Noten

[2] Zie ”daveren” in: Gezelles volledig artikel: Hulpe over Wederhulpe. In: Loquela: (Sporkele 1883) 10, p.75-77.
[4] Loquela: (Sporkele 1883) 10.
[5] Zie Gezelles artikel: Hulpe over Wederhulpe. In: Loquela: (Sporkele 1883) 10, p.75-79. J. E. ter Gouw komt ter sprake op p.78.
[6] Zie: Hulpe over wederhulpe. In: Loquela: (Sporkele 1883) 10, p.78.
[7] Tot hier publiceerde Gezelle de brief met kleine aanpassingen waaronder verandering van ”aa” naar ”ae” onder: Tegenkomsten en brieven etc. In: Loquela: (Lente 1883) 11, p.87-88.
[8] Gepubliceerd onder: Zantekoorn in Loquela: (Wiedmaand 1883) nr.2, p.9: BLAASPUIPE, de. = Goudsmids allaam, om de vlamme van eene brandende wieke te doen stralen waar men

goud, zilver, enz. begeert gesmolten te hebbén. —”Een chalumeau, waar gij 'in uwen lesten' brief van schrijft, heet hier blaaspijp; en is, onder dien naam, bij alle goud- en zilversmeden, bij allen die fijn in metaal werken, overvloedig bekend.” Johan Winkler.

[9] Gezelle publiceerde dit met kleine aanpassingen in: Loquela: (Wiedmaand 1883) 2, p.10-11: SWÖLFS. Geslachtname = Des Wolfs, d. i. des Wolfs seune, zoon van Wolf, zoon van den man die Wolf heet, en niet: zoon van het dier wolf. Immers Wolf, (Wulf, Olf, Ulf) is een algemeen bekende oud-germaansche mansnaam, die nog heden bij ons in volle gebruik is, even als Wolfert, Wolf hart, daarvan afgeleid. In Zeeland leit het dorp Wolfaertsdijk, bij ter Goes. Denk ook aan de mansnamen Alolf (Adelwolf), Arnolf, Adolf, Gisolf, Rudolf, enz. allen met olf, wolf, samengesteld. En ook aan den gotischen bisschop, den vertaler der bibel in zijn volkspraak, Ulfila = Wulfila, Wolfele, Wolvelyn, Wolveke. Dit olf, wolf, in deze mansnamen, is oorspronkelik ook wel de naam van het dier wolf (herinner u ook Everaart, van Ever = wild zwijn, Leonart, van leeu, enz.), maar men kan toch niet

zeggen dat de brabantsche geslachtsnaam Swolfs onmiddellik van den diernaam komt, zoo als Dewulf, Lupus, Leloup, Leleu, Deleu wel doet.” Johan Winkler.


Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefschrijver

NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHaarlem

Naam - persoon

NaamVyncke, Amaat; Ratte Vyncke; Vyncke, Ameet
Datums° Zedelgem, 12/02/1850 - ✝ Kibanga, 17/10/1888
GeslachtMannelijk
Beroepzoeaaf; priester; leraar; onderpastoor; missionaris
VerblijfplaatsAfrika
BioAmaat Vyncke studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare en het college te Menen. Hij onderbrak zijn studies om als 17-jarige pauselijk zoeaaf te worden en verbleef twee jaar in Italië, maar raakte er niet betrokken in gevechten. Bij zijn terugkomst in Roeselare bleef hij zich in de jaren 1870-1871 actief inzetten voor de zoeaven en werd de leider van het plaatselijke studenten-zoeavenkorps. Hij was een van de leidende figuren van de West-Vlaamse studentenbeweging, onder invloed van zijn leraar Hugo Verriest. Zo richtte hij in 1873 mee de Westvlaamsche Gilde op en was hij medestichter van het studentenblad "De Vlaamse Vlagge". Hij werd seminarist in 1875 en gaf korte tijd les aan het kleinseminarie. Op 11/06/1876 werd hij tot priester gewijd en werd hij drie maanden onderpastoor te Adinkerke en op 11 oktober onderpastoor te Dudzele. Hij was er belangrijk voor het sociale en culturele leven en ontving er bezoekers als Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest, Pol De Mont en zijn goede vriend Gezelle. In 1881 was Vyncke een van de oprichters van "'t Manneke uit de Mane". Na een aanvankelijke weigering van bisschop Faict kon hij door tussenkomst van kardinaal Lavigerie naar Afrika vertrekken om er de vierde karavaan Witte Paters te begeleiden. Op 16/07/1881 kwam hij te Algiers aan om er zijn noviciaat aan het Maison Carrée te beginnen. Na zijn proefjaar keerde Vyncke terug en stichtte hij een apostolische school te Rijsel. Hij volgde medische cursussen aan de universiteit om opnieuw naar Algerije te vertrekken op 18/03/1883. Hij vervolmaakte zich in het Swahili en correspondeerde met Gezelle over taalkundige onderwerpen. Op 23/04/1883 vertrok hij aan boord van de Britse driemaster de Patna naar Zanzibar. Na een maand reizen kwam Vyncke aan op Zanzibar waarna hij samen met de karavaan vertrok met eindbestemming Kibanga in Opper-Kongo. Hij begon er aan de opbouw van zijn missie en was er geestelijk leider en ook landbouwer, dokter, fotograaf, leraar, uurwerkmaker en strijder tegen de slavenhandel. Hij stuurde stapels kleurrijke brieven naar het thuisland, waarin hij zijn avontuurlijke leven met een vleugje humor beschrijft. De brieven werden gepubliceerd in 3 delen. Vyncke overleed op 17/10/1888 in Afrika aan leverziekten en moeraskoortsen. Naar aanleiding van zijn plechtige herdenking te Kortrijk op 25/07/1889 schreef Gezelle de verzen "Gij zijt de vriend van God". Ze werden gedrukt op het gedachtenisprentje van zijn goede vriend. Vroeger had Gezelle ook het gedicht geschreven voor zijn priesterwijding en de verzen "Vyncke, Vyncke, Vyncke".
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; vriend; gelegenheidsgedichten
BronnenReizen in den geest; https://nevb.be/wiki/Vyncke,_Amaat
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088
NaamLeendertz, Pieter
Datums° Amsterdam, 07/11/1817 - ✝ Dortmund, 10/09/1880
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsNederland
BioPieter Leendertz werd geboren in een gelovig gezin te Amsterdam. Hij was een ijverig en vooruitstrevend predikant, maar zette zijn grootste stempel op het gebied van de taal- en letterkunde. Hij schreef onder andere “Onze voornamen” in de Almanak voor Protestansche Nederlanders voor 1858 en “Hoe eene taal verandert” in den Almanak der Maatsch. tot Nut van ’t Algemeen voor 1861. Vanaf 1856 tot zijn dood was hij redacteur van het tijdschrift De Navorscher en tilde hij het tijdschrift zichtbaar naar een hoger niveau. In 1863 ging een groot deel van zijn werk, waaronder een met 1000 namen aangevuld exemplaar van Wassenberghs lijst van friesche eigennamen, verloren in een brand naar aanleiding van een hevige storm in Noord-Holland, maar deze schade heeft hij grotendeels kunnen herstellen in de jaren daarna. Hiernaast was Leendertz ook actief als bestuurslid voor lokale verenigingen zoals dat van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, en gaf hij les in vakken waarvoor anders geen of onvoldoende onderwijs ter beschikking was (oude talen, maar ook nieuwe talen en zelfs wiskunde). In 1868 was hij een van de oprichters van de Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis, waar De Navorscher het orgaan voor werd. Leendertz overleed tijdens een buitenlands verblijf in Dortmund.
Links[dbnl]
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/persoon/58654991
NaamJapicx, Gysbert; Jacobs; Japiks; Gysbert-om; Gysbertom
Datums° Bolsward, 1603 - ✝ Bolsward, 21/08/1666
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; dichter; schrijver; voorzanger
VerblijfplaatsNederland
BioGysbert Japicx was de bekendste renaissanceschrijver uit Friesland. Hij wordt eveneens beschouwd als grondlegger van het Fries als geschreven taal. Hij groeide op in het begin van de 17e eeuw, toen het Fries enkel een spreektaal of boerentaal was en de elite Nederlands sprak.
Links[wikipedia], [dbnl]
NaamWassenbergh, Everwinus (Everwijn)
Datums° Lekkum, 25/09/174 - ✝ Franeker, 03/12/1826
GeslachtMannelijk
Beroepclassicus; neerlandicus; taalkundige
VerblijfplaatsNederland
BioEverwinus Wassenbergh was vanaf 1771 hoogleraar Grieks aan de universiteit van Franeker, waar hij vanaf 1797 ook Nederlands doceerde. Hij werd vooral bekend voor zijn Verhandeling over de eigennamen der Friesen (1774) en zijn Bijdrage tot een Idioticon Frisicum (ca. 1780).
Links[wikipedia], [dbnl]
NaamBrons, Bernhard (Jr)
Datums° Emden, 15/10/1831 - ✝ Gronau, 08/06/1911
GeslachtMannelijk
Beroeptaalkundige
BioBernhard Brons werd geboren in Emden (Oost-Friesland, Duitsland) als zoon van Isaak Brons (1802-1886), een Oost-Friesische koopman en politicus van Mennonitische geloofsovertuiging, en Anna Cremer. Hij is vooral bekend om zijn Friesische Namen, dat uitgegeven werd in Emden in 1877.
Links[wikipedia]
NaamFörstemann, Ernst Wilhelm
Datums° Danzig, 18/09/1822 - ✝ Charlottenburg, 04/11/1906
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; taalkundige (etymologie)
VerblijfplaatsDuistland
BioHij studeerde vergelijkende taalkunde aan de Humboldt-universiteit in Berlijn en verhuisde in 1841 naar Halle-Saale om er verder te studeren aan de Martin-Luther-Universiteit van Halle-Wittenberg. Na zijn universitaire studies werd hij leraar en "privat dozen"t in zijn geboortestad Danzig. In 1851 werd hij bibliothecaris in Wernigerode en daarna, vanaf 1865, in de Saksische Landesbibliothek in Dresden, die hij volledig reorganiseerde. In 1900 verhuisde hij tenslotte naar Charlottenburg waar hij op 4 november 1906 overleed. Een van zijn belangrijkste werken was een Altdeutsches Namenbuch (2 vols. 1856-1859).
Links[wikipedia]
NaamWulfila
Datums° 311 na Chr., - ✝ Constantinopel, 382 of 383
GeslachtMannelijk
Beroepbisschop
BioDe Visigotische bisschop staat vooral bekend werd als vertaler van de bijbel in het Gotisch. Het bekendste exemplaar van deze gotische bijbeltekst is de zgn. Codex Argenteus die in het Zweedse Uppsala bewaard wordt. Wulfila werd in 341 aangesteld als bisschop van de tot het Christendom bekeerde West-Goten. Waarschijnlijk heeft hij omstreeks 369 de Bijbel vertaald. Hij bleef een belangrijke bisschop tot aan zijn dood.
Links[wikipedia]
Naamter Gouw, Jan (Johannes); Aurelius
Datums° Amsterdam, 16/12/1814 - ✝ Hilversum, 09/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; onderwijskundige; historicus; dichter
VerblijfplaatsNederland
BioJan ter Gouw werd na zijn opleiding hoofdonderwijzer aan de Amsterdamse stadstussenschool en van 1851 tot 1863 docent aan het Nederlands-Israëlitisch Seminarie. Daarna wijdde hij zich vooral aan historisch onderzoek, hoofdzakelijk met betrekking tot zijn geboortestad. Samen met Jacob van Lennep schreef hij De uithangteekens, in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (1867-1869) en publiceerde hij talrijke artikels over spreekwoorden in Noord en Zuid.
Links[wikipedia], [dbnl]
NaamDe Leu, Marie
GeslachtVrouwelijk
BioKortrijkse vrouw. Gezelle stuurde een foto van haar met Vlaamse oorijzers naar Johan Winkler
Naamter Gouw, Jan (Johannes Engbert)
Datums° Amsterdam, 1845 - ✝ 1916
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsNederland
BioJohannes Engbert ter Gouw was onderwijzer te Hilversum en tekenaar, prentenverzamelaar en numismaat. Hij publiceerde een aantal werkjes over munten en artikels over taal in diverse tijdschriften: Noord en Zuid (1879 -1886), Spectator (1882), Onze Volkstaal (1885), De Navorscher (1892). Als de zoon van historicus Jan ter Gouw gaf hij enkele werken van zijn vader opnieuw uit, o.m. Verzen en rijmen (Hilversum, 1914, t.g.v. 100ste verjaardag van zijn vader), Amsterdamsche verhalen (voor jongelieden bewerkt door J.E. ter Gouw) en Een nieuw boekje over de oorsprong en de afleiding van de Amsterdamsche straatnamen (Hilversum 1896).

Naam - plaats

NaamLeuven
GemeenteLeuven
NaamAmsterdam
NaamHaarlem
NaamKempen
NaamHolwert
NaamPeins
NaamKamping
NaamPalling
NaamWolfaertsdijk
Naamter Goes
NaamHilversum

Naam - instituut/vereniging

NaamDavidsfonds hoofdzetel Leuven
BeschrijvingHet Davidsfonds is een Vlaams katholiek cultuurnetwerk dat in januari 1875 gesticht werd op initiatief van de Leuvense studentenvereniging “Met Tijd en Vlijt”. De eerste voorzitter was hoogleraar Pieter Alberdingk Thijm. Het Davidsfonds heeft zijn hoofdzetel in Leuven, waar ook het nationaal secretariaat gevestigd is. De brede culturele werking wordt gerealiseerd via lokale afdelingen. Gezelle was medestichter van de Kortrijkse afdeling en werd vaak gevraagd om te spreken op andere West-Vlaamse afdelingen. In 1876 publiceerde het Davifsfonds de derde uitgave van Kerkhofblommen en in 1886 Gezelles vertaling van Hiawatha.
Datering1875
Links[odis], [wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelDe Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis
AuteurWinkler, Johan
Datum1885
PlaatsHaarlem
UitgeverWillink
TitelWoordenboek op de gedichten en verdere geschriften van Gijsbert Japicx, als een vervolg op de II vorige deelen van dat werk
AuteurEpkema, Ecco
Datum1824
PlaatsLeeuwarden
UitgeverProost
TitelAltdeutsches Namenbuch
AuteurFörstemann, Ernst
Datum1856-1872
PlaatsNordhausen
UitgeverF. Förstemann
TitelDe Nederlandsche Geslachtsnamen
AuteurWinkler, Johan
Datum1885
PlaatsHaarlem
Uitgever[s.n.]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Winkler, Johan

Correspondenten

Gezelle, Guido
Winkler, Johan

Naam - instituut/vereniging

Davidsfonds hoofdzetel Leuven

Naam - persoon

Vyncke, Amaat
Winkler, Johan
Leendertz, Pieter
Japicx, Gysbert
Wassenbergh, Everwinus (Everwijn)
Brons, Bernhard (Jr)
Förstemann, Ernst Wilhelm
Wulfila
ter Gouw, Jan (Johannes)
De Leu, Marie
ter Gouw, Jan (Johannes Engbert)

Naam - plaats

Leuven
Amsterdam
Haarlem
Kempen
Holwert
Peins
Kamping
Palling
Wolfaertsdijk
ter Goes
Hilversum

Plaats van verzending

Haarlem

Titel - ander werk

De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis
Woordenboek op de gedichten en verdere geschriften van Gijsbert Japicx, als een vervolg op de II vorige deelen van dat werk
Altdeutsches Namenbuch
De Nederlandsche Geslachtsnamen

Titel - werk van Guido Gezelle

Loquela
Titel08/03/1883, Haarlem, Johan Winkler aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWinkler, Johan
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum08/03/1883
VerzendingsplaatsHaarlem
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inbijlage gepubliceerd met aanpassingen van Gezelle waaronder "ae" i.p.v. "aa" in: Tegenkomsten en brieven etc. - in: Loquela (1883) nr. 11, p.87-88; Zantekoorn. - in: Loquela: (1883) nr.2, p.9, 10-11; De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 1: Inleiding en brieven (1881-1883) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.149-152
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 dubbele vellen, 207x134; bijlage: 2207x134
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; bijlage: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden met bijlage: tekst voor Loquela
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); bijlage: op zijde 1 links in de bovenrand: Staat in Loquela, 1882-1883, n° 11, bl. 87-88; op zijde 4 in de linkermarge: Staat in Loquela, 1883-1884, n° 2, bl. 10-11 (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5319
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11627
Inhoud
IncipitWare 't niet geweest, dat Gy my aan't
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.