt uit een Fries geslacht van senatoren en burgemeesters. Zijn vader was van Friese afkomst.
Geeft Gij mij niet Gezelle vernoemt Winkler meermaals in zijn artikel ”Van de Friesche tale” in Loquela: 2 (Alderheiligen 1882) 7, p.49-59. vrezente veel eere met telkens in een blad mijn naam zoo met lof te melden?
Spoedig na nieuwejaar hoop ik U iets In een van zijn vorige brieven aan Gezelle (25/10/1882, Haarlem) stelde Winkler een gezamenlijke publicatie voor in de vorm van een volksaardige dialoog tussen een Vlaming en een Fries. Gezelle stemde hier vervolgens mee in, in zijn brief van 04/11/1882 (Kortrijk). Een handschrift van Winkler getiteld ”Vlaamsch en Friesch. Een spoorwegpraatje over friesche en vlaamsche, hollandsche en nederlandsche taal.” werd gepubliceerd in het opstel van C. Gezelle, te zamen te schrijven, en in een noord- en zuid-gezamenlik te plaatsen.Guido Gezelle en Johan Winkler, in: Biekorf: 35 (1929) p.41-53. Dit volledige handschrift van Winkler is aanwezig in het Guido Gezellearchief in Brugge (nr. 2595b G). Ook van Gezelle berusten fragmenten van het handschrift van een samenspraak over het Vlaams en het Fries in het archief (nr. 2595) met tal van correcties. Bij Gezelle wilde het niet echt vlotten en Winkler vraagt later in een brief van 08/03/1883: ”Hoe gaat het met ons spoorwegpraatje“? Komt er nog wat van, en blijft gij genegen het uwe eraan toe te voegen? ” De samenspraak tussen Winkler en Gezelle werd nooit als sluitend geheel gepubliceerd.uwer vaderstad